eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6545. 1643 november 21. Aan [P. Spiring Silvercrona].1

    De Beyersche sijn omtrent Tubinge, andere seggen bij Peforshaim, gesterckt door de Lorrainen2 ende door Hatsfeld, maackende dit renfort booven de twaelfduysent man.3 De Franschen sijn tot Rotwiel gecomen.4

    Uyt Italië verstaen wij dat de Toscanen een victorie hebben becomen op de Barbarins

    705

    ende de Barberins eene op de Venetianen,5 ende dat den hertoch van Mantoue6 hier sal comen om de exercitie te leeren. De Spaignaerden hebben Oran in Africa ontzet ende belegeren Monçon.7 De Françoysen hebben seven schepen genomen, komende uyt Sicilië.8

    Hier is al 't crijgsvolck meest in de garnisoenen. Den viscomte de Turaine ende Gassion hebben den eedt gedaen als maresceaux de France.9 Men sendt comissarissen om veele quartiren, daer moeyten is geresen, te appaiseren, maer die van Tours10 willen geen soldaten innemen, vreesende voor quaet tractement. Men heeft de twintich stuivers op de wijn in Xantoigne afgestelt om 't volck aldaer te stillen. Men hoopt uyt de vergrooteringe van de regimenten ende compaigniën, ende oversulx afsnijding van veele onnoodige officieren, twintich millioenen te spaeren, noch sooveel te becomen door de taxe van den raed van den coning in sijne aencomste tot ['t] rijck, ende noch meer uyt sulcke gelijcke taxe over alle officieren ende over de gildens. De gravinne van Cantecroy heeft permissie van de paus om haer te Besançon te houden.11 Men doet hier ondersoec over verschijden geschriften. Eenige druckers ende papierdraegers sijn daerover gevangen.12 Twee extraordinaris ambassadeurs sijn hier van Venetië.13

    De nederlage van de Barbarins in Toscane is gevallen omtrent Petigliano, welcke plaetse daerdoor is ontset. In recompense hebben de Barbaryns Monterchio becomen in Toscane. De Spaignaerden hebben acht Fransche schepen becomen omtrent Baiona, de Françoysen twee schepen voor Algier. Twee ambassadeurs van Moscovie sijn geweest te Constantinople ende daer wel onthaeldt.14 Zulfiguiar, vice-roy voor den Grooten Heer

    706

    in Cipres, hebbende eenige revolte begonnen, is door bedroch geattrappeert ende geworgt.15

    Bovenaan de copie staat: Paris, den 21 November 1643.

    Notes



    1 - Het origineel dat vermoedelijk weer een copie is van een niet teruggevonden nieuwsbrief aan Nicolaes van Reigersberch dd. 21 november 1643, is verloren. Copie (zonder adres en ondertekening), afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 1 december 1643).
    2 - In de omgeving van Stuttgart (Pforzheim en Tübingen) hielden de Zwabisch-Beiersen zich gereed voor een confrontatie met het Frans-Weimarse leger. Tegen deze tijd waren ook de regimenten van hertog Karel IV van Lotharingen op het rendez-vous te Malmsheim verschenen.
    3 - De keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen was met zijn troepenmacht van garnizoenssoldaten uit Einbeck en Wolfenbüttel door de Hessische blokkade heengebroken en koerste nu over Aschaffenburg naar het zuiden (H. Lahrkamp, Jan von Werth, p. 135).
    4 - Op 7 november verscheen het Frans-Weimarse leger voor de muren van Rottweil.
    5 - Berichten over een Venetiaanse nederlaag zijn niet overgeleverd. Waarschijnlijk doelt Grotius hier op het ontzet van de door de ‘Barberini’ belegerde plaats Pitigliano en de geslaagde aanslag van de pauselijken op de Toscaanse plaats Monterchi (Gazette 1643, no. 149, dd. 21 november 1643).
    6 - Eind oktober berichtte Grotius dat in Parijs gesproken werd over een huwelijk van Karel II van Gonzaga met Anne-Marie-Louise van Orléans (‘la Grande Mademoiselle’), hertogin van Montpensier; zie no. 6505.
    7 - Het Franse bolwerk Monzón (ten noordwesten van Lérida) viel op 3 december 1643.
    8 - De Gazette 1643, no. 146, kwam in een ‘extraordinaire du XVIII novembre’ met het nieuws van ‘La prise de six vaisseaux retournans de Vinerose y porter le duc de Terrenove et quinze cens fantassins espagnols’.
    9 - Op 16 november ontving Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, de waardigheid van ‘maréchal de France’. Een dag later werd Jean, graaf van Gassion, met dezelfde waardigheid vereerd (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 124).
    10 - De belastingoproeren in de Poitou, de Saintonge en in de wijde omtrek van Angoulême. Ook uit Tours kwamen berichten over rebellie (Lettres au chancelier Séguier I, p. 553, 594 en p. 603-604).
    11 - Béatrice de Cusance (1614-1663), weduwe van de Bourgondiër Eugène-Léopold d'Oiselay-Perrenot de Granvelle († 6 februari 1637), prins van Cantecroix, was op 2 april 1637 een clandestien huwelijk aangegaan met de reeds getrouwde hertog Karel IV van Lotharingen. Op 23 april 1642 sprak paus Urbanus VIII de ban over de geliefden uit. In 1645 werd het huwelijk ontbonden. Toen de ware hartstocht in de jaren vijftig wat begon af te koelen, vestigde Béatrice zich voorgoed in Besançon. Op haar sterfbed ontving zij van de hertog toch nog de belofte van eeuwige trouw (DBF VII, kol. 1048-1050).
    12 - Waarschijnlijk waren deze lieden betrokken bij het vervaardigen en verkopen van pamfletten tegen kardinaal Jules Mazarin.
    13 - De Venetianen Angelo Contarini en Giovanni Grimani kregen op 24 november een officiële ontvangst aangeboden; zie het verslag van hun missie ter gelegenheid van de troonsbestijging van koning Lodewijk XIV in Relazioni degli Stati Europei, Serie II, Francia II, p. 389-421.
    14 - De Moscovische delegatie maakte op 16 augustus 1643 haar opwachting bij sultan Ibrahim (Gazette 1643, no. 149, dd. 21 november).
    15 - Soulfikar (Zülfikâr)-Pacha, medestander van de in opstand gekomen gouverneur van Aleppo, viel bij aankomst op Cyprus in handen van een door de Sultan ingehuurde scherprechter (Atsiz, Das Osmanische Reich, p. 18, en Hammer, Histoire de l'Empire ottoman X, p. 32-33).