eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    758

    4397. 1639 november 19. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    Ick heb wel ontfangen uE. brief van den 7 November2, oock de recommandatie voor de dochter van de heer Biel3, waerin garen sal doen wat mij mogelijck sal sijn, houdende mij oock daertoe geobligeert.

    Wij sullen verwachten de besoigne van den heer van Somelsdijck4 in Engellant.

    De Schotten stellen haere regiering sooveel sij connen op de modelle van de Geünieerde Provinciën, 'twelck oock eertijds het desseing is geweest van die van de religie in Vrancrijck. De Engelschen meenen, dat die Schotsche nieuwicheden uit het hoff van Vrancrijck werden gefavoriseert.

    Soo de landgravinne5 ende den vorst van Lunemburg6 haest een genereuse resolutie nemen, dat sal de partij seer stijven.

    De coningen soo van Denemarcken7 als van Polen8 sullen de questie van den tol slepen, genietende het beneficie van de possessie.

    Op het vernieuwde verbont tusschen Engellant ende Denemarcken heb ick gelijcke bedenckinge als die bij uE. werden vermelt.

    Den brief van Maerten Harpertssoon aen den Engelschen viceadmirael9 gaet vrij wat rouw.

    Dat het in Brasyl wel gaet, is van importantie voor de gemeene saecke.

    Wij sijn hier in geen cleine becommering met de saecke van mijnheer de churfürst10 siende, dat sijne Doorluchticheit is gelogeert in 't Bois de Vincenne ende dat de propositie, die mijnheer den ambassadeur, den graef van Licestre11, heeft gedaen aen den coning12 op woonsdagh laestleden niet goeds en heeft geopereert, ter contrarie dat bevel is gedaen aen de twee jonge heeren broeders van den churfürst13 van niet te vertrecken ende aen monsieur de Vaux14, die haer te paerd rijden ende andere exercitiën leert, last gegeven om haer overal te vergeselschappen.

    Die 't leger van den hertogh van Wymar15 resideren sullen haer nae mijne opinie hier over niet sooveel ontzetten als de Engelsche meenen, als sijnde alrede gewent te sien op het gelt van Vrancrijck meer als op andere consideratiën. Den

    759

    hertogh van Longueville16 met die van hetselve Wymarsche leger hebben de stadt van Germensheim becomen ende beschieten het casteel. Men hout hier, dat Piccolomini17 sich gevougt heeft met Haetzvelt18 ende gaen nae Böhmen.

    Groote lichtingen geschieden bij den keiser19, coning van Spaignië20 ende de eertshertoginne van Tirol21 om den Elsas ende Brisgouw weder te becomen. Sij geven uit te sullen bijeenbrengen dertichduisent te voet, twaelffduisent paerden. Inderdaet sal het vrij wat minder sijn ende de Fransoisen sullen een deel van deselve, die te Milaen door Melo22 ende Enriquez23 werden aengenomen, wat wercx geven, alsoo monsieur d'Harcourt24 tot Casal toe is gepasseert ende aldaer ingebracht heeft duisent man te paerd, duisent te voet, driehondert seggen anderen25, soo men ons seit, met andere noodsaeckelijckheit, sonder dat de Spaignaerden die ontrent achtduisent man bij den anderen hadden, haer daertegen hebben derven stellen.

    Voor Salza is 't verlies van Fransoisen grooter geweest dan26 men eerst seide ende sulcx is niet vremd, alsoo de Spaignaerden haer leger wel hadden geretrencheert ende met geschut ende buitenwercken versien ende daerenboven in getal meerder waren als de Fransoisen, die haer tegen alle crijgsregulen attaqueeren. De reste van de Fransche legers gaen in garnisoenen ende om de seditiën, die dese somer sijn gepasseert, te straffen.

    Meer en geeft ons dese naeherfst niet dan een groot verlangen van alle de werelt over hetgunt den coning van Engellant27 sal doen soo op het stuck van de Schotten als in de questie met Vrancrijck ende Hollant.

    Den 19 November 1639.

    Madame de Hautefort28 is bij den coning belast te vertrecken, waerin sij haer niet en queet; de reden van haere disgrace is, dat sij te wel was met de coninginne29.

    Den cardinael30 heeft eenige goede hoope doen geven aen den churfurstpalsgraeff. Men hout Haetsfe[l]d sterck sesduisent man, Gleen31 ende Mercy32 sesduisent te voet, vierduisent te paerd, vierendetwintich stucken geschuts, ende werdt gelooft, dat Gleen met een deel van dit volck sal vougen bij Haetsfeld ende Piccolomini.

    De stadt van Constants werdt gesolliciteert soo van Spaignië als van Beyeren om garnisoen te ontfangen, maer excuseert het beide.

    760

    Den hertogh van Lotteringen33 is te Sirick. Van Vrancrijcxwegen werdt bijwijlen aen hem gesonden.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raidt in den Hoogen Raide in Hollant.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den XIX Nov. 1639 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R 12g. Antw. op nos. 4363 en 4373.
    2 - No. 4373.
    3 - Zie no. 4363, p. 710 en n. 2 aldaar.
    4 - François van Aerssen, heer van Sommelsdijk.
    5 - Amalie Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin-regentes van Hessen-Kassel.
    6 - Georg, hertog van Braunschweig-Lüneburg.
    7 - Christiaan IV.
    8 - Wladislas IV (VII).
    9 - John Penington.
    10 - Karl Ludwig van de Palts.
    11 - Robert Sidney, graaf van Leicester.
    12 - Lodewijk XIII, koning van Frankrijk.
    13 - Moritz, Eduard en Philipp van de Palts.
    14 - Het betreft hier de ruiteracademie van monsieur de Vaux, een soortgelijke instelling als die van monsieur Benjamin.
    15 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar, gestorven op 18 juli 1639.
    16 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville.
    17 - Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi.
    18 - Melchior von Hatzfeldt und Gleichen.
    19 - Ferdinand III.
    20 - Philips IV.
    21 - Aartshertogin Claudia.
    22 - Francisco de Mello.
    23 - Fadrique Enríquez.
    24 - Henri de Lorraine, graaf van Harcourt-Armagnac.
    25 - De woorden ‘driehondert seggen anderen’ zijn door Grotius in margine toegevoegd.
    26 - In het handschrift staat ‘dat’.
    27 - Karel I.
    28 - Marie de Hautefort.
    29 - Anna van Oostenrijk, koningin van Frankrijk.
    30 - Richelieu.
    31 - Gottfried Huyn, graaf van Geleen, keizerlijk bevelhebber.
    32 - Franz, vrijheer van Mercy, generaal in dienst van de keurvorst van Beieren.
    33 - Karel IV, hertog van Lotharingen.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]