Mijnheer,
Den 2 Februarii is mij u Ex.en seer waerde ende hoochaengenaeme comunicatie van den 26. passato,2 voor dewelcke ick mij hoochlijcken bedancke, seer wel geworden.
86
Hier is zedert mijnen laetsten3 niets voorgevallen, maer de tijdinge die men hier van sijn Ex.en Banier heeft, zijn extraordinarie. Om u Ex.en 'tselve te laeten oordeelen sende ick hierbijgaend extract uyt een brieff van sijn voorgenoembd Excell.en ende volgens wat daerop van Ceulen geschreven word.4 Godt almachtich geve dat alles mach gereycken tot loff ende eer van de hoochloffel. croone Sweden ende tot het gemeene beste. In wiens protectie ick u Ex.en met desselfs familie getrouwlijcken ben bevelende ende verblijve,
u Excell.en dienstbereytvaerdigen.
Haagh, den 4 Feb. 1641.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 14 Febr. 1641.