eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5069. 1641 februari 21. Van P. Pels.1

    Mijnheer,

    U Ex.cien messive van 5 Decembris2 hebbe ick well ontfangen; bedancke van 't advis over mijnen sohn.3 Ick vinde goet te adviseren dat u Ex. brieven alttoos 8 daegen auder sijn als andere. Met dien post daer ick de brieven van 5 mede ontfange, hebben andere brieven van 12, en sulckx hebbe ordinari geobserveert. Ofte nu d'een over Holland naer Hamborgh en d'ander over Antwerpen en Ceulen, dat en kan ick niet weeten; dient tot naerrechtinge.

    Ick speure well,'t en waere die revolte van Portugael, de Cattaloniërs sauden te kort springen. 't Is eene machtige veranderinge. Den coning van Vranckrijck en sijn Hoogheyt mijnheer den prins van Oraniën hoorden in Nederland hun advantage grootelijckx daermede te doen. Daer sall an de Spaense sijde discredit ontstaen ofte well per faute van gelt eene generaele meuytenacie.

    Die proceduren van Engeland kommen mij wat vrempt vor ende gemaent mij bijnaer tuschen pureteinen en die andere de procedure van a.o 1618-19 in ons landt. Ick saude well gerne u Ex.ce opinie hiervan hooren, saude sulckx well eyndelijck op Lami4 uytvallen.

    Hier en is niet nieuws. Men segt van toekommenden Mayo eenen rijxdagh in Polen;5 van Warschauw over de confirmacie van 't leen Preuyssen niet anders als complimenten. Alsoo den auden landthoffmeester van Preuyssen6 overleden naer de doot van den churvorst7 en sulcken officie boven de 6 weecken niet en magh vaceren, soo heft den churvorst sulckx gegeven aen een edelman genaempt Tettauw;8 daerentegens heft sijne May.tt9 met de senatoren an

    119

    eenen anderen, Creuyts10 genoempt, sijnde van de roomsche religie. Ofte dese rescontre geene aenstoottinge sall geven, leert den tijt.

    Ick blijve, mijnheer,

    u Ex. diener
    Paulus Pels.

    21 Februario 1641, Dansick.

    Adres (met andere hand): A son Ex.z.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 27 Martii.

    En in dorso: 21 Febr. 1641 Pels.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd., coll. Hugo de Groot. Aanw. 1911 XXIII no. 16 (1641, 4). Eigenh. oorspr.
    2 - Grotius' brieven aan Pels van 1640 ontbreken.
    3 - Pieter Pels was sinds 1638 Grotius' secretaris; hij vertrok in februari of maart 1641 onverwachts naar Danzig. Zie ook no. 4948 (dl. XI) en no. 5053 n. 13.
    4 - Vgl. Grimm, Deutsches Wörterb. VI, kol. 83: auf ein lami auslaufen = ein klägliches ende nehmen.
    5 - De Poolse rijksdag werd in de maanden augustus tot oktober 1641 te Warschau gehouden. Zie ook de brieven van Pels dd. 9 mei en 10 oktober 1641, nos. 5175 en 5410.
    6 - Andreas von Kreytz (1579-24 januari 1641); hij was ‘landhofmeister’ van Pruisen sinds 1628. Zie Erleutertes Preussen I, p. 88v.
    7 - Georg Wilhelm, keurvorst van Brandenburg, was op 1 december 1640 overleden; hij werd opgevolgd door zijn zoon Friedrich Wilhelm, de latere ‘Grote Keurvorst’.
    8 - Johann Eberhard von Tettau (1585-1653), ‘oberburggraf’ van Pruisen sinds 1636; vgl. Erleutertes Preussen I, p. 89.
    9 - Wladislas IV van Polen was leenheer van Pruisen.
    10 - Bedoeld is Bernhard von Königseck (1587-1653), die tenslotte het ambt van ‘oberburggraf’ verkreeg; vgl. Erleutertes Preussen I, p. 98.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]