eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    721

    Bijlage no. 11 Bij no. 5079
    Bijvoegsel bij een brief van P. Spiring Silvercrona dd. 25 februari 1641.1

    Uyt Regensporch, den 30. Ianuarii a.o 1641.

    Men heeft gehoopt dat soo haest Picolomini2 met ons volck te velde soude comen, dewijl den vayant hem gedeylt, men op den eenen off den anderen deel soude connen aensetten, maer 't schijnt dat den Taupadel,3 die men voor den swaecksten gehouden, de onse niet verre van Neurenberch heeft gestaen en dat wij noch wijnich avantagie hebben en Bannier soude hem ettelijcke duysenden onder den oversten Slang4 te hulpe senden, oock met ettelijcke duysenden in Bohemen gegaen zijn. Cam en Lingenveld, een sterck sloott, laet hij sterck provianderen, alsoo dat het sich hoe langer hoe meer een lang, een lanckwijlich wesen gelijck siet. Men seyt oock sterck van den Turck dat hij in Karntten sterck stroopt en hem veel dorpen souden hebben moeten huldigen, alsoo dat eenen goeden vreede hooch van nooden. De keyserl. May.t en oock de soldatesca sijn der wel toe gedisponeert alsoock de rijcxstenden. Wie die sijn die 't soo lang ophouden, sal Godt de Heer mettertijt openbaer maecken. Ondertuschen word om het Roomsche Rijck gespeelt, soo men 't anders een speel ofte dragoedie noemen mach, ende keyserlijcke authoriteyt word ondertuschen in groot gevaer gestelt. God wil alles ten besten wenden.

    Den trompetter die naer Sweden gesonden van de hier aenwesende stenden, heeft Bannier weder teruggegesonden met schrijvens aen keyserl. May.t dat hij die brieven5 veel eer als door desen trompetter in Sweden wil brengen ende dat hij voor sijn persoon niet en wil onderlaeten wat tot bevoorderinge des vredens sou mogen dienen bevoorderlijck zijn.

     

    Uyt Regensporch, den 2. Februarii 1641.

    Alhier is tot vredenstractaeten noyt beeter apparentie geweest als nu, en het is alsoo beschappen dat men sich niet lang sal moeten bedencken, alsoo den Turck seer groote preparatie maeckt om tegen p.mo April te velde te comen ende allreede wel met 10000 man tot bij Grats gestrayft sou hebben; en den coninck van Spaniƫn sal der oock toe helpen, alsoo het in sijn coninckrijck oock over ende over gaet.

    Notes



    1 - Copie Stockholm, RA, Gallica 10, Handl. tillh. Hugo Grotii beskickning 1639-1641. Oorspr. De bijlage is van de hand van de klerk van Petter Spiring Silvercrona.
    2 - Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi.
    3 - Georg Christoph von Taupadel (no. 4993 n. 5).
    4 - Erik Slange (no. 5136 n. 5).
    5 - Zie no. 5060 n. 8.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]