eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5391. 1641 september 28. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Vrancrijck is dit jaer niet ongeluckig geweest, hebbende ontgaen een groot peryckel van een inlandsch oorlogh, becomen Bapaume ende Conis, ende Aire tot noch toe bewaert. Hadden de Vereenigde Nederlanden zooveele gedaen, het waer hier aengenaem geweest.

    De amnestie van den keiser2 met zooveel excluses toont dat die van dat huis noch niet zeer vervaert en zijn ende den tijdt van eene goede vrede willen verwachten.

    Ick en mercke wel dat de heeren Staten Generael gevreest hebben de reine-mère3 op hae-

    543

    ren bodem te houden. Wij zullen zien, wat huis haere Majesteit zal houden tot Colen ende vanwaer de costen zullen werden gefurneert.

    Dorsten can niet lang harden. Het trage overcomen van Torstenzoon4 ende 't lang resisteren van Wolfenbuttel doen quaed aen de landgravinne van Hesse.5 Den coning van Denemarcken zoect maer met geruchten van lichtinge ende van handelinge den keiser daertoe [te] brengen, dat hij hem Pinnenberg laet houden om die van Hamburg te beter te quellen.

    28 Sept. 1641.

    Adres: Mijnheer mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 28e Septemb. 1641 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 221. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5392 antw. op no. 5369 en beantw. d. no. 5404.
    2 - Zie no. 5357 n. 22, no. 5377 n. 13.
    3 - Maria de' Medici.
    4 - Lennart Torstensson (no. 5176 n. 4) kwam pas eind november bij zijn leger aan.
    5 - Amalia Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin-regentes van Hessen-Kassel.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]