eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5369. 1641 september 16. Van N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    De victorie van de Spaense voor Tarragona2 mocht de reductie van Barcelona ende heel Catalonge wel naer haer slepen, sonder hetwelcke Portugael qualijck sal connen bestaen, daer dan bij commen, gelijck seer is te vreesen, dat Aire wert verloren ende alle de oncosten van dit jaer soo van Vranckerijck als desen staet in fumée lopen. Soo sal het huys van Oostenrijck het swaerste hebben geleden, sijnde niet altijt wel doendelijck met soo grooten costen haer te bevechten ende haer facylder, binnensslants de ruste hebbende gerestitueert, hare macht buyten te tonen. Doch mogelijck wat noch sal vallen, waertoe alle mogelijcke ende menschelijcke middelen - soo schrijven de gedeputeerden3 - bij sijne Hoocheyt,4 die nu tot Philippine is gelant, bij de hant genomen sullen werden.

    Mevrouw de princesse5 gaet mergen naer Dordrecht om aldaer de roine-mère6 uyt Zeelant commende, waer sij Vrijdach is gearriveert, te ontmoeten. De preadvertentie bij de heer Joachimi7 aen hare M.teyt gedaen, hoe vremt die haer is bevallen, gelijck sij daerop antwoordende seyde, ‘qu'elle l'avoit bien entendu, mais non attendu, et qu'elle ne diroit point le reste’, heeft hare reyse niet doen veranderen. De resolutie van de Staten-Generael was, dat men hare M.teyt gelijck als onbekent soude laten passeren ende op den cleynen voet ontfangen ende tracteren, maer den heer Knuyt8 heeft hier geschreven aen een goet vrient dat sij, apparent den heer van Brederode9 ende hij, die hare comste tot Vlissyngen wachten, waren geresolveert haer bij de burgerie van Vlissyngen in te doen haelen, dat niet vremt soude werden gevonden in een stat

    513

    van sijne Hoocheyt ende die door het huwelijck van den jongen prins10 soo naer met de roinemère was geallieert.

    Dorsten defendeert hem noch ende seer wel. De gedeputeerde van desen staet11 sijn van Staden gescheyden sonder daer yet het minste te hebben uytgerecht.

    Desen 16 Sept. 1641.

    Adres: Mijnheer mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur van de coninginne ende crone van Sweden bij den alderch[riste]lijcks[ten] conynck.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Sept. 1641.

    En in dorso: 16 Sept. 1641 N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, K 76j. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge (ed.), Br. Nic. v. Reigersb., p. 668 no. 261. Antw. op no. 5354; beantw. d. nos. 5391 en 5392.
    2 - Op 22 en 23 augustus; zie ook no. 5354.
    3 - Willem van Lintelo, Rutger Huygens, heer van Clarenbeek (no. 5024 n. 3), Albert Coenraadsz. Burgh, N. Croock, Godart van Reede, heer van Amerongen, en N. Nieuwkerck; vgl. no. 5358 n. 2. Hun brief dd. 10 september was op 12 september 1641 ontvangen; ARA, SG no. 4978.
    4 - Frederik Hendrik.
    5 - Amalia van Solms.
    6 - Maria de' Medici was op zaterdag 14 september in Vlissingen aangekomen; vgl. ARA, SG no. 6766.
    7 - Albert Joachimi, ordinaris Staats ambassadeur in Engeland (no. 4998 n. 22).
    8 - Johan de Knuyt (no. 5047 n. 24).
    9 - Johan Wolfert van Brederode (no. 4997 n. 3).
    10 - Willem II.
    11 - Willem Boreel, Albert Sonck en mr. Johan van Weede (no. 5184 n. 8) waren op 7 september uit Stade vertrokken en naar Glückstadt gereisd, waar de onderhandelingen met de Deense koning werden voortgezet.