eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5549. 1642 januari 11. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Zoo iet notabels is gepasseert in de zieckte ende nae de doot van den heer van Zommersdijck,2 daervan hoope ick mettertijdt onderrecht te werden. 't Goed dat den graef van Oost-Vrieslant geeft met zijn zoon, is groot nae zijne middelen. Soo zal oock apparentelijck het d[o]uarie zijn. 't Heeft apparentie dat door dit huwelijck den grave zal werden gestijft, inzonderheit zoo zijn zoon in de Nassausche religie werdt opgebracht.3 Ick heb de harangue gezien van monsieur de Coigneux.4 Ick meen hij zal trecken voor de reine-mère wat hij can, ende meteene sonderen off de humeuren gedisponeert zijn tot trefves, waertoe de coninginne-moeder haer zeer garen zoude laeten gebruicken.

    Nopende Engelant can ick niet wel verstaen de oorzaecken van de disgratie van Van5 ende zijne zoon,6 die zeer diverse coursen hebben gestelt. Dat in het parlement van Engellant divisie zoude comen, heb ick altijd gelooft. 't Stuck van Ierlant heeft veel bedenckens. In 't eerste zal den coning mischien haer heimelijck wat favorizeren om zich van deze occurrentie te dienen tegen zijne wederspannigen in Engelant ende Schotlant. Maer 't uitcomste, door de lust van vrijheit ofte hulpe van buiten, zoude connen verder gaen dan men meent.

    Een pas voor de Wimarsche ende Hessische trouppes meene ick dat zooveel zwaericheit niet en zal hebben, maer off men haer met volck zal assisteren, zal mischien deliberatie subject zijn.7

    Wat mijne Annotatiën op Cassander8 aengaet, ick mercke dat ze bij veele, die de zaecke zonder staets- ofte eigen interest aenzien, zeer nut gevonden werden om te dienen zoo niet

    23

    nu, immers hiernae. Ende ick ben mijzelve wel bewust in alles de waerheit gevolgt te hebben ende houde voor zeecker dat geene andere wegh en is om de eenicheit te herstellen ende dat die wegh redelijck is. Ick en weet niet hoe lang God mij 't leven zal gunnen, maer hebbe mij geobligeert gehouden mijn advys, niet in weinigh tijds, maer in mijn heel leven door lezen ende conferentie vergadert, aen de christenheit bekent te maecken zonder te letten op d'interesten van regieringen, die mij niet en roeren, off op personen, die mij noch goed noch quaed en connen doen, mischien oock niet en willen. Ende in alle gevalle: amicus Socrates, amicus Plato, sed magis amica veritas.9 Dat met langen tijdt is bedorven, can in corten tijd niet gerecht werden; ende geene vredemaeckers zijn zonder tegenspreeckers. Doch om dit niet te lang te maecken wil ick dit God beveelen, dien ick hierin heb gezocht te dienen.

    11 Ianuarii 1642.

     

    Die mijne concepten niet aen en staen, die en wil ick voortaen met mijne schrifte niet quetsen, gelijck ick oock van dit schryft niet garen en heb gedaen, wel wetende dat daer geen goed advys op zoude volgen.

    In dorso staat in een onbekende hand: Den 11 Jann. 1642.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 24l. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Beantw. d. no. 5566.
    2 - François van Aerssen, heer van Sommelsdijk, was op 27 december 1641 overleden.
    3 - Ulrich II, graaf van Oostfriesland, had voor zijn zoon Enno Ludwig een huwelijk gearrangeerd met Henriëtte Catharina, op dit tijdstip de jongste dochter van Frederik Hendrik (Th. Jorissen, in Historische Bladen, nieuwe bundel, Haarlem 1890, p. 95-129). Het huwelijkscontract werd op 27 december 1641 getekend. Voor de bepalingen, zie de tekst van het contract in Aitzema (fo) II, p. 803-805.
    4 - Grotius had de tekst van het pleidooi dat Jacques Le Coigneux, vertrouweling en diplomatiek agent van Maria de' Medici, eind december in Den Haag voor een delegatie van de Staten-Generaal had gehouden, op 8 januari ontvangen; vgl. no. 5530 en bijlage 43 (dl. XII).
    5 - In het hs. volgt op de naam ‘Van’ de variant ‘Ven’.
    6 - De Engelse staatssecretaris Sir Henry Vane had in november/december 1641 van de koning zijn ontslag gekregen. Als gevolg hiervan verloor ook zijn zoon Henry Vane jr. zijn aanstelling bij de marine.
    7 - Het Frans-Weimarse leger van graaf Guébriant had, in overleg met het Hessische leger, Staatse steun gevraagd bij het overtrekken van de Rijn bij Wesel.
    8 - BG no. 1165; het werk was in september 1641 verschenen.
    9 - Cf. Walther 962 en 34728.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]