eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5799. 1642 juli 21. Van Pieter Pels.1

    Mijnheere,

    Sijnde hier ten huyse van mijnheere den resident Spiring nu bijnae een jaer geweest, ten principaele omme vaeders affairen te solliciteren, soude mijn schuldige plicht wel eer vereischt gehadt hebben om u. Exc.tie mijn geringen dienst ende clein vermogen te presenteren ende voor soo veelvoudige leeringen ende weldaden, die ick bij u. Exc.tie eenige jaeren onwaerdigh ontfangen hebbe, te bedancken, tenwaere de vrese van u. Exc.tie met mijne geringe presentatiƫn moyelick te vallen, mij tot nogh toe hadden teruggegehouden. Ick hebbe mij eindelick verstout om alle 'tselvige mits desen te doen, vastelick wetende dat u.Ed.ts goedertirentheit mij hierinne sal tegemoetcomen ende mijn onvermogent, doch oprecht gemoet ten deele voor voldoeninge van danckbaerheit aennemen, te meer also de obligatiƫn soo groot sijn dat se van mij op 't veerste nae noyt sullen connen voldaen werden.

    329

    De absentie van mijnheere den resident,2 die mij meerder tijts laet om iets in 't particulier te connen verrichten, verhoope mij nu oock de gelegentheit te sullen geven van mij met u. Exc.tie commandementen vereert te sien; om dewelcke ick u. Exc.tie nu niet minder oitmoedelick en bidde, als nae desen ijverich sal soecken deselve nae te comen.

    Waermede u. Exc.tie met desselfs gansche familie bevelende in de protectie Gods, ende cussende behoorlick de handen aen mevrouwe ende mejuffrow, verblijve, mijnheere,

    u. Excellentie
    in oitmoedigheit gehoorsaeme diener,
    Peter Pels.

    Haage, den 21 Iulii 1642.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 31 Iulii.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 16. Eigenh. oorspr. Pieter Pels (1617-1698), zoon van Pauwels Pels, Staats correspondent te Danzig (vgl. no. 5546), kwam in augustus 1638 bij Grotius als secretaris in dienst. In de zomer van 1641 werd van hem verlangd dat hij in Den Haag schrijfwerk zou gaan verrichten voor resident Petter Spiring Silvercrona (vgl. no. 5550). Zijn diplomatieke loopbaan sloot hij af als raad en resident van de hertog van Holstein-Gottorp in de Republiek (Schutte, Repertorium II, p. 319-320).
    2 - Petter Spiring Silvercrona maakte deze zomer een reis naar Zweden.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]