eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5892. 1642 september 23. Van L. Bruyningh.1

    Gunstighe heere en beminde, onbekende vriendt, menheer de Groot, wien ick wensche al 't goet dat men ymant toewenschen can,

    Naer alle behoorelijcke groetenisse dient dese niet sonders als dat ick bij dese goede gelegentheyt uEd. dit tractaetjen sende, om bij gelegenheyt uEd. oordeel daervan te verwachte, also ick vertrouwe dat uEd. een uytstekende, besondere lieffhebber sijt van de waerheyt die

    441

    nae de godtsaligheyt is ende het bevorderen van dien, wiens faem over den aertbodem klinckt, 'twelck ick wensche tot 's hemelsch' lof mach dienen.2 Oversulckx heb ick niet cunen laten bij dese occasie uEd. gemeyn te maecken, gebruyckende de vrijmoedicheyt, omdat uEd.es Hollantsch hert mijn ten vollen bekent is door die goede getuygenise van mijn neeff de By saliger,3 dien dit lof van uEd. gaf, die op sijn doodtbedde mij bevolen heeft alle de vrienden en goede bekende daer 't te pas comt seer hartelijck te groeten, daer uEd. de minste niet van sijt. Hiermede in Godes bescherminge bevolen, die uEd. groote geest wil segennen en bijwoonen met sijn geest en genaden, uEd. meer en meer gelieffe t(e) vervullen met sijn H. Geest ende alle goddelijcke kennise om uEd. ende uEd. evenaesten dienstich te wesen tot salicheyt, amen.

    Ende sijt van mijn, uEd. onbekende vriendt ende dienaer ende medewercker in 't goede, van herten gegroet,

    uEd. van herten vriendt ten dienst,
    Leenaerdt Bruyningh, de geweesde neeff4 van Niclaas de By.

    In Alckmaer, den 23 September 1642. Met haest.

    Adres: Aen sijn Excellentie mijnheer de Groot tot Parijs. Met vriendt.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 22, 13. Eigenh. oorspr. Leenaerdt Bruyningh (ca. 1601 - na 1652) was de tweede zoon van Claes Bruyningh, een inwoner van Hoorn die zich in 1595 te Amsterdam vestigde. In 1622 verliet Leenaerdt zijn geboortestad Amsterdam om in Alkmaar in het huwelijk te treden met Neeltien Luycas. Op late leeftijd ging hij in Leiden medicijnen studeren. Op 17 maart 1648 liet hij zich in het Album studiosorum Academiae Lugduno-Batavae inschrijven als ‘Lenart Claes Bruyning Amsterdamensis’ (I, kol. 385); vgl. I.H. van Eeghen, in Amstelodamum, jaarboek 69 (1977), p. 55-63.
    2 - De bijlage ontbreekt; vgl. no. 5930.
    3 - De tijdens zijn leven in Alkmaar woonachtige mr. Nicolaes de Bye (ca. 1599 - november 1641) had in april 1641 een uitvoerige brief aan Grotius geschreven over diens De iure belli ac pacis en over de positie van een christen tegenover de overheid; vgl. no. 5145 (dl. XII) waar ad n. 1 een verslag voorkomt van het laatste gesprek dat de stervende met ‘neef’ Bruyningh had gevoerd.
    4 - De verwantschap tussen de twee zal gelopen hebben over de familie Van Foreest; vgl. I.H. van Eeghen, o.c., p. 57.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]