eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6158. 1643 april 4. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Men is het hier eensch aengaende 't wisselen van de gevangenen,2 ende men begeert nae halff Mey, welcken tijd bij den coning van Denemarcken tot de handeling was gestemt,3 noch drie maenden om daerentusschen zich wel te prepareren, waertoe men oock zegt dat den cardinael Mazarin ende don Melos op de frontieren tezamen zullen comen.

    De trouppes van den marescal de Guebrian hebben 't landt van Wirtenberg evel4 gemaect ende schijnen daerontrent te zullen blijven huishouden5 ende misschien den marescal de La Millerai in het lant van Trier.6 't Volck van hertogh Carel helpen Duitschlant opeeten.7 Men stroit evenwel geruchten van geldt ende zesduizent man te willen zenden nae den marescal de Guebrian, La Motte weder te willen belegeren8 ende Roses in Catelagne.9

    192

    Uit Spaignie hebben wij dat duc de Medine-Sidonie10 ende Ferrandino11 zijn in vrijheit ende dat het commandement over het leger benomen is aen Leganes ende gegeven aen don Philippo de Silva.12

    Den hertogh van Parme heeft van drieduizent man dien hij over zee had gezonden twaelffhondert verloren13 ende zijn hem eenige andere desseings gemist, waerdoor zijn Hoocheit te lichter zal gebracht werden tot eenigh accord.

    Den hertogh van Anguien werdt wat beter ende men meent zijne Hoocheit gaet om ordre te stellen op de steden van Picardië.14 Wij hebben hier een extraordinarisse ambassadeur van Florence om de eer te bewaeren over de uitvaert van de reine-mère.15 Ende men verwacht een ambassade ut Switserlant om Constance ende 't graefschap van Bourgogne, zoo 't oorlogh mochte duiren, te stellen buiten swaericheit.16

    Hoe 't sal gaen met Tortone is noch onzeecker. Men meent het casteel peryckel loopt. Wij verstaen dat te Milan c(rijghsvolck) werdt verwacht, 'twel(ck) met tien galeyen zal comen van Naples;17 dat den Turck sestich (galeyen) toemaect, het desseing zijnde onbekent;18 dat het generale bestant in Engelant hapert,19 maer dat men maeckt particuliere voor eenige provinciën.

    4 April 1643.

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port 8 s.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 4 April 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 31h. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Mogelijk tezamen met no. 6157. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 4/14 april 1643).
    2 - Vgl. nos. 6149 en 6150. Don Francisco de Melo, gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, stond niet afwijzend tegenover een Frans-Spaanse uitwisseling van krijgsgevangenen. Hoog op het verlanglijstje van de Fransen stond de vrijlating van luitenant-generaal Josias Rantzau, heer te Bothkamp.
    3 - Op 25 maart ontving Grotius van Georg Keller, secretaris van de Zweedse ambassadeur te Hamburg, een afschrift van het koninklijk Deense voorstel om de grote vredesconferenties te laten aanvangen op 15 mei a.s.; vgl. no. 6128.
    4 - Lees: ‘euvel’.
    5 - In een schrijven van 20 maart 1643 pleitte maarschalk Guébriant voor een Frans offensief in de richting van Trier en Mainz (Lettres Mazarin I, p. XXXVI-XXXIX). In Parijs kreeg zijn pleidooi niet de gehoopte steun.
    6 - De nieuwsbrieven van 28 maart maakten echter melding van het aanstaand vertrek van Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, naar het front in Champagne en Bourgondië (nos. 6150-6152).
    7 - Manschappen van hertog Karel IV van Lotharingen hadden in deze tijd hun kwartieren opgeslagen in ‘Hochinguen’ (Hechingen) (Gazette 1643, no. 41, dd. 4 april 1643).
    8 - De blokkade van het Lotharingse bolwerk La Motte (dep. Haute-Marne) zou thans weer hervat worden.
    9 - De Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, wachtte op de komst van de Franse vloot voor de Catalaanse kust (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 245).
    10 - Gaspar Alonso Pérez de Guzmán (†1664), hertog van Medina-Sidonia, had als gouverneur van Andalusië meegewerkt aan het voorbereiden van een opstand in zijn land. Het plan werd in 1641 verraden (J.H. Elliott, The count-duke of Olivares, p. 613-622).
    11 - García de Toledo (†1649), hertog van Fernandina, markies van Villafranca, commandant van de Spaanse galeien, was tekort geschoten bij de verdediging van de Roussillon (Diccionario de Historia de España III, p. 779-780).
    12 - Diego Felipe de Guzmán (†1655), markies van Leganés, was de eerst verantwoordelijke voor het neerslaan van de opstand in Catalonië. Na de grote Spaanse nederlaag bij Lérida op 7 oktober 1642 verloor hij tijdelijk het vertrouwen van koning Philips IV (EC XXVII, p. 401). Hij werd als commandant van het Spaanse leger opgevolgd door de uit Portugal afkomstige generaal don Felipe de Silva (Correspondance de la Cour d'Espagne; Les affaires des Pays-Bas III, p. 238, 413-414 en p. 431).
    13 - Vgl. no. 6141. Uit Genua kwam het bericht over het mislukte transport van 2000 soldaten uit het leger van Odoardo Farnese, hertog van Parma (Gazette 1643, no. 42, dd. 4 april 1643).
    14 - Louis II van Bourbon, hertog van Enghien, kreeg op 11 april order om binnen vier dagen naar het Picardische front te trekken (Lettres de Turenne, p. 381 no. 315).
    15 - Op 9 maart werd het stoffelijk overschot van koningin Maria de' Medici (†3 juli 1642) bijgezet in de abdij van Saint-Denis (Gazette 1643, no. 32, dd. 14 maart 1643, en Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 15).
    16 - Op de landdag van Baden was besloten dat het hoog tijd werd om de precaire situatie aan de Zwitserse grenzen voor te leggen aan koning Lodewijk XIII (Vogel-Fechter, Eidgen. Abschiede V, 2, 1, p. 1271-1275).
    17 - Napels leverde Spaanse hulptroepen voor de belegering van Tortona.
    18 - Men wist in het westen alleen dat sultan Ibrahim (†1648) dit voorjaar naar Edirne (Adrianopolis) zou gaan (Gazette 1643, nos. 41 en 42, dd. 4 april 1642).
    19 - De wapenstilstand had op 1/11 maart moeten ingaan (CSP Ven. 1642-1643, p. 255-256).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]