Mijnheer,
De gezontheit van den coning is zoo goed niet als wij wel wenschten, zoodat alle audiëntiën alsnoch werden opgehouden. Ende vallen zoo daerop als op het secrete testament van den coning aengaende de regence veele discoursen.2 In Picardië is ordre van alsnoch op te houden van hostiliteit tegen de Spaensche Nederlanden, 'twelck men zegt te geschieden om de contributiën aen beide zijden te conserveren. Daer is oock een geruchte van een stilstant van twintich dagen tuschen den marescal de Guebrian, wiens trouppen zeer clein zijn,3 ende de Beiersche, die men schat op vijfduizent te paerd, zevenduizent te voet. Men zegt oock dat Uberlingue bij de Beierschen is gebloqueert4 ende 't blockhuis van La Motte5 bij de Fransoisen verlaeten. Sainte-Marie, een colennel van hertogh Carel,6 is in 't oorlogh gevangen.
Tot Bourdeaux is oproer geweest, ende groote inondatie zoo tot Bajone als op andere plaetsen, niet zonder schade. In plaetse van père Sirmond, die oudt ende afgeslooft was, is biechtvader des conings gemaect père Dinet, mede van de ordre van de jesuïten, maer oock in wereltsche zaecken niet onervaeren.7
De vrede tusschen den paus ende den hertogh van Parma werdt genoech voor zeecker
170
gehouden8 ende heeft den prince Thomas9 tweeduizent van 't volck van den hertogh van Parme becomen, ende hoopen de Fransoisen vierduizent te becomen van dieghenen die den paus gedient hebben.Men prepareert hier een convoi voor Atrecht.10 Monsieur du Hallier is gouverneur van Champagne.11 Men meent hier dat het accord in Engelant12 gemaect zal werden tot voordeel van den coning, alzoo de gemeente het inlandsche oorlogh, nieuwe impositie en de stilstant van commerciën zeer moede is.
Den courier die vanwegen Beyeren hier gezonden was aen den nuntius van den paus,13 is weder teruggegezonden.
21 Martii 1643.
Adres (met andere hand): Mijnheer/mij[n]heer van Reygersbergh, raedt in den Hooghen Raede in Hollant, in Den Haghe. Port.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot uyt Paris, den 21 Martii 1643.