eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6174. 1643 april 17. Van P. Pels.1

    Mijnheer,

    Ick en hebbe in veele weecken van u. Exc.cie geene brieven ontfangen,2 ooc geene

    211

    matterie gehadt yets te schrijven. Als nu den rijxdagh in Polen ten eynde,3 soo is denselven ten aensien van den coning tot betaeling sijnder schulden well gesuccedert en tot dien eynde 2 poboren en 2 podimni geïnposeert, dat ontrent 30 à 40 tonnen gauts is bedragende.4 Ofte sulckx tot vertroostinge der creditteuren sall volgen, leert den tijt. 't En wort bij veele soo hoogh niet geëstimeert. Den ambassadeur van den kayser5 was met seer sobere reputacie en met minder comitaet onverrichtter saacken naer Weenen vertrocken.

    De differencie met de stadt Dansick6 daervan heft de proposicie well gedient, maer sonder resolucie; alleen dat men dor allerhande wegen in der goede sall trachten de saacke over het stuck van den toll te accomodeeren, en niet konnende vergelijcken, op den aenstaenden rijxdagh daerover resolveren. Dit is in substancie wat op den rijxdagh gepasseert.

    Sijne Mayesteit is van het podagra extraordinari kranck,7 well schijnende dat ten aensien dat hij des podagrams erffvijandt doctor Cneffell8 bij hem heft, evenwell niet en kan geholpen worden.

    Ick en kan niet onderlaeten u. Exc.cie te adviseren, hoe dat ick vor ontrent 14 daegen brieven van domino Negrino9 uyt Warschauw hebbe, daermede hij mij adviseert den toestandt van sijne besognes seer well te staen, met veel circonstanciën daerbeneffens, ooc dat ick dogh u. Exc.cie saude willen groeten met advertencie, soo haest als de saacke eenigsins saude sijne forme hebben, selve aen u. Exc.cie te schrijven.10 En dit is geschiet met brieven van 23 Marcio, daer hij den 25en daeraenvolgende in de capelle van den ertsbuschop van Gniesen11 in presencie van den buschop van Cracauw en in geselschap van eenen luttersen doctor Brottkors, gewesen professor tot Connigsberg, sij bayden tot het pausdom getreden, den paus vor het hooft der karcken erkent, het Consillium van Trident besworen en tot confirmacie gecommunicert, tot groote verwonderinge van veele menschen, jae den coning selve en saude die extremiteyt niet gerne gesien hebben.

    Dit niet konnen onderlaeten u. Exc.cie te adviseren, en blijve, mijnheer,

    uEd. diener,
    Paulus Pels.

    17 Aprill 1643, Dansick.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 13 Maii.

    En in dorso: 17 April 1643 Pels.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 16 (1643, 2). Eigenh. oorspr.
    2 - De brieven van Grotius aan Pauwels Pels ontbreken.
    3 - De Poolse rijksdag werd in de nacht van 29 op 30 maart voor gesloten verklaard; vgl. no. 6173.
    4 - Koning Wladislas IV kreeg vier belastingheffingen (2 ‘poboren’ en 2 ‘podimni’), en 28 ton gouds toegewezen (Urk. u. Act. I, p. 115 en p. 121).
    5 - De keizerlijke gezant baron Georg Ludwig von Starhemberg, heer van Świdnica en Jawor, had sterk aangedrongen op militaire steun aan de keizer. Zonder enige toezegging keerde hij op de 28ste maart de Poolse rijksdag de rug toe (Urk. u. Act. I, p. 115-119).
    6 - Een doorn in het oog was het drukke handelsverkeer in de haven van Danzig (Urk. u. Act. I, p. 121 en p. 129-130).
    7 - In de laatste week van de rijksdag werd de koning ziek (A.S. Radziwiƚƚ, Memoriale III, p. 133-136).
    8 - In januari 1642 had de Poolse vorst de arts Andreas Cnöffel (Kneffel) (†1658) aan zijn ziekbed ontboden. Bekendheid verwierf de Silesische arts met zijn in 1643 door de Amsterdamse uitgever Blaeu uitgebrachte Epistola de podagra curata (PSB IV, p. 91-92).
    9 - Bartholomeus Nigrinus (Schwarz) (ca. 1596-1646), predikant te Danzig, was eerst van luthers gereformeerd geworden en bekeerde zich nu tot het katholicisme (H. Neumeyer, Kirchengeschichte von Danzig und Westpreussen in evangelischer Sicht I, Leer 1971, p. 122).
    10 - De brief is niet overgeleverd.
    11 - De plechtige inwijding van Nigrinus en de lutheraan ‘Brottkorst’ in de kapel van aartsbisschop Maciej Lubieński (†1652) van Gniezno werd bijgewoond door de voormalige Poolse kanselier Piotr Gembicki, sinds maart 1642 bisschop van Krakau (Tüchle, Acta SC de propaganda fide Germaniam spectantia, Paderborn 1962, p. 480, 494, 514, 530, 538-540 en p. 583; F. Jacobi, ‘Das liebreiche Religionsgespräch zu Thorn 1645’ in Zeitschrift für Kirchengeschichte 15 (1895), p. 345-363).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]