eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6198. 1643 mei 2. Aan [P. Spiring Silvercrona].1

    De coniginne, die dagelijckx is bij de coning ende geen gebreck en heeft van cloucke luyden die haere Majestijt raed geven, als sijn de mareschal de Scomberg,2 den bisschop van Beauvais ende den president Bailleul,3 arbeid om de maght wat ruimer te hebben, gelijck voorwaer noyt regente voordesen sooveel is gelimiteert. Den coning spreeckt niet wel van den overleden cardinael, waerdoor de gemeente opgehitst heeft gemeent des cardinaels lichaem te mishandelen, uytgevende dat de coningh bij hem was vergiftight. Maer de plaetse is rondom met muiren ende wachten beset ende men seght dat het lichaem selve vandaer hijmelijck is weghgebracht nae de Bastille.4 Madame d'Esguillon doet oock uyt vreese van de gemeente haer huys5 sterck bewaren ende heeft bij naght haer beste meubelen wegh doen brengen in verscheyden cloosters. Monsieur de Pont-Curlay, een van de erfgename van den cardinael, dese dage te hoof sijnde, werd van veele met onbeleefthijt begegent, waerover de marescal de Bassompiere hem raed gaf te vertrecken alsoo den tijt hem niet gunstigh en was.6 Des conings gesonthijt geeft nuw wat hoops met wijnigh apparentie van heel te beteren gelijck wel waer te wenschen. Den coning moeit sigh niet meer met de saecken van dese werelt ende de coninginne nogh niet, alsoo haer de regentie niet is gegeven dan nae des conings doot. Hieruyt comt [dat] op veele saecken niet en

    241

    wert geresolveert gelijck over het gouvernement van Bretagne, sijnde in questie tusschen den hertogh van Vendosme ende den marescal de La Milleray.7

    Nae de pais seght men dat gaen den hertogh van Longueville, messieurs d'Avaux et de Saint-Chaumont,8 den grave van Chavigny daervan sijnde ontlast door het versenden van de Noyers, die hem die commissie hadde geprocureert.9 Monsieur Beringa is bij den coning wel onthaelt geweest gelijck andere voordese ongeluckige.10 De compagniën des guardes te Saint-Germain sijn versterckt; oock die van de regimenten in 't leger bij Amiens gegaen waeren, sijn terugge ontboden; ruiters ende voetvolck geleght in de naeste dorpen. Een gerught heeft door de stat geloopen dat eenige dessein hadden van de daulphin11 wegh te voeren, 'twelck ick meen te sijn buyten fondament, gelijck oock het gerught tegen de jesuïten, tot welcker voordeel publicatie is gedaen van haer niet te misseggen noghte te misdoen.12

    De ruyters die in de Nederlandsche grentsen een intoght hadden gedaen,13 sijn t'huys ontboden ende werden recreutes gesonden aen de marescal de Guebrian, die sonder deselve geen intoght kan doen in Duytslant. Twee maend solds ende een half is daer betaelt ende sijn daer gecomen duysenttweehondert man te voet. Anderen sullen volgen, men seght tot vierduysent toe, apparentelijck tot bewaring van de steden in Elsace, ende vooral Brisac, alwaer Erlach noch sieck is, ende Ossenville ofte siecke is, ofte de sieckte maeckt om niet te hove, daer hij ontboden is, te commen in een tijt die voor hem is ongelegen.14 Wij en weeten nogh niet wat de Wijmaerschen doen sullen nopende den eed haer bij Vranckrijck voorgehouden sonder vermaen van Duytsland.15 't Schijnt dat sij daerop nogh niet eens en sijn.

    Motte-Odincourt heeft, soo men ons seght, een trouppe der Spaensche geslagen end daerdoor de Vallée d'Aarang, die afgevallen was, weder gebraght tot de gehoorsaemhijt

    242

    van Vranckrijck.16 Die van 't casteel van Tortona hebben eenen uytval gedaen ende daerdoor eenige vivres becomen, waerdoor gestijft sijnde sij te langer 't beleg sullen connen uytstaen ende verwaghten wat prins Thomas sal kunnen doen.17 Monsieur du Hallier sal sijn marescal de France.18

    Den keyser tracht de churfurstelijcke vergadering te scheyden, hope gevende van een generael, ende wil niet dat de gedeputeerde van de Duytsche princen op de conferentie van de vrede sullen compareren met reght van stemmen.19 Den vorst van Beyeren handelt met den keyser over eenige landen aen de Ens,20 ende met Vranckrijck over de neutralitijt door intercessie van de paus' nuntiën.21 Geeft oock uyt dat hij voor sijn creitz ende dat van Swaben ende Franckenland de neutralitijt van Vranckrijck kan becomen als hij wil.

    Die van Genua22 hebben in dese occurrentie den paus goede diensten gedaen; arbijden door vrunden ende gelt de eer te becomen om gehandelt te werden gelijck Venetië. Den Grooten Hertogh heeft vooralsnogh aen 't volck van den hertogh van Parme over sijne landen geen passage willen vergunnen, willende verwachten wat met de Republycke van Venetië sal werden besloten, alwaer hij ende die van Modena tot dien eynden haer gesanten hebben. Ondertusschen heeft den hertogh van Parme veele schepen op de Po, men weet niet tot wat einde. De paus continueert lichtinge te doen te paerd en te voet, ende Rome te fortificeren. Heeft oock na Perusia gesonden tweeduysent te voet, achthondert te paerd, doch het cannon dat hij van Viterbe weder heeft doen comen ende brengen in 't casteel Synt Angla,23 geeft aen die van Italië hoope van accommodement door vrede ofte bestant.

    Eenige meenen dat tot de ambassade om de vrede te maecken Esmery24 sal gaen in plaetse van Saint-Chaumont. In de saecke van 't gouvernement van Bretagne schijnt dat de saecke sal werden geaccommodeert25 in die vougen [dat] den hertogh van Anjou26 de titel sal hebben van gouverneur van Bretagne ende Milleray van lieutenant ende de hertogh van Vendosme een ander gouvernement.

    Bovenaan de copie staat: Paris, den 2 May 1643.

    Notes



    1 - Het origineel dat vermoedelijk weer een copie is van een niet teruggevonden nieuwsbrief aan Nicolaes van Reigersberch dd. 2 mei 1643, is verloren. Copie (zonder adres en ondertekening), afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 2/12 mei 1643). Het eerste fragment van deze nieuwsbrief wordt geciteerd in Brandt-Cattenb., Leven II, p. 339-340.
    2 - Maarschalk Charles de Schomberg, hertog van Halluin. De rol van de favoriete raadsman van de koningin viel echter toe aan François de Vendôme, hertog van Beaufort; vgl. Cardinal de Retz, Oeuvres, p. 169-171 en p. 1282-1283, en Mémoires de Brienne I, p. 74-83.
    3 - Auguste Potier (†1650), sinds 1617 bisschop van Beauvais, geestelijk vertrouwensman van koningin Anna van Oostenrijk (Mémoires de La Rochefoucauld I, p. 371-373), en zijn naaste collega, hofkanselier Nicolas de Bailleul (ca. 1586-1652), president van het Parlement van Parijs (DBF IV, kol. 1299-1301).
    4 - Olivier Lefèvre d'Ormesson vertelt in zijn Journal (I, p. 34): ‘On donnoit ordre à Paris pour empescher la sédition, parce que le menu peuple murmuroit sur la maladie du roy contre M. le cardinal de Richelieu, sur ce que l'on disoit qu'il avoit empoisonné le roy, et parloit-on de tirer son corps de Sorbonne et le traisner par les rues, et l'on disoit que l'on avoit osté toute la magnificence, mesme retiré son corps’.
    5 - Het ‘Petit-Luxembourg’, de Parijse woning van Richelieu's lievelingsnicht Marie-Madeleine de Vignerot, hertogin van Aiguillon.
    6 - François de Vignerot, markies van Pont-de-Courlay, broer van bovengenoemde hertogin; vgl. Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 37-38 en p. 44. Zijn goede raadgever was de onlangs uit Richelieu's favoriete kerker verloste maarschalk François, baron van Bassompierre.
    7 - François de Vendôme, hertog van Beaufort, eiste voor zijn vader César de Bourbon, hertog van Vendôme, de rechten op het gouverneurschap van Bretagne op. Kort na het overlijden van Richelieu had de koning deze waardigheid toegekend aan Charles de La Porte, markies van La Meilleraye; vgl. nos. 6041 en 6178.
    8 - Een definitieve beslissing was nog niet gevallen. Op de voordracht stonden nu Henri d'Orléans, hertog van Longueville, Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Melchior Mitte de Chevrière-Miolans (ca. 1586-1649), markies van Saint-Chamond (Chaumond). De laatste, een diplomaat met ervaring in Italië en Zweden, werd bij nader inzien niet opgenomen in de Franse delegatie ter vredesconferentie (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 45).
    9 - In april hadden spanningen tussen de staatssecretarissen Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, en François Sublet, seigneur de Noyers, geleid tot enkele onverwachte benoemingen; vgl. nos. 6151 en 6159.
    10 - De teruggekeerde balling Henri de Béringhen. Begin maart werd hij weer in de Franse hoofdstad gesignaleerd (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau I, p. 415).
    11 - De onlangs ten doop gehouden prins Lodewijk, de oudste zoon van Lodewijk XIII. Over het plan om de kroonprins te ontvoeren, zie Mémoires de Montglat I, p. 407, en Mémoires de Brienne I, p. 79-82.
    12 - De jezuïeten werden beschuldigd van grootscheepse export van graan; zie de Lettre ... en faveur des pères jésuites, envoyée à NN. SS. de la Cour de Parlement, avec l'arrest de ladite Cour donné en conséquence, Parijs, 24 april 1643 (ex. aanwezig Parijs, Bibl. Nat. no. F. 47004 (9)).
    13 - De Gazette 1643, no. 49, kwam op 24 april met een ‘extraordinaire’ waarin verslag werd gedaan van twee totaal verschillende gebeurtenissen: ‘Les cérémonies du baptesme de monseigneur le Daufin, et la défaite de quelques Espagnols par la garnison de Hesdin’. Op laatstgenoemd voorval zal Grotius doelen.
    14 - In de loop van deze maand kreeg het in het Zwarte Woud verschanste Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant de toegezegde versterkingen. Ondertussen werden door Johann Ludwig von Erlach en Paul Le Prévost, baron van Oysonville, in de Franse garnizoensstad Breisach feesten georganiseerd ter ere van het bezoek dat de echtgenote van de maarschalk aan het legerkamp bracht (Episodes Guébriant, p. 327-329).
    15 - De eed die de Weimarse officieren destijds hadden afgelegd; zie Bernard de Saxe-Weimar, p. 494.
    16 - De Franse onderkoning in Catalonië, Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, liet door gouverneur José Marguerit de orde in de Valle de Arán herstellen (Gazette 1643, no. 54, dd. 2 mei 1643).
    17 - Het Frans-Savoyaardse garnizoen van Tortona wachtte nog steeds op een beslissende actie van prins Tommaso Francesco van Savoye.
    18 - De promotie van François de l'Hospital, graaf van Rosnay, sieur du Hallier, werd bekendgemaakt in de Gazette 1643, no. 54, dd. 2 mei 1643.
    19 - In Frankfort dreigde de ‘Deputationstag’ uit te lopen op een eindeloze discussie over het recht van de ‘Fürstenrat’ om op gelijke wijze als het college van keurvorsten vertegenwoordigd te zijn op de aanstaande vredesconferenties (Dickmann, Der Westfälische Frieden, p. 113-117).
    20 - Het in de dertiende eeuw al omstreden gebied ‘das Land ob der Enns’; vgl. M. Spindler en D. Albrecht in Handbuch der Bayerischen Geschichte II, p. 40 en p. 405-409.
    21 - Het contact liep over Girolamo Grimaldi, nuntius te Parijs. Zie ook Dickmann, o.c., p. 234-235.
    22 - De republiek Genua hield zich afzijdig van het conflict tussen paus Urbanus VIII en Odoardo Farnese, hertog van Parma, over de rechten op het hertogdom van Castro. Uit louter opportunistische overwegingen liet zij de zorg voor het behoud van de ‘Italiaanse vrede’ over aan haar rivalen Venetië, groothertog Ferdinando II van Toscane en Francesco I d'Este, hertog van Modena.
    23 - De Engelenburcht (Castel Sant' Angelo) te Rome aan de Tiber.
    24 - Michel Particelli (1596-1650), heer van Emery, afkomstig uit een Italiaanse bankiersfamilie, zou weldra de functie van ‘contrôleur général des finances’ aanvaarden (Cardinal de Retz, Oeuvres, p. 1308).
    25 - Supra, n. 7, en Mémoires de Montglat I, p. 412-413.
    26 - Prins Philippe (1640-1701), hertog van Anjou, naderhand hertog van Orléans, de tweede zoon van koning Lodewijk XIII.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]