eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6041. 1643 januari 17. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    De zaecken continueren hier te gaen als voordezen, uitgenomen dat den coninck veele dingen dagelijcx verzacht, ten deele door raed, ten deele door eigen mouvement. 's Con(incx) broeder heeft den coninck gezien2 ende vergiffenis gebeden op eene knie leggende ende eenige woorden als in d'oor gesproocken, waerop den coning gezegt heeft

    30

    dat de woorden niet genoech en waeren, de wercken moste blijcken; ende zoo nae vijf fauten een andere volgde, dat die niet vergeven zoude werden.

    De hertoginnen van Guise3 ende Espernon4 hebben permissie hier te comen. Saint-Simon5 ende Beringam6 zijn hier. Aen madame de Vendosme heeft den coninck eene zeer beleefde brief geschreven.7 Den hertogh van Longueville is hier.8 Den marescal Chomberg werdt verwacht om eenigh gouvernement van den coninck te ontfangen.9 Den marescal de La Motte-Odincourt heeft nae lange deliberatie ordre vanhier ontfangen om te besweeren de privilegiën van Catelagne, die veel ende important zijn.10 Zoo die wel onderhouden werden, ‘vivent in conditione proxima libertati’, gelijck Mariana van die ende andere natiën in Spaegnie is spreeckende.11

    Men zegt mij dat twee millioenen zijn geremitteert nae Italië, dertienhondertduizent gulden nae Catelagne om die legers te verstercken, het leger van Italië tot 28000 man, het leger in Catelagne tot 24000. Andere geloven 't niet zoo breed ende zeggen dat de legers dit jaer wel twintichduizent man minder zullen zijn als voordesen, omdat sooveel soldaten verloopen door gebreck van betaeling. Aen de Switzers12 ende Wijmaerschen is wat contentements gegeven. Den graef van Guebrian is in zeer goede quartieren ontrent Francfort.13 Roque-Servières14 doet eenige lichtinge voor hem in den Elsaz ende in den

    31

    aenleggende Rijncant. Den paus licht eenige Duitschen ende werdt tot Siena gehandelt van zijne vrede met den hertogh van Parme.15

    Den broeder van den cardinael Mazarini, gecoren zijnde tot generael van de cordeliers,16 is bij den paus belet te comen in possessie van dat ampt. Don Melos wil niet aennemen den voorslagh van Metz, Toul ende Verdun in neutraliteit te stellen tegen 't lant van Lutsenburg.17

    De marescal de La Millerai hout de staten in Bretagne.18 Mevrouw de gravinne van Soissons is het eerste nae haer zoons doot te hove geweest ende zegt te connen aenwijsen waer het gelt getelt is dat gegeven is om haer zoon om te brengen.19 Men spreeckt hier van een ambassade naer Engelant. Mevrouw d'Esguillon vindt weinigh vrunden ende veele processen over het testament, over de landen te Ruelle ende te Richelieu, over de coop van Esguillon, over de tutele van de kinderen van Pont-Curlai.20 Men had gezegt dat de hertoginne van Anguien zwanger was, maer nu hout dat gerucht op.21

    Wij verstaen dat hertogh Carel zijn volck van Worms zendt tot defensie van Aschafvenburg ende omliggende plaetzen.22 Dat den hertogh van Beyeren sterckt de stadt Hof ende boven de negen regimenten die in de Opperpals waeren noch andere derrewaert doet marcheren.23

    17 Ianuarii 1643.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 17 Ianuarii 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 30d. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6040. Antw. op no. 6027. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 17/27 januari 1643).
    2 - Gaston van Orléans keerde op 13 januari in de genade van zijn broer terug (G. Dethan, Gaston d'Orléans, p. 286-288).
    3 - Henriette-Catherine de Joyeuse (1585-1656), weduwe van Charles de Lorraine, hertog van Guise, en moeder van de nog steeds in ballingschap verkerende hertog Henri II de Lorraine (Tallemant des Réaux I, p. 833).
    4 - In zijn brief van 3 januari (no. 6024) berichtte Grotius dat Marie du Camboust, hertogin van Epernon, en haar stiefdochter Anne-Louise-Christine de Nogaret de La Valette d'Epernon bij aankomst in Dieppe moesten wachten op koninklijke toestemming om door te reizen.
    5 - Claude de Rouvroy (1607-1693), hertog van Saint-Simon, tot zijn ongenade in 1636 een van 's konings favoriete jachtvrienden. Sindsdien leidde hij een teruggetrokken leven te Blaye aan de Gironde (Tallemant des Réaux I, p. 340 en p. 1017-1018).
    6 - De gewezen balling Henri de Béringhen kwam spoedig in het bezit van de waardigheid van ‘premier ecuyer’. Zie over zijn familie, Tallemant des Réaux I, p. 1019-1020.
    7 - Françoise de Lorraine (1592-1669), hertogin van Mercoeur, echtgenote van César de Bourbon, hertog van Vendôme. Zij was in december 1642 zo vermetel geweest om onuitgenodigd toelating tot het hof te verzoeken; vgl. no. 6007 (dl. XIII) en Mémoires de La Châtre, p. 185.
    8 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville, bracht in Parijs verslag uit van de krijgsverrichtingen van het Franse leger in Italië. In mei 1643 werd bekendgemaakt dat de hertog niet meer naar zijn standplaats zou terugkeren (Lettres Mazarin I, p. 176; Claretta, Storia della Reggenza II, p. 22-23).
    9 - Charles de Schomberg, hertog van Halluin, maarschalk van Frankrijk, wachtte op nieuwe instructies. In 1644 moest hij het gouvernement van de Languedoc inruilen voor dat van de noordelijke plaatsen Toul, Metz en Verdun (Cardinal de Retz, Oeuvres, p. 1282, en Lettres Mazarin I, p. 788).
    10 - De Franse onderkoning in Catalonië, Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, was op 4 december 1642 te Barcelona ingehuldigd (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 239-240 en p. 273).
    11 - Vgl. Juan de Mariana, Historiae de rebus Hispaniae libri XX, Toledo 1592, liber I, caput IV (in de editie Biblioteca de autores Españoles XXX, Obras del padre Juan de Mariana I, p. 4-6).
    12 - De Zwitsers begeerden een toezegging dat hun land van krijgshandelingen gevrijwaard zou blijven (Rott, Hist. représ. dipl. V, p. 477).
    13 - Het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant wachtte aan de noordoever van de Main op geld en manschappen voor een nieuwe campagne (Episodes Guébriant, p. 307-309).
    14 - Jacques de Borelli, heer van Roque-Servière (†1644), onderhield de verbindingen tussen het leger van maarschalk Guébriant en Parijs. Van zijn laatste bezoek aan het vaderland keerde hij terug met een versterking van 1500 man uit het garnizoen van Breisach (Episodes Guébriant, p. 307-313; Mémoires du maréchal de Gramont I, p. 353).
    15 - Odoardo Farnese, hertog van Parma, weigerde toe te geven aan de eisen van paus Urbanus VIII. Het zou nog meer dan een jaar duren voordat het conflict over de rechten op het hertogdom van Castro werd bijgelegd (Pastor, Gesch. Päpste XIII 2, p. 873).
    16 - Michel Mazarin (†1644) die door een deel van het Kapittel verkoren was tot de waardigheid van generaal der orde der dominicanen (bij Grotius abusievelijk: franciscanen (cordeliers)), stootte in Rome op onoverkomelijke tegenwerking van de pro-Spaanse partij (Lettres Mazarin I, p. 17-22 en p. 83-89).
    17 - Wellicht werd dit voorstel aan don Francisco de Melo, gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, voorgelegd in het kader van voorbereidende vredesbesprekingen (Correspondance de la Cour d'Espagne; Les affaires des Pays-Bas III, p. 465 no. 1420).
    18 - Charles de La Porte (1602-1664), markies, later hertog van La Meilleraye, maarschalk van Frankrijk en ‘grand maître de l'artillerie’. Hoewel hij een neef was van Richelieu, vielen hem bij diens dood niet de schatten en waardigheden toe die hij gehoopt had te zullen verwerven. Troost kon hij putten uit het feit dat de koning hem begiftigde met het gouverneurschap over Bretagne (Cardinal de Retz, Oeuvres, p. 1252, en Mémoires de Montglat I, p. 400). In februari was hij aanwezig op de bijeenkomst van de Staten te Vannes (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 7 en p. 11).
    19 - Anne de Montafié (†1644), sinds 1612 weduwe van Charles de Bourbon, graaf van Soissons. Haar zoon Louis de Bourbon (1604-1641), fel bestrijder van alles wat Richelieu voorstond, zag op 6 juli 1641 de overwinning op het slagveld van La Marfée gloren, maar op het beslissende moment ging hij in eigen legerkamp ten onder. Was het een spion van Richelieu die hem een doodsteek toediende of kwetste de graaf van Soissons zichzelf (Cardinal de Retz, Oeuvres, p. 157; Mémoires de Montglat I, p. 319)?
    20 - Marie-Madeleine de Vignerot, hertogin van Aiguillon, en de ‘zonen’ van François de Vignerot, markies van Pont-de-Courlay, waren de meest begunstigde erfgenamen van Richelieu. Tegen deze bevoorrechting verzette zich vooral de familie de Maillé-Brezé. Zie voor de processen, Tallemant des Réaux I, p. 308 en p. 985-986.
    21 - Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, was in 1641 met groot vertoon gehuwd met Claire-Clémence de Maillé-Brezé; vgl. nos. 5040, 5043, 5053 en 5054 (dl. XII). Uit het huwelijk werd op 29 juli 1643 een zoon, Henri-Jules de Bourbon, geboren (DBF IX, kol. 442-443).
    22 - Hertog Karet IV van Lotharingen wilde met hertog Maximiliaan I van Beieren een front vormen tegen het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant (Episodes Guébriant, p. 311). Zijn bewegingen waren te volgen in de Gazette 1643, no. 8, dd. 17 januari 1643.
    23 - In dezelfde Gazette 1643 verscheen een bericht uit Würzburg van 26 december 1642 waarin gezegd werd ‘que le roy de Hongrie, l'archiduc Léopold et le duc de Bavières se doivent bien tost assambler à Lintz, pour trouver quelque remède aux urgentes affaires que leur font naistre les progrez de leurs ennemis’.