eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6675. 1644 januari 28. Van G. Keller.1

    Hochedler, gestrenger herr ambassadeur, hochgeneigter herr vnndt patron,

    Hiesigen orthess stehet noch alless in vorigen vngeänderten terminis, vnndt warten wir mit verlangen vff die ankunfft mehrer, vnndt sonderlich der herren Frantzösischen gesandten.2

    Vor etzlichen tagen ist herr Königsmarck, nach dem er der contribution halber mit dem stifft Hildessheimb clar worden, zue Minden3 angelanget, vnndt den 15. diesess von dannen abgereiset nach den stifftern Werden vnndt Bremen, vmb mit selbigen auch wegen einess subsidii zuhandlen. Im vbrigen aber sollen sie bey der einmahll erhaltenen neutralität gelassen werden. Der graff von Oldenburg hat durch seinen gesandten4 die confirmation der neutralität vnndt salva guardie von dem herrn feldtm[arschall] Torstenson erhalten, gleichwoll meint man, er auch eine summe geltss hergeben werde. Ess seind auch dess furstl. hausses Braunschweig Lüneburg gesandten bey I[hre]r Excell. gewesen, welche gegen dass newe jahr wieder abgefertiget worden.5 Scheinet, dass I[hre] Excell. mit ged[achtem] furstl. hauss auch wegen etwass gellt, vmb andere beschwerden abzuziehen, werden tractiren lassen.6 Vor 14 tagen haben I[hre] Exc. auch den Siebenburgisch[en] gesandten7 wieder abgefertiget. Den 3. diesess seind sie vom Kiell vffgebro-

    75

    chen nach Haderssleben, woselbst dass haubtquartier sein soll.8

    Etzliche regimenter wahren avanciret nach der Colldinger brücken,9 selbige zuattaquiren, denen dass gantze corpus folgen solte. Ob in Schweden auch jemandtss in armis gegen Dennemarck begrieffen, davon hören wir nichtess zuverlessigess.10 Der könig soll gesandten nach Stockhollm geschicket haben. Wan dem alsso, wirdt balt zuerfahren sein, wo dz werck vff beruhe, vnndt wo ess hinauss wolle.11 Zue Odensee in Fünen, sollen I[hre] M[ajestä]t12 mit etwa 10000 man angelanget sein, vnndt noch meher völcker von allen orthen an sich ziehen. Zu Hamburg lesset er starck werben, vnndt werden die völcker zue wasser hinunter nach Gluckstadt gebracht,13 woselbst schon ein paar tausent man beisammen sein sollen. Der Dänische reichss cantzler ist zu Hamburg, hat einen trompetter an den herrn feldtmarschall Torstenson geschickt,14 wie man vermeint, vmb einen pass, bey dessen zuruckkunfft er alsoforth soll vffbrechen, vnndt weiter - wie man meint zu seinem könig, wan er kan - gehen werde. Vnter dessen gibt er den Hamburgern guthe worth vnndt statliche promessen, vmb sie auff dess königss seiten zuziehen. Man zweiffelt aber, ob sie glauben vnndt sich persuadiren lassen werden,15 doch thuen sie vnter dessen dem könig allen vorschub, den sie nur können.

    Der obrister Herman Both16 hat sich gleichwoll endtlich noch von den vnserigen beym kopf nehmen, vnndt nach dem herrn feldtm[arschall] Torstenson bringen lassen, wo er sonder zweiffell dassjenige, wornach er solang gerungen, empfangen wirdt.

    Ich verbleibe hiemit, nechst trewlichster empfhelung zu göttlichem schutz,

    E[w]. Excell. gehorsamber diener,
    G. Keller m.pa.

    Ossnab[rugk], den 18. Ianuarii anno 1644.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 29 Febr.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 12, 88. Eigenh. ondertek. Georg Keller was secretaris van de Zweedse gevolmachtigde Johan Adler Salvius te Osnabrück.
    2 - De Zweedse gevolmachtigden Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius lieten zich door de Franse residenten Claude de Salles, baron van Rorté, en Melchior de Harod de Senevas, markies van Saint-Romain, op de hoogte houden van het verloop van de Haagse conferentie over een nieuwe Frans-Staatse ‘alliantie offensive ende defensive’. Pas in maart ontvingen zij de tijding dat de Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien in aantocht waren (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 159-160).
    3 - Minden, de tijdelijke standplaats van de gevolmachtigde Johan Oxenstierna. De Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, voegde zich op 15/25 januari weer bij zijn leger in het bisdom Verden. Op 29 januari stond hij aan de grens van het aartsbisdom Bremen (Lorenz, Das Erzstift Bremen, p. 44-46).
    4 - Graaf Anton Günther van Oldenburg verlangde een vrijgeleide om met de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson in onderhandeling te treden. Zijn kanselier Johann Bessel bepleitte deze zaak in Minden (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 127 en p. 139-145).
    5 - Na een bezoek aan het Zweedse hoofdkwartier maakten de gezanten van de hertogen van Braunschweig-Lüneburg op 20/30 januari hun opwachting bij de Zweedse gevolmachtigde Johan Oxenstierna (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 149).
    6 - Zie de correspondentie van Lennart Torstensson met de Zweedse gevolmachtigden, Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 141-145.
    7 - Vgl. no. 6656 n. 7. De Zevenburgse vorst György I Rákóczi had op 16 november 1643 een verbond met Zweden gesloten. In februari zou hij met 6000 soldaten de Hongaarse grens overschrijden.
    8 - Het Zweedse hoofdkwartier was nu in Haderslev gevestigd (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 419-421).
    9 - Bij Kolding hadden de Zweden een aanval van Deense ruiters afgeslagen. Weldra verspreidden zij zich over geheel Jutland.
    10 - Veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn zou het leger leiden dat de Deense gewesten Halland, Skåne (Schonen) en Blekinge moest binnenvallen.
    11 - De Deense resident te Stockholm, Peder Vibe (ca. 1596-1658), diende op 4/14 januari 1644 een officieel protest bij de Zweedse rijksraden in (DBL XV, p. 475-476; Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 428-432 en p. 437, dd. 4/14 en 10/20 januari 1644, en Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 377-378).
    12 - Koning Christiaan IV van Denemarken verscheen op 10/20 januari in Odense (Kancelliets Brevbøger 1644-1645, p. 6-7).
    13 - Bij de nadering van de Zweden had de Deense gouverneur Christian von Pentz het land rondom Krempe en Glückstadt onder het water van de Elbe gezet.
    14 - De Deense kanselier Just Høg was op 9 januari uit Osnabrück vertrokken. In de ‘neutrale’ stad Hamburg wachtte hij op toestemming van het Zweedse opperbevel om zijn reis voort te zetten (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 167-168 en p. 173).
    15 - De Hamburgers waren in het voorjaar van 1643 in conflict gekomen met koning Christiaan IV van Denemarken; zie no. 6266 (dl. XIV), en H.-D. Loose, Hamburg und Christian IV. von Dänemark während des Dreissigjährigen Krieges, p. 110.
    16 - Herman Bothe (Bååth) was in 1639 met 300 man Lijfland binnengevallen. Vermoed werd dat de keizerlijke kolonel deze actie had uitgevoerd met medeweten van de toenmalige keurvorst Georg Wilhelm van Brandenburg (Urk. u. Act. I, p. 30). Omdat de kolonel een overloper was, verfoeiden de Zweden zijn acties (Urk. u. Act. IV, p. 453, en Doc. Boh. VI, p. 252 nos. 651-652). Hij kon op tijd in hechtenis worden genomen (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 141).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]