eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6862. 1644 mei 14. Aan J. Oxenstierna en J.A. Salvius.1

    Postscriptum in de hand van Grotius: Accepi illustrissimi et excellentissimi domini legati baronis literas, datas XVIII Aprilis, pro quibus et pro chartis eas comitantibus summas ago gratias. Pro certo habeo Venetos omnia facturos magis pro Gallis quam pro Suedis,2 quod cum illis multa negotia habeant, cum his nulla. Si qua via se ad pacem cum imperatore monstret,3 posset forte obtineri ut is promittat auxilia se Danis non missurum, dum et Suedia promittat se non missuram Portugallo.4

    In dorso staat in een onbekende hand: Praesent. Ossnabrug, den 15. Maii 1644.

    Notes



    1 - Hs. Stockholm, RA, E 951, coll. J.A. Oxenstierna ser. B II. Eigenh. ondertek. Met uitzondering van het postscriptum is deze brief aan de Zweedse gevolmachtigden Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius gelijk aan de nieuwsbrief die Grotius op dezelfde dag aan kanselier Axel Oxenstierna schreef (no. 6861). Gedrukt in Meerman, Epist. (BG no. 1222), p. 259. De tekst is ook bekend van copieën aanwezig te Hamburg, Staats- und Universitätsbibl., Sup. ep. Uffenbachii et Wolfiorum, 42, 102 en 4o 38, 44; te Hannover, Niedersächs. Landesbibl., ms. XII, 746, f. 86; te Kopenhagen, KB, coll. Thott, 504, 2o p. 237; en te Linköping, Stifts- och Landsbibl., Br. 23, 59 en Br. 24, 116. Antw. op no. 6837.
    2 - De Zweedse gevolmachtigden duldden niet langer de aanwezigheid van een Deense ‘onpartijdige derde’ op de vredesconferentie te Osnabrück. Zij wachtten thans op een advies uit Stockholm over het Venetiaanse bemiddelingsaanbod (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 172-176 en p. 208-211).
    3 - De keizerlijke gevolmachtigden Johann Weichard, graaf van Auersperg, en Johann Baptist Krane hadden hun Zweedse collega Johan Oxenstierna bij diens entree in Osnabrück op 27 maart/6 april alle eer gegeven. Nieuwsagenten in Hamburg vatten deze hoffelijkheid op als het begin van een keizerlijk-Zweedse toenadering; vgl. Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 346-348, en Doc. Boh. VII, p. 90 no. 223.
    4 - Grotius had vernomen dat de Portugese gevolmachtigde dr. Rodrigo Botelho de Moraes binnenkort in Osnabrück zou verschijnen.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]