eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7074. 1644 oktober 1. Aan H. Appelboom.1

    Clarissime domine,

    Vidimus hic dominos Bannerios, et eis coacti fuimus significare nuntium tristem, super quo eos consolati sumus pro nostris viribus.2 Praeter ea quae in tali maerore dici solent et debent, non exiguam nobis ad consolationem super malo privato materiam praebuit publica felicitas, cuius testes nobis sunt et aliorum literae et quas Claritas vestra pergratas ad me dedit XIX Septembris. Sunt autem domini Bannerii iam in itinere ad vos, ubi spero eos reperturos alia quibus maerentem animum erigant, victorias scilicet terra marique de caesarianis et Danis. Interim ego, qui pacem semper amavi, cum videam et Osnabrugae moras quasdam sublatas3 et in exspectatione esse conventum senatorum regni Suedici et Danici ad limitem,4 Deum precor, uterque hic labor ut exitum habeat talem qualem optima pars orbis christiani desiderat.

    Magnum sane virtutis suae specimen et pignus optime affecti in Suediam animi dedit landgravius Fridericus dignumque ostendit tum Hassica origine5 tum reginae nostrae affinitate.6

    Praelustri domino comiti de La Gardie et optime merenti de re Suedica Ludovico

    19

    Gerio et iter prosperum et res deinde felices ex animo precamur hic omnes,7 adiuvante nos domino Hambraeo,8 nec minus, clarissime domine, omnia fausta Claritati vestrae,

    Claritati vestrae studiosissimus,
    H. Grotius.

    I Octobris 1644, Lutetiae.

     

    Papa factus est Pamphilius9 contra voluntatem et labores Galliae. Magontiacum, ut et Wormatia et Oppenhemum, sunt in potestate Galliae et bene tractantur. Ea res metum incutiet Viennae. Openhemi pons fit, et castellum ad Rhenum quod prope Philippiburgum est, augetur operibus. Ad Taragonam res male cessit Gallis; urbs obsidio liberata est.

    Adres: A monsieur/monsieur Appelboom, Suedois, à Amsterdam. Port.

    Notes



    1 - Hs. Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61 A, 57. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7054 (dl. XV), beantw. d. no. 7088. Harald Appelboom (Appelbom) (1612-1674), geboren op Söderby (Fellingsbro), was sinds 1 oktober 1642 Zweeds agent te Amsterdam (Schutte, Repertorium II, p. 492-494).
    2 - Het overlijdensbericht in Appelbooms brief van 5 september 1644 (no. 7032 (dl. XV)). Per Banér (1588-juli 1644), rijksraad en raadsheer in de rijkskanselarij, en Hebbla Fleming († 1639) hadden vijf zonen: Gustaf (1618-1689), Klas (1620-1675), Johan, Nils en Svante (BLS II, p. 28-35; SBL II, p. 658-665). Twee van hen, Klas (Claudius) en Nils (Nicolaus) Baner, in januari 1642 ingeschreven aan de Leidse universiteit, waren in oktober 1643 naar zuidelijker streken vertrokken (Album studiosorum acad. Lugd. Bat. I, kol. 328, en no. 6500 (dl. XIV)).
    3 - De uitwisseling van de keizerlijke en Zweedse volmachten te Osnabrück; vgl. no. 7073.
    4 - Zo voorspoedig verliep het vredesoverleg niet. Het zou nog twee maanden duren voordat de Deense commissarissen Just Høg en Ditlev Reventlov met de Zweedse gedelegeerde Gustav Karlsson Horn overeenstemming bereikten over plaats en tijd van een bijeenkomst aan de Zweeds-Deense grens (Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 446-447).
    5 - Landgraaf Friedrich van Hessen-Eschwege (1617-1655), halfbroer van Wilhelm V, de in 1637 overleden echtgenoot van landgravin Amalia Elisabeth van Hessen-Kassel, kolonel in Zweedse dienst, had de plaatsen Pinneberg en Breitenburg (ten oosten van Itzehoe) kunnen ontzetten van een omsingeling door soldaten van het Deense garnizoen te Glückstadt (Gazette 1644, no. 121, dd. 1 oktober 1644). De Denen gaven de hoop op herovering van hun steunpunten bij Breitenburg echter niet op (Gazette 1644, no. 124, dd. 8 oktober 1644).
    6 - De landgraaf trad in september 1646 in het huwelijk met Eleonora Catherina (1626-1692), dochter van paltsgraaf Johann Casimir van Zweibrücken. De bruiloft vond plaats in het koninklijk paleis te Stockholm (SBL XIII, p. 256-258).
    7 - Graaf Magnus Gabriel De la Gardie (1622-1686), zoon van rijksmaarschalk Jacob Pontusson De la Gardie (1583-1652), maakte zijn thuisreis op een van de vijf schepen die de Zweedse commissaris Louis de Geer in de Republiek had gecharterd. Op de 15de september verlieten de schepen het Vlie. Zes dagen later kwam de haven van Göteborg in zicht (‘Brieven van Louis de Geer’, in BMHG 29(1908), p. 278-284).
    8 - De Zweedse theoloog en oriëntalist Jonas Hambraeus (1588-1671), predikant van de lutherse gemeente te Parijs, had borg gestaan voor Zweedse ‘touristen’ die door het verbreken van het scheepvaartverkeer met Stockholm in financiële problemen waren geraakt (SBL XVIII, p. 82-83). De laatste tijd moest hij zijn schuldeisers steeds vaker ontwijken; zie no. 7028, n. 17 (dl. XV).
    9 - Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven, dd. 1 oktober 1644.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]