eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    637

    7414. 1645 april 15. Aan L. Camerarius.1

    Illustrissime domine,

    Priusquam literas illustrissimae Dominationis vestrae scriptas 18 Martii accepissem, iam admonitus literis nobilissimi filii vestri negotium illud Buhruxelenarium2 quo debui affectu domino comiti Bryennio, secretario status ad res externas, voce commendaveram scriptumque ei reliqueram, ne memoria excideret.3 Promisit omnem operam, de illustrissima Dominatione vestra ita locutus, ut virum bonum decet loqui de viro optimo. Ego iam omnibus valedico;4 dixit se quoque ad me venturum, ut mihi valedicat. Non omittam iterum eum commonefacere, neque hac tantum in re, sed et in aliis omnibus ostendere inter omnes quas mihi comparavi amicitias nullam esse quam pluris faciam amicitia illustrissimae Dominationis vestrae, quam, illustrissime domine, Deus perpetuo servet ac sospitet,

    illustrissimae Dominationis vestrae omni cultu et observantia addictissimus,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 15 Aprilis 1645.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): Ludovico Camerario, reginae regnique Sueciae consiliario.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 748 no. 1756. Antw. op een ontbrekende brief. Ludwig Camerarius (1573-1651), geboren te Neurenberg, was na het Boheems avontuur van de ‘Winterkoning’ Frederik V van de Palts naar de Republiek gevlucht. Hij vestigde zich in Den Haag (1623), waar hij de dubbele functie waarnam van raadgever van het huis van de Palts en Zweeds ambassadeur in de Republiek. Van de laatstgenoemde functie werd hij in 1641 ontheven (Schutte, Repertorium II, p. 488-491). Als privépersoon, gevestigd in Groningen, bleef hij de belangen van de keurvorstelijke familie dienen.
    2 - Burrweiler in de Palts, ten noordwesten van Landau. In januari 1645 had zijn zoon Joachim de kwestie van de Franse bezetting van dit familiegoed reeds aan de orde gesteld (no. 7249).
    3 - Staatssecretaris Henri-Auguste de Loménie, graaf van Brienne, nam het verzoek om restitutie in overweging. Het vraagstuk was in 1649 nog steeds actueel (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen IV 2, p. 974-975).
    4 - Grotius' afscheidsbezoeken aan de koning, de regentesse Anna van Oostenrijk, koningin Henriëtte Maria van Engeland en de prinsen en prinsessen van den bloede; zie nos. 7394 en 7405.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]