eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7442. 1645 juni 25. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Per quatuordecim dies fui Suderacherae2 apud magnum cancellarium et legatos alios Suedicos, qui omnes honorificentissime me tractarunt.3 Nunc me paro ut eam terra Stockholmiam, quo puto brevi venturos eosdem legatos, quandoquidem a legato Gallico nihil adfertur quod Suediae placeat de terris dandis in pacis pignus.4 Et Batavi transiere quidem cum classe armata et onerata fretum Orisundae,5 sed non habent secum milites,

    679

    quod sperabatur, nec mandata iungendi se cum Suedis, qui interim suas res agunt.6 Bornholmiam cepere,7 quidam addunt et Gothlandiam, de quo nihil affirmem.8 Utraque classis Suedica in mari est tum a Wismariae, tum e Suediae portubus. Videtur res ire ad novum mari proelium.

    Saluta quaeso amicos, praesertim dulcissimam uxorem ac liberos tuos,

    tui amantissimus tibique obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    Colmariae, Lutetiae, 15/25 Iunii 1645.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): Guilielmo Grotio, iurisconsulto.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 750 no. 1764. Beantw. d. no. 7459. In werkelijkheid was Kalmar de plaats van verzending.
    2 - Rijkskanselier Axel Oxenstierna, hoofd van de Zweedse delegatie op het Zweeds-Deense vredesoverleg te Brömsebro, stuurde op 8 juni een koets naar de haven van Kalmar (nos. 7438 en 7439). De volgende dag vertrokken Grotius en de zijnen naar Söderåkra, een landgoed ten zuiden van Kalmar.
    3 - De Zweedse rijksraden Matthias Soop, Ture Bielke en Ture Sparre.
    4 - De Franse vredesbemiddelaar Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, nam aanstoot aan de eisen die de Zweedse onderhandelaars aan de koning van Denemarken hadden gesteld ‘ter assecuratie’ van de vrije vaart door de Sont: afstand van de gewesten Halland, Skåne (Schonen), Blekinge en Vendsyssel, met alle forten (Bohus) en steden aan de ‘Zweedse’ zijde van de Sont en de Oostzee (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 164-165 en p. 224-226).
    5 - Het bericht dat de Staatse oorlogsvloot van vice-admiraal Witte de With op 15 juni het Sonttolkantoor van Helsingør was gepasseerd.
    6 - Frederik Hendrik en de Staten-Generaal hadden op het laatste moment besloten om het landingsleger van 5000 man thuis te laten (Kernkamp, o.c., p. 193-195).
    7 - Generaal-majoor Karl Gustav Wrangel, bevelhebber van de Zweedse vloot in Wismar, overmeesterde in de derde week van juni het Deense eiland Bornholm. Alleen het garnizoen van het slot Hammershus gaf zich niet zo gemakkelijk gewonnen (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 669-683).
    8 - Het eiland Gotland werd nog niet bedreigd: de vloot van de Zweedse admiraal Erik Ryning (Rynning) wachtte in de haven van Dalarö (vlootbasis bij Stockholm) op een gunstige wind om uit te varen.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]