Mon frère,
Dese send ick over Bruyssel, opdat uE. te eer de tijdingh soudet hebben, dat dye van Rochelle de approbatie van de beworpen paix uyt Engelant niet verwachtende, haere schuldt aen den coning bekent ende vergiffenisse versocht hebben ende becomen leven, goed ende religie, blijvende de reste in 's conincx dispositie. Op Saterdagh zijn drye compaegniën onder Marillac2 daerin getrocken; op Sonnendagh de Fransche ende Switsersche regimenten van de guardes; op Dynxdagh den coning. Op Alderheyligendagh is de misse gedaen in de groote kerck. Alles is gepasseert sonder desordre ende is heel Vrancrijck daerdoor in groote stilte. Daer is oock een accord apart gemaeckt met Rohan3, dewelcke belooft Nismes ende Castres den coning te leveren. Sal eenige recompense hebben
395
van zijne geleden schade ende employ buyten 't rijck. Soubize4 is oock in genaede genomen met d'andere Franchoysen, dye met de Engelschen gecomen waeren, ende hebben aen de coning overgelevert dertich schepen. De resolutie is genomen van de fortificatie van Rochelle af te werpen, oock, soo men meent, het fort op 't eylandt van Ré. Dye van de religie sullen haer exercitie hebben buyten de stadt. Den mareschal d'Estrée5 is gedestineert tot het secours van den hertogh van Mantue6 ende niet door Savoye, maer door de Valteline. Eenige hoopen, dat de soon van den hertogh van Mantua7, dye aen den keyser8 is gesonden, door recommendatie van de keyserinne9, zijne moeye, yet goeds sal moyenneren. Dit alles magh uE. als seecker zijnde wel communiceren.Den III Novembris XVIcXXVIII te Parijs.
UE. dyenstwillige broeder
H. de Groot.
Adres: Mijn Heer, Mijnheer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant.
Port. In 's Gravenhage.
In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot tot Paris den III Nov. 1628. overgaen van Rochelle.