eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    309

    1573. 1631 januari 6. Van N. van Reigersberch1.

    Mijn Heere,

    Wt beyde mijne leste, die uE. gelijckelijck sal hebben ontfange, kan uE. oordeelen. hoeseer quaestio praejudicialis2 wert behertycht; naer het hem noch laet aensien mocht die wel tot onsen voordeel werden getermineert. In de principale saecke sal oock niet werden versuimt. Den man3 comt op de vergaderynge, die daer veel in vermach; van wat wille hij is, moeten wij sien, redenen ontbreecken der niet om hem te doen verstaen, dat sij het behooren te doen.

    Soo veel ick noch kan hooren, soo dencken sij continuelijck op Maximinianus4, die mij noch deese weecke seyde daerin niet te willen doen in uE. prejuditie. Ick heb hem wederom geseyt ende het is mijn opinie, dat ick wel soude mogen lijden, dat hij het al hadde geaccepteert, alsoo hij het instrument soude connen wesen, daer Felix5 door soude sijn gestijft ende den seeckeren weg van sijn redintegratie. Dan ick meen niet, al waer het uE. al aengenaem, dat hij die conditie soude accepteren ende darom is te veel, dat hij het om onsent wille soude schijnen alleen te laten; bij aldien uE. van die opinie oock waer, sout hem connen, soo veel uE. aengaet, sijne deliberatie vrij geven.

    Ter Goude is met groote cuiperijen ter wedersijden getracht vroetschap naer haer humeur te crijgen. De remonstranten sijn overstemt geweest. Die van Nimwegen, te weten van de resterende gedepossideerden, waren garen herstelt, dan sal dit jaer noch beswaerlijck vallen.

    Men geeft ons hope, dat vandaer gelt sal commen6 ende alle advisen van de heer ambassadeur7 loopen daerop, dat alles daer in Provence ende te Verdun is geaccomodeert. Off de man8 soo goet is off dat het een ingredient is goet jegens den tresves, twijfelen vele.

    Met de vergaderynge sullen wij materie hebben om uE. breeder te onderhouden, deselve mij manquerende ende geobrueert sijnde met occupatiën, sal ick blijven

    Desen 6 Jann. 1631.

    uE. dienstwillyge.

    Adres: A Monsieur Monsieur Grotius à Paris.

    In dorso schreef Grotius: 6 Jan. 1631. N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. R.K. M 2 g. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge, Br. N. v. Reigersb., p. 125. Beantw. d. no. 1576.
    2 - De kwestie van Grotius' reis naar het vaderland, voorafgegaan door een verkenningstocht van Maria.
    3 - Op wie dit slaat, valt moeilijk uit te maken; misschien is de Rotterdamse burgemeester Gerard Jansz. van Berckel bedoeld of mogelijk prins Frederik Hendrik.
    4 - Simon van Beaumont; het betreft de nieuwe bezetting van de pensionariszetel van Rotterdam, waarin sinds de arrestatie van Grotius nog steeds niet was voorzien; zie ook no. 1550, p. 279 n. 8.
    5 - Schuilnaam voor Grotius.
    6 - Vgl. de desbetreffende mededeling van Grotius no. 1572, p. 307.
    7 - Nicolas de Baugy.
    8 - Lodewijk XIII?
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]