eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1678. 1631 september 25. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijn Heere,

    Wat Felix2 saeck aengaet, hij sal Constans3 rapport ende 't advys der vrunden verwachten ende soo daerop als op alle occurrentiën nae behooren letten ende doen, dat sulcx de vrunden selff, soo hij verhoopt, in redenen gefundeert sullen vinden. De voorspoet, die Godt het landt ende Sijne Excellentie gegeven heeft, is groot ende wensche, dat Sijn Extie daerdoor te meer magh werden gecourageert om alles te doen, dat dienstigh is voor 't landt.

    Hier en hebben wij niet sonderling, dan dat men seit, dat eenige trouppes van 's conings broeder4 sich beginnen te openbaeren; eenige vougen daerbij, dat sij eenige compangnie ruyterie van den coning soude hebben geslagen. 't Hoff is te Troyes, alwaer den hertogh van Lorraine5 verwacht om de paix te procureren, soo men seit, maer alsoo daertoe weinigh apparentie is, gelove eer, dat het is om hemselve buiten vrese van oorlogh te stellen.

    Men spreect hier van den cardinael de Savoye6, die hier te hove is, te huwelijcken aen Madame de Combalet7, niepce van den cardinael8, met twee millioenen gouds ten huwelijck, op 's conings costen. Soo 't voortgaet, daer ick noch aen twijffele, sal het dienen om de restitutie te hebben van de plaetsen in Piedmont siende die van Savoye weinigh apparentie om den keiser9 Mantua, sulx besproocken was, te doen wedergeven, soodat sij andere coorden moeten roeren.

    Den procureur-generael10 is bij den coning verboden sijn ampt te bedienen, omdat hij conclusie heeft genomen in conformiteit van het versoeck van de marescalle de Marillac11 om haer man bij 't parlement te doen oordeelen met versoeck

    440

    van prinse de corps tegens de commissarissen. Sulcken couragie hebben die van de justitie alhier in een monarchique regiering.

    Ick bidde om uE. gesondtheit ende de gebiedenisse aen de vrunden.

    Den 25 Sept. 1631.

     

    De tijdinge van de voorspoet van de onsen tegen den vijant te water was hier seer gedeguiseert door het Fransche schrijven vol vanterie. Ick sal nae mijne gewoonte 't best doen om de waerheit bekent te maecken.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant in 's Gravenhage.

    In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot den XXV sept. 1631 tot Paris. seyt, dat hij sijn huysvrou rapport ende de vrienden advis verwacht ende sal doen sulckx de vrienden in reden gefundeert vinden.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. R.K. H 16 f. Eigenh. oorspr.; niet ondertekend.
    2 - Schuilnaam van Grotius.
    3 - Schuilnaam van Maria van Reigersberch, die op reis was in het vaderland; vgl. no. 1627, p. 385 en n. 4 aldaar.
    4 - Gaston Jean-Baptiste de France, hertog van Orléans.
    5 - Karel IV, hertog van Lotharingen; zie III, p. 195 n. 8.
    6 - Maurizio; zie no. 1677, p. 438 n. 10.
    7 - Marie Madeleine de Vignerot; zie boven, n. 1.
    8 - De Richelieu.
    9 - Ferdinand II.
    10 - Matthieu Molé (1584-1656).
    11 - Catarina de Medici, met wie maarschalk Louis de Marillac in 1607 gehuwd was; zij stierf 19 september 1631. Over De Marillac zie III, p. 53 n. 11.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]