eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1816. 1633 februari 16. Van W. van Oldenbarnevelt1.

    Mijn Heer,

    UEd. aengenaemen van den eersten deser is mij wel behandicht.

    Het is seecker, dat in Vranckrijck den trefves niet gelooft werd, doch hier ende in Hollant heeft men daer beter gevoelen van. Altijts gelove ick vastelijck, dat het om Vranckrijcks wil niet achter sal blijven, want vele van de Staeten niet seer fransgesint sijn. Ick hebbe noch niet gehoort, dat Charnassé2 in Hollant is aengekommen. Hij wert als consulent gesonden, doch hoore niet, dat hij tytel van ambassadeur soude hebben.

    In Vranckrijck is men den grave van Egmont3 al moede, ende, naer sommige meynen, is hij de françoisen mede moede, want sij hem niet seer met gelt versien. Een van sijne edeluyden heeft sijnen hofmeester in een kamer gepoignardeert ende strackx de vluch genomen, alsoo sijn paert gereet stont. Desen hofmeester wert de schult van alle sijne actiën gegeven ende sommige meynen wel, dat het met des graven wil geschiet is. Het is seecker, dat die Bourgignon hem teenemael plach te gouverneeren.

    De Staeten van Hollant moeten nu vergadert sijn: ongetwijffelt sal men haest een eynde van de handelinge sien.

    Wij vernemen hier seer wel, dat het voor de boden moeylijck reysen is, jae derven dicmaels die van Wienen kommen geen tweemael aen den anderen eenen wech houden: daerom, gelijck ick te vooren gescreven hebbe, een cijferken soude niet quaet sijn.

    Ick segge nochmael, dat het te verwonderen is, dat men soo weynich van de handelinge kan hooren.

    Het moet in uEd. quartieren al stercker vriesen als hier, dewijle het een seer gracelijcke winter tot noch toe hier is geweest.

    Ick hope den goeden bekenden wel overgekommen sal sijn. UEd. sal van hem wel haest hooren, hoe de saecken in ons lant gaen.

    97

    Van Duytslant is hier niet seeckers; den courier, die eergisteren wt Spangnien komt, brengt mede de voorseeckerheyt van de kompste van den infant cardinael4 in dese quartieren. De coninginne-moeder5 is noch tot Gent, daer sij buyten disputen penitentie doet, omdat sij het goet geselschap van onse princes6 mist.

    Monsieurs7 volck passeeren hier haer tijt met duellen, doch meest onder haer. 4 ofte 5 daegen geleden is gebleven Rochebonne, noch heel jong ende fray sijnde, daer sommige alhier wel sin in hadden8.

    Wat uEd. particulier aengaet, gelieve mij sijne intentie te laeten weten, waer ende op wat voet uEd. den koninck9 soude willen dienen, ende mij commanderen hem daerin te dienen, want ick sonder last niet soude derven yet voorwerpen. Het en soude mede voor uEd. niet voordelijck sijn ende ick soude daerdoor van onvoorsichticheyt geculpeert werden. Ick en twijffele niet, ofte uEd. sal in alles contentement vinden: de redenen bij uEd. geallegeert sijn gefondeert. Hier sijn groote ende goede vrienden, die sijne meriten wel estimeren, maer sonder uEd. last blijft mijnen mont gesloten. Mijn dunck het tijt is eens te resolveren, want den verlopen tijt niet weder komt ende de jaeren vermeerderen.

    Dit is tgeene ick voor dese mael kan seggen, behalven dat ick voor altijts ende onveranderlijck blijve,

    mijn Heer,

    UEd. ootmoedichste ende getroutste dienaer,
    W. d'Oldenbarnevelt.

    Brussel, den 16en Februarij 1633.

    Notitie van Grotius: Rec. den 3 Maert.

    In dorso schreef Grotius: 16 febr. 1633. Stoutenburgh.

    Notes



    1 - Hs. Leiden, U.B., cod. B.P.L. 1886. Gedrukt Bijdragen en Meded. Hist. Genootsch. Utrecht XXIV (1903), p. 350.
    2 - Vgl. nos. 1811 en 1813.
    3 - Lodewijk, graaf van Egmond; zie no. 1798, p. 77 en n. 10 aldaar. Met de hofmeester wordt bedoeld zijn secretaris, een zekere Barot, die op 31 januari 1633 was vermoord; men zie A. Waddington, La République des Provinces-Unies La France & les Pays-Bas Espagnols de 1630 A 1650 Tome premier (1630-1642) Annales de l'Université de Lyon Paris 1895, p. 180.
    4 - Don Fernando; zie IV, p. 412 n. 11.
    5 - Maria de Medici.
    6 - De infante Isabella.
    7 - Gaston Jean-Baptiste de France, hertog van Orléans en broer van Lodewijk XIII; hij bevond zich evenals zijn moeder in de Spaanse Nederlanden.
    8 - De graaf van Rochebonne; zie De Villermont, Bournonville, p. 243.
    9 - Philips IV van Spanje; men vergelijke III bijlage no. 12, pp. 465 vv.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]