eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    81

    2179. 1635 juli 10. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    Op Saterdagh heb ick geschreven, dan de bryeff is nyet voort connen raecken, dye nu gaet over Cales.

    Sedert hebben wij veele quaede tijdingen gecregen boven de voorgaende als dat Mentz, Worms, Gustaefsburgh, Oppenheim zijn in des vijands handen; dat hij loopt tot Hagenouw toe ende dat men vreest nyet alleen voor Lorraine, maer oock voor Champaignie. 't En is nyet vremd, dat sulcke dingen, daer den cardinael2 zyeck zijnde nyet alles doen en can ende nochtans anderen het nyet en laet doen. Ende dye het geldt, handelen nyet anders en soecken dan hetselve lang onder haer te houden, waerover mijnheer de prins3 deser dagen in presentie van den coning4 tegen Bulion5 hardt heeft gesproocken, seggende geen vriendt te zijn van Rohan6, maer dat hem d'oneer van Vranckrijck raeckt.

    Tot Bourdeaux is de seditie weder ontstecken7 met groote bloedstortinge. Eenige vresen, dat de Engelschen haer daermede sullen moeyen. Den coning ende cardinael luysteren nae paix. Hoe dit alles afloopen sal, weet Godt, maer de Alcaici sullen materie hebben om te spreecken.

    Mijne gebyedenisse aen alle bekenden. Ick blijff recommandere de saecke van de Mase8, boecken ende pa(pie)ren. Seldenus9, een zeer geleert man, bij last van den coning van Groot-Bretaignie schrijft de dominio maris. Ick denck, dat Cunaeus10 last sal crijgen te antwoorden.

    Vaert wel.

    Uwer E. bekende.

    Den X Iuly XVIcXXXV.

     

    UE. gelieve mij eens te laeten weten, in wat poincten is den voorslagh van de Compaignie van asseurantie ende de principale consideratiën daerop loopende.

    Adres (met andere hand): Mijn Heer Mijnheer Reigersberg, raet in den Hogen Rade in Hollant in Den Hage.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den X Iuly 1635 tot Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., H 18 j. Eigenh. oorspr.
    2 - De Richelieu.
    3 - Henri de Bourbon, prins van Condé.
    4 - Lodewijk XIII van Frankrijk.
    5 - Claude de Bullion.
    6 - Henri, hertog van Rohan.
    7 - Vgl. no. 2178, p. 80 en n. 8 aldaar. Alcaeus is een codewoord voor bestand.
    8 - Dit heeft betrekking op Grotius' pogingen zijn achterstallige salaris als pensionaris van Rotterdam alsnog uitbetaald te krijgen.
    9 - Over John Selden en zijn Mare Clausum zie V no. 2126, p. 515 en nn. 7, 8 en 9 aldaar.
    10 - Petrus Cunaeus -van der Cun-, taalgeleerde en jurist; hij werd kort voor zijn dood (hij stierf op 2 december 1638) tot historieschrijver van de Staten van Holland en Westfriesland benoemd. Cunaeus heeft het boek van Selden nimmer beantwoord; althans Paquot, Mémoires I, p. 392 vv. vermeldt niets van dien aard. In de brieven van april en mei 1636 is sprake van een weerlegging door Theodericus Graswinckel; men zie o.a. diens brief en die van Willem de Groot, beide dd. 12 mei 1636 met desbetreffende aantekeningen in deel VII.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]