eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    2275. 1635 september 13/15. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    Soo datelijck ontfang ick uE. brief van den 18e Augusti2. Hoope uE. met die van Rotterdam wat sal hebben gevordert ende nu sal sijn bij de vrunden3.

    Ick heb weeckelijck geschreven, maer gelove, dat eenige brieven passerende door de handen van Manlius' volck4 quaelijck sullen sijn bestelt.

    Dat uE. schrijft, dat de vijant het leger niet lang voor Schenckenschans5 sal connen houden, werdt hier mede gelooft. Hier was tijding geweest van 130 buyssen bij de Duynkerckers in [de] gront geboort. Ick hoope sulcx niet waer en sal sijn. Den heer marescal de Chastillon6 is in Vrancrijck, maer noch hier niet. Van Gracchus7 continueert men hier te spreecken als voor dese. Voor Alcaeus8 werdt hier seer gevreest. Bloemcool9 is met reden becommert. Soo Cimon10 wat voor hem meent te doen, 't waer tijdt, eer de saecken in meerder verloop comen ende hij genootsaect werdt sich tot Stesichorus11 te begeven, soo hij can. Galba12

    220

    leutert, Lunenburg13 noch meer. Terentius14 let op sichselve. Van Rys15 sal een gaen nae Vindex16, een nae Hannibal17, om Stesichorus'18 wil. Den heer van Demosthenes19 arbeit tot Alcaeus20 in de Rose21 bij provisie. Arnaut22, die Philipsburg had overgegeven, is uit de Bastille vrij gegaen non accusatus pro innocente.

    Den ambassadeur van Engelant23 heeft aen den coning24 sijne gratie gedaen in 't Engelsch ende heeft last den cardinael de Richelieu niet te syn, omdat hij de hooger plaets in sijne eygen huisinge neemt, boven d'ambassadeurs.

    Ick bid uE. te gedencken mijne boecken ende papieren, die ick seer van noode heb ende dat mijne soon Dideric25, soo haest het leger scheit, herrewaert come.

    De gebiedenisse aen moeder26, susters27, broeder28 ende alle vrunden.

    Den 13 Sept. n. st. 1635.

     

    Alsoo de predicanten van Charenton het spreecken van de poincten in questie t'eenemael gestelt hebben tot onse discretie ende allegader genegen sijn de tolerantie overal te vorderen, eenigen oock in 't gevoelen mij seer nae comen, soo vind ick mij gehouden, volgens hetgunt ick altijd heb geseit ende geschreven, haere aengeboden communie niet te verachten, sijnde bereid van gelijcke te doen bij de lutherschen op gelijcke conditie.

    Wij sijn noch besigh om te Charenton een bequaeme plaets te vinden pro dignitate, 'twelck wat swaericheits heeft.

    Dit en sal mij niet beletten, soo ick een jongman can vinden, die beroepinge heeft van een publycke kercke, sijnde van moderaet gevoelen als Engelant, Helmstadt, Bremen off ietz, sal deselve aennemen.

    Manlius geeft uit binnen viere (?) weecken t'huis te sullen gaen ende hout eenige alhier op met die hoope. Men seit, dat d'heer Vosbergen29 wel hier mocht

    221

    comen. Ick en heb daer niet tegen, maer vrese wel, dat die van Hollant sulcx niet en sullen connen verswelgen.

    Mij sal seer lusten te weten, hoe Neef30 tot Constans' gesel31 gesint is. UE. can hem desselfs dienst liberalijck presenteren. Ick en laet niet hem bij alle gelegentheit te defenderen. Soude meer doen, soo ick beter waer geïnstrueert.

    Ick hoor, dat den jongen van der Linden, soon van Eric Laerssen32, herrewaert comt. Wij sullen sien, tot wat ende.

    Den cardinael de la Valette33 is met hertogh Bernhard34 bij haer hebbende 8000 te voet 10.000 paerden tot Hochem over den Rijn op de wegh nae Francfort om haer te voegen bij den landgraef van Hessen35, die seer sterck is. Gallas36 is datelijck mede over [den] Rijn gevolgt. Heeft 18000 te voet, 12000 paerden. Den hertogh van Lotharingen37 werdt stercker ende stercker.

    In Italië is nae 't nemen van Villat niet voorgevallen. Men seit, dat het Fransche leger gaet nae Valence met eenigh volck van Mantue38 ende Parme39. Savoye40 heeft wel geteickent, maer het generaelschap, bij den coning41 hem gedefereert, heeft hij afgeslagen. In 't lant van Milan is ontrent 18000 man.

     

    Soo ick alle dit, 't eene voor 't andere nae, soo het mij in de sin quam, had geschreven, soo ontfang ick op een tijd twee van de uwen, van den 25 Aug.42. ende 1 Sept.43. 't Ongeluck van de buyssen sal veel luiden doen wenschen nae een vrede. De Duynkerckers hebben myne gemaect, oft sij iet wilde doen in Normandië, ende daermede hebben sij onse schepen herrewaert getrocken.

    Den hertogh van Chaune44 recht niet uit. De ban ende arrièreban sullen nergens anders gebruickt werden als in Lorraine, alwaer den hertogh alle daeg den toeloop crijgt van edelen ende onedelen, sijnde de Françoisen daer niet bemint. Van Stesichorus werdt hier staeg gehandelt ende is nu van Philippus' volck45 daerom bij Mustafa Basse46. 't Waer goed, dat Gracchus op dat stuck wat goede communi-

    222

    catie hiel met Bloemcool47. Op Calabers48 actiën dit jaer connen veele discourse vallen.

    Tot de historie van Sophi49 heb ick geen tijdt. De correspondentie, die ick houden moet in Switserlant, Grisons, te Brentz off daerontrent, te Cassel, te Hamburg, behalven die met mijnheer den rijcxcancellier ende de sijnen, sijn veel.

    Mij dunct, dat die forten, die men maecke, genoech sullen sijn om de coursen van de vijant in de Betuwe te beletten. Maer hier wil men seggen, dat men had behooren den vijant met gewelt te beletten te logeren op de Cleefsche zijde. Off dat doenlijck is geweest ofte niet, moet daer geoordeelt werden. Dat Aytsma50 seit, is niet seecker, is oock niet onmogelijck.

    Ick recommandere uE. doch een einde te maecken met Cesar51, mijne boecken ende papieren mij te senden ende mijnen soon Dideric te laeten overcomen.

    Den 15 Sept. 1635.

    Adres (met andere hand): Mijn Heer Mijnheer Reigersberg, raet in den Hogen Raet in Hollant.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder De Groot, den XXII (?) Septemb. 1635 wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., H 19 a. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op nos. 2241, 2253 en 2261; beantw. d. no. 2305.
    2 - No. 2241.
    3 - Het betreft Grotius' pogingen zijn achterstallige salaris als pensionaris van Rotterdam alsnog uitbetaald te krijgen.
    4 - Manlius is een schuilnaam voor Adriaen Reyniersz. Pauw; na zijn missie naar Parijs met Johan de Knuyt had hij - ondanks zijn aandringen - nog steeds zijn terugroeping niet verkregen.
    5 - Betreffende Schenkenschans zie no. 2241, p. 175 en n. 1 aldaar.
    6 - Gaspard de Coligny, graaf van Châtillon.
    7 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik.
    8 - Codewoord voor bestand; Van Reigersberch heeft er ‘Tresves’ boven geschreven.
    9 - Schuilnaam voor de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna; Van Reigersberch heeft er ‘Rijxcancelier’ boven geschreven.
    10 - Codenaam voor de Republiek; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: Geunieerde Provintiën.
    11 - Codenaam voor vrede; Van Reigersberch heeft de betekenis erboven geschreven.
    12 - Schuilnaam voor Georg Wilhelm, keurvorst van Brandenburg; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: Brandenburg.
    13 - Georg, hertog van Braunschweig-Lüneburg; in de tekst in cijfer: 7.69.62.33.41.50.48.66.9. met de ontcijfering door Van Reigersberch erboven geschreven.
    14 - Codenaam voor Frankrijk; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: Vranckrijck.
    15 - Urbanus VIII; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: Paws.
    16 - Codenaam voor (koning van) Frankrijk; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: conynk van Vrancrijck.
    17 - Schuilnaam voor Ferdinand II; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: Keyser.
    18 - Van Reigersberch heeft er ‘vrede’ boven geschreven.
    19 - Maximiliaan, keurvorst van Beieren; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: Beyervorst.
    20 - Van Reigersberch heeft er ‘vrede’ boven geschreven.
    21 - Codenaam voor Duitsland; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: in Duytslant.
    22 - Isaac Arnauld; vgl. V no. 1981, p. 322.
    23 - John Scudamore.
    24 - Lodewijk XIII van Frankrijk.
    25 - Grotius' derde zoon Diederik bevond zich in het vaderland om onder Johan van den Bosch vestingbouwkunde te leren.
    26 - Aeltgen van Overschie.
    27 - Grotius' eigen zuster Adriana, Maria's zuster Suzanna en Alida Graswinckel, de vrouw van Willem de Groot.
    28 - Willem de Groot.
    29 - Caspar van Vosbergen; zie over hem III, p. 8 n. 10.
    30 - Frederik Hendrik; zie voor deze schuilnaam J. Fox, Hugo de Groot en de Gravin van Hohenlohe-Langenburg in Nederl. Archievenbl. 1962 1o afl., p. 40.
    31 - Pseudoniem van Grotius; Constans is Maria van Reigersberch.
    32 - Lorens (Lårens) von der Linde, zoon van Erik Larsson von der Linde die Zweeds handelsagent was.
    33 - Louis de Nogaret d'Epernon de La Valette.
    34 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    35 - Wilhelm, landgraaf van Hessen-Kassel.
    36 - Matthias, graaf Gallas, bevelhebber van Ferdinand II.
    37 - Karel IV, hertog van Lotharingen.
    38 - Carlo Gonzaga, hertog van Mantua.
    39 - Odoardo Farnese, hertog van Parma.
    40 - Vittorio Amedeo, hertog van Savoye.
    41 - Lodewijk XIII van Frankrijk. Op 11 juli 1635 hadden de Franse koning en Vittorio Amedeo het verdrag van Rivoli gesloten.
    42 - No. 2253.
    43 - No. 2261.
    44 - Maarschalk Honoré d'Albert, hertog van Chaulnes.
    45 - Philippus is een schuilnaam voor Urbanus VIII; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: Pauws.
    46 - Codenaam voor de Zuidelijke Nederlanden; Van Reigersberch heeft er ‘Brabant’ boven geschreven.
    47 - Van Reigersberch heeft er ‘Rijxcancelier’ boven geschreven.
    48 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik.
    49 - Sophi is een codenaam voor Zweden; vgl. ter zake no. 2253, p. 188 en n. 19 aldaar.
    50 - Foppe van Aitzema, resident van de Republiek te Hamburg.
    51 - Codenaam voor Rotterdam; ter zake vgl. p. 219 n. 4.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]