eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    2586. 1636 mei 9. Van J. de Groot1.

    Seer lieve ende waerde zoon ende dochter de Groot,

    Wij wenschen allegader uwer E. met alle derzelver lyeve huysgesin alle geluck, gesontheyt ende zalicheyt.

    Seer waerde zoon ende dochter, uwer E. crijgen van mij weynich bryeven,

    141

    hetwelcke daerdoor geschyet, omdat ick het uwer E. broeder2 eens voor al toebetrout hebbe, dat, zoo menichmael hij aen uwer E. schrijft, daerbij oock van ons mentie soude maecken.

    Voor wat nieus dyent, dat Neeff den ontfanger De Man3 zijn officie als ontfanger heeft opgeseyt, in wyens plaetse werden gedestineert de burgemeester Duyst van Voorhout4, brouwer op 't Heulken, ende de schepen Welhouck5. Neeff de Voocht6 hadde wel gehoopt zelver het becomen te zullen hebben, maer daer is eens voor al resolutie genomen, als yemant van de vroetschap daernae staet, dat dezelve voor alle andere zal sijn geprefereert.

    Men hadde alhyer gemeynt, dat met deze onze victorie ende overweldinge van Schenckenschans7 de gemoederen vervreempt souden hebben geworden om van gheene onderhandelinge tot pays ofte treves te willen hooren, maer men bevindt geheel anders, want de Heeren Staten van Hollandt hebben een eenparige resolutie genomen, indyen Sijne M.t van Vranckrijck8 daertoe toestaet, dat zijluyden mede zich daertoe zullen vougen van daerop te delibereren.

    Uwer E. zoon Peter de Groot9 is alhyer; ick bevinde, dat al wel in de rechten heeft aengenomen. Wij hoopen, indyen alhyer yet besonders in den oorloge werdt voorgenomen, onze Diderick van Crayenburgh10 wederom alhyer heeft te sijn.

    Hyermede, seer waerde zoon ende dochter de Groot, Godt almachtich wil uwer E. ende ons allen verleenen 't gunt Hij weet dat ons zalich is.

    Metter haest in S-gravenhage, den 9e May 1636 st. nov.

    Al. uwer E. goetgunstige goede vader
    Jan de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII, no. 23. Eigenh. oorspr. Beantw. d. no. 2608 aan Willem de Groot.
    2 - Willem de Groot.
    3 - Boudewijn de Man, ontvanger der gemene landsmiddelen te Delft; hij was gehuwd met Maria van Adrichem.
    4 - Jan Hendriksz. Duyst van Voorhout (± 1582-1666); zie over hem III, p. 51 n. 3.
    5 - Gerardo Welhouck (1593-1665).
    6 - Van welke De Voochd hier sprake is, heb ik niet kunnen uitmaken.
    7 - Betreffende Schenkenschans zie VI no. 2241, p. 175 n. 1.
    8 - Lodewijk XIII.
    9 - Grotius' tweede zoon, Pieter, bevond zich voor zijn studie in het vaderland.
    10 - De derde zoon, Diederik, was na een verblijf in het vaderland - eveneens om studieredenen - bij zijn ouders in Parijs teruggekeerd.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]