eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    2641. 1636 juni 22. van J. de Groot1.

    Seer lieve ende waerde zoon ende dochter de Groot, wij wenschen alhyer allegader uwer Eed. met alle het lyeve geselschap aldaer alle geluck, gesontheyt ende zalicheyt.

    Seer lieve zoon ende dochter de Groot, wij hebben uwer E. schrijven van den eersten May2 wel terecht ende met groot verheugen zeer wel ontfangen ende dancken Godt almachtich ten hoochsten van alle de gratie ende genade, dewelcke dezelve ons ende uwer L. noch daechlix doet.

    Uwer L. zoon Pyeter de Groot3 doet groote naersticheyt om in zijne voorgenomen zaecken te vorderen, verhope, dat uwer E. haest de vruchten daervan zult syen.

    Ick ben oock zeer verblijt uyt de bryeven van onzen Crayenburgh4 te verstaen, dat hij oock noch wat meerder doet dan alleenlick het françois te leeren.

    Van uwer L. outste zoon Cornelis de Groot5 hooren wij weynich ende troosten ons met het gemeene spreeckwoort: gheen tijdinge goede tijdinge.

    Van uwer E. dochter Cornelia de Groot6 hooren wij het alderminste, doch verhoopen mede alles goets, ende wenschen dat Godt almachtich haerder E. eyntelick een goede partuyer zal verleenen.

    Een ygelick prijst alhier het voorgenomen huylick van de pensionaris Brasser7 met Juffrou Berckhout8; ick meyne, dat het te meerder aengeport ende gevordert is, doordyen hem zoo eerlick ende voortreffelick werde aengebooden het ambassaedtschap van Vranckrijck9. Wij zullen haest hooren, hoedat het met de Heere van Oosterwijck10 zal affloopen.

    Sijne Ex.e11 ende de Heeren Staten schijnen in te willen syen, wat vande andere zijde bij de handt genomen zal werden. Ons hangt een swarte wolck over het hooft, met dit heftich voornemen vande Engelschen in de saecken van de zeevaert. Ick vertrooste mij daermede, dattet een saecke is, daer alle onze nabuyeren mede ten hoochsten aen gelegen is.

    221

    Hyermede, seer lieve ende waerde zoon ende dochter de Groote, Godt almachtich wil uwer E. ende ons allen verleenen 't gunt Hij weet, dat zalichste is.

    Metter haest tot Delfft, den 22e Juny 1636. st. novo.

    Al uwer E. goetgunstige goede vader
    Jan de Groot.

    De gouverneur van Venloe, Joncker Nicolaes van Brederoode12, heeft gemaeckt, dat neeff Hals13 van elck vendel voetvolck ter maendt heeft een rijxdaelder, ende van de ruyterye twe; men zal syen, wat de stadt noch gheven zal; ick meyne, dat zijne huysvrou14 hem haest van Leyden zal volgen.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 22 July.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII, no. 23. Eigenh. oorspr.
    2 - Niet meer aanwezig.
    3 - Pieter, Grotius' tweede zoon, verbleef om studieredenen in het vaderland.
    4 - Diederik de Groot van Kraayenburg, de derde zoon, had zich kort tevoren, na een studietijd in het vaderland onder de luitenant-generaal der artillerie Johan van den Bosch, bij zijn ouders in Parijs gevoegd; zijn vader zocht thans emplooi voor hem. Vgl. V, p. 235 en n. 7 aldaar.
    5 - Grotius had zijn oudste zoon, Cornelis, naar Duitsland gezonden o.m. om er de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna te ontmoeten.
    6 - De oudste dochter, die te Parijs bij haar ouders was.
    7 - Govert Brasser, pensionaris van Delft; hij werd dit jaar (1636) thesaurier generaal.
    8 - Lydia Teding van Berkhout.
    9 - Zie no. 2624, p. 194 en n. 2 aldaar.
    10 - Willem van Liere, heer van Oosterwijk; zie no. 2624, p. 194 en n. 3 aldaar.
    11 - Frederik Hendrik.
    12 - De luitenant-kolonel Nicolaes van Brederode, een bastaard uit het vermaarde geslacht. In 1637 werd hij wegens de verraderlijke overgave van Venlo gecasseerd; hij werd bij verstek tot onthoofding veroordeeld.
    13 - Wellicht Franciscus Hals.
    14 - Niet geïdentificeerd.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]