eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    145

    454A. 1616 april 27. Van J. van Vosbergen.1

    S[alutem] p[lurimam dico].

    Male computaveram, vir clarissime, tempora itineris tui, cum a nobis nuperrime disced(ere)s. Statueram enim ante discessum tuum coram (te) libellum supplicem offerre quem frater Mornovius2 meo nomine tibi obtulit, cuius iustam causam pro singulari tuo in me animo minime repudiaturum confido. Iterum eundum tibi pr[a]esento,3 te etiam atque etiam rogans, ut cum uxore et socru Reygersbergia4 te in Zeelandiam recipias, ut honorabili vestra praesentia festum nuptialem nostrum ornes. Status autem dies est nuptiis decimus octavus mensis Maii. In hunc diem si vos huc transfertis, ingenti beneficio nos afficietis, in cuius compensationem omnia officiorum studia in vos conferre adnitemur.5 Fretus itaque humanitate tua, qua et uxori et socrui persuadis ut nos hoc honore beent, Deum rogo ut te vosque omnes diu incolumes conservet ad gloriam suam et ecclesiae aedificationem,

    tuus, vir clarissime,
    Johannes Vosbergius.

    Raptim. Veriae, XXVII Aprilis 1616.

    Adres: Clarissimo, prudentissimo doctissimoque viro, domino (Hu)goni Grotio, reipub[licae] (R)oterodamensis syndico (...) dignissimo, Roterodamum.

    Notes



    1 - Hs. Leiden, UB, BPL 1886, eigenh. oorspr. Johan van Vosbergen diende in het stadsbestuur van Veere. In 1625 zou hij Jacob Campe († 1625) opvolgen als gecommitteerde raad van Zeeland (no. 455 (dl. I) en no. 954, in dit supplementdeel; Res. SG (1610-1670), VII (1624-1625), p. 535).
    2 - Johan van Vosbergen had twee broers, Caspar, van 1609 tot 1626 raadsheer in de Hoge Raad, en Josias, rekenmeester van Zeeland. Hun ‘frater’ Mornovius was vermoedelijk dezelfde als de ‘Joannes Mornau Middelburgensis’, die op 12 oktober 1593 in Leiden filosofie ging studeren (Album studiosorum Acad. Lugd. Bat. I, kol. 38). Een aan de Vosbergens geparenteerde ‘Mornou’ of ‘Mornau’ komt in de brieven van dl. III voor als een ‘neef’ van Maria van Reigersbergh.
    3 - De lezing van deze vier woorden is onzeker; waarschijnlijk bedoelde de briefschrijver: ‘ik stel voor dat u opnieuw (naar Zeeland) gaat’. Maar het is ook mogelijk dat hier gelezen moet worden: ‘Iterum dandum (libellum) tibi pr[a]esento’, o.i.d.
    4 - Maria van Reigersbergh en haar moeder Mayken Claes (Maria Nicolai).
    5 - Vanwege de slechte gezondheid van zijn vrouw kon Grotius niet op het verzoek van Van Vosbergen ingaan; zie no. 455 (dl. I).