Mijnheer,
Ick heb uE. geschreven den 8. en per terram, d'Apologie des Eglises de France2 gesonden per mare den 12en, noch een briefken geschreven den 14en3 onder couvert van R. all in Febrio. ende lestlick per mare den 1/2/3/4 Meert, bij dewelck ick alle de uwe heb beantwoordt. Dan dewijl de wint niet dienen wil ende ick op Rouen schrijven most, sende ick desen meteen per terram, om uE. te groeten, ende van 't senden der geseyde brieven te adverteren. Van 't intercipieren van uE. swagers brieff aen uE., gedateert den 6en. Feb.4 heeft uE. ontwijfelick gehoort. Ick heb de copie5 eerst gisteren becomen. Ick kan niet sien, datter swaricheyt en is, maer wat en kan een archwanich mensch niet misduyden? Gisteravont creech ick tijdinge, dat dese uE. swager bij missive aen de hh. Staten had versocht6 resolutie, off men uE. wilde laten wedercomen off niet, alsoe uE.
120
anders parthij wilde kiesen. Ick kant niet geloven, immers niet in die forme. Dese brieff - seydt men mij mede - wordt met den geintercipieerden geconfereert, de copie van de geintercipieerde gesonden aen alle steden - ist niet wel de pijne waert? - UE. swager daerop door 4 scherpe commissarissen geëxamineert. Men stroyt, datter een nieuwe conspiratie is ontdeckt: veel isser van te praten. Vele interpreteren dit stroyen te spruyten uyt vrese, dat d'Arminiaenen wat sonderlings tegen de regenten voor hebben, welcke vrese, hoewel se ijdel is, wel soude mogen doen voornemen schadelicke extremiteyten. Hoe het sij, ick vrese onweder, maer meyne evenwel niet, dat de raedtsheer noot heeft. T'en staet er mij niet aen: S. Exie. houdt sich stil, laet alles gaen soe het gaet, twelck bij d'een voor wijsheyt, bij d'ander anders genomen werdt. De vroetschap t'Utrecht triumpheert ende executeert d'Arminiaenen van boven neer. Tot Nimm.7 oock een vergadering gestoort, maer hoor noch niet van de executie. C. Niellij8 huysfrou ende dochter sijn int overvaren van Louvesteyn op Gorckum deerlick verdroncken.Meer niet, dan referere mij tot die per mare met groetenisse aen joffr. uE. huysfr. ende Cornelia, oock aen monsr. Til.9 - dien ick per mare geschreven hebbe -, Dor.10 ende Mer.11. 7. Meert 27.
J. Mehden.
Adres: Aen mijn Heer mijn heer de Groot. Parijs.
In dorso schreef Grotius: 7 Martii 1627 van Meden.