eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1139. 1627 maart 7. Van J. Wtenbogaert1.

    Mijnheer,

    Ick heb uE. geschreven den 8. en per terram, d'Apologie des Eglises de France2 gesonden per mare den 12en, noch een briefken geschreven den 14en3 onder couvert van R. all in Febrio. ende lestlick per mare den 1/2/3/4 Meert, bij dewelck ick alle de uwe heb beantwoordt. Dan dewijl de wint niet dienen wil ende ick op Rouen schrijven most, sende ick desen meteen per terram, om uE. te groeten, ende van 't senden der geseyde brieven te adverteren. Van 't intercipieren van uE. swagers brieff aen uE., gedateert den 6en. Feb.4 heeft uE. ontwijfelick gehoort. Ick heb de copie5 eerst gisteren becomen. Ick kan niet sien, datter swaricheyt en is, maer wat en kan een archwanich mensch niet misduyden? Gisteravont creech ick tijdinge, dat dese uE. swager bij missive aen de hh. Staten had versocht6 resolutie, off men uE. wilde laten wedercomen off niet, alsoe uE.

    120

    anders parthij wilde kiesen. Ick kant niet geloven, immers niet in die forme. Dese brieff - seydt men mij mede - wordt met den geintercipieerden geconfereert, de copie van de geintercipieerde gesonden aen alle steden - ist niet wel de pijne waert? - UE. swager daerop door 4 scherpe commissarissen geëxamineert. Men stroyt, datter een nieuwe conspiratie is ontdeckt: veel isser van te praten. Vele interpreteren dit stroyen te spruyten uyt vrese, dat d'Arminiaenen wat sonderlings tegen de regenten voor hebben, welcke vrese, hoewel se ijdel is, wel soude mogen doen voornemen schadelicke extremiteyten. Hoe het sij, ick vrese onweder, maer meyne evenwel niet, dat de raedtsheer noot heeft. T'en staet er mij niet aen: S. Exie. houdt sich stil, laet alles gaen soe het gaet, twelck bij d'een voor wijsheyt, bij d'ander anders genomen werdt. De vroetschap t'Utrecht triumpheert ende executeert d'Arminiaenen van boven neer. Tot Nimm.7 oock een vergadering gestoort, maer hoor noch niet van de executie. C. Niellij8 huysfrou ende dochter sijn int overvaren van Louvesteyn op Gorckum deerlick verdroncken.

    Meer niet, dan referere mij tot die per mare met groetenisse aen joffr. uE. huysfr. ende Cornelia, oock aen monsr. Til.9 - dien ick per mare geschreven hebbe -, Dor.10 ende Mer.11. 7. Meert 27.

    J. Mehden.

    Adres: Aen mijn Heer mijn heer de Groot. Parijs.

    In dorso schreef Grotius: 7 Martii 1627 van Meden.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Leiden, cod. Pap. 15. Gedrukt Rogge, Br. Wtenb. III: 1, p. 194.
    2 - Zie voor de Nederlandse vertaling bij Knuttel, Pamfl., no. 3778.
    3 - No. 1132.
    4 - No. 1130; zie p. 105 n. 9.
    5 - Copie vanden Brieff etc.; zie no. 1130, p. 105 n. 9.
    6 - Zie de brief, die Reigersberch op 4 maart aan de Staten van Holland schreef; Brandt, Leven I, p. 364 vv.
    7 - Nijmegen.
    8 - Carolus Niellius, remonstrants predikant, werd in 1623 tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld en naar Loevestein gevoerd; zie no. 1067, p. 39 n. 9.
    9 - Daniel Tilenus; zie no. 1063, p. 34 n. 5.
    10 - De predikant François d'Or.
    11 - J. Mercier; zie ook no. 1286.