eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1287. 1628 juli 23. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    Ick zye, dat uE. langer uytblijft uyt Holland als de mening was. Ick en heb niet naegelaeten van weeck tot weeck te schrijven over Amsterdam.

    Wij verwachten hyer de Engelsche vloot, dye zeer sterck sal zijn ende apparentelijck een groot effort doen, waertegens de Fransoysen haer prepareren ende de dijck meest gemaeckt is ende 't gat wel gestopt met schepen. 't Geldt de eer van de twee natiën ende sal daerom apparentelijck bloed costen.

    Monsr. de la Tremouille2 gaet te misse. Onse gewese Heliogabalus3 trompet zeer hoogh de macht van onsen staet, 't welck meer quaeds dan goed doet in een tijdt, dat men nieuwe pretexten soeckt om 't gelt hyer te houden. Aelius4 seyt, dat men Heliogabalus om sijne comportementen in ons landt behoort in de Bastille te setten. Middelertijdt is hij een van de commissarissen in de saeck van ons landt. Accordert dye fleuyten. Veele teyckenen doen mij geloven, dat men van Antoninus5 wege niet hartelijck en sal doen voor Felix6, maer hem sal soecken hyer te houden. Let wel op alles ende doet het best. Baugy7, dye wij voortaen Anthemius sullen noemen, is noch in 't leger. Hij is Ottoos8 groote vrund ende compère alsoock van Spinola9 ende, soo ick verstae, zeer bequaem, soo daer apparentie is tot handeling tusschen Traianus10 ende Decius11. Otto soude hyer wel daerin connen doen, is polityck ende Traianus niet te wel toegedaen,

    346

    daervan wij seeckere teckenen hebben. Clemens12 seyt, dat nootelijck Decius sal moeten comen tot soodanige handeling. Soo dat soo is, het leven van de ynfante13 soude dyenen waergenomen.

    Men houdt hyer, dat de Engelschen verseeckert zijn, dat Spaignie tegen haer niet doen en sal, soo lang sij met Vrancrijck in oorlogh zijn. Hyer claecht men over het weygeren van te laeten volgen uyt ons lant de schepen aen den coning ende van veel indirecte hulpe aen Engelant. In ons lant wederom sal men apparentelijck clagen over het aenhaelen van de schepen van Bourdeaux van nieus14 ende over de wanbetaeling van de aengehaelde voor desen15. Ons tractaet gaet lang voort. Les ministres d'estat alhyer oordeelen, dat d' onsen16 d'uytcomst willen zyen van dit effort van de Engelschen.

    Meer en heb ick [niet] voor dese tijdt. Wilt niet precipiteren noch versuymen.

    Den XXIII Julij XVIcXXVIII.

    UE. dienstwillige broeder
    H. de Groot.

    Adres: Mijn heer Mijn heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant.

    In 's Gravenhage.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Leiden, coll. Pap. 3. Eigenh. oorspr.
    2 - Henri de La Tremouille, hertog van Thouars, pair de France (1599-1674). Hij was een zoon van Charlotte Brabantina, gravin van Nassau (1580-1631), dochter van prins Willem van Oranje.
    3 - Charles d'Espesse, de gewezen Franse gezant in Den Haag.
    4 - De Richelieu.
    5 - Frankrijk.
    6 - Grotius.
    7 - Nic. de Baugy, de nieuw benoemde Franse gezant in Den Haag. De naam staat in de tekst in code.
    8 - De pauselijke nuntius in Parijs, Giovanni Francesco Guidi del Bagno.
    9 - Ambrosio Spinola, veldheer in Spaanse dienst.
    10 - Spanje.
    11 - De Geünieerde Provinciën.
    12 - Zie no. 1279, p. 333 n. 5.
    13 - Zie no. 1200, p. 207 n. 9. Het woord staat in de tekst in code.
    14 - Vgl. no. 1284; zie ook no. 1241.
    15 - Vgl. no. 1235 in fine.
    16 - Fr. van Aerssen en Caspar van Vosbergen.