eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    Bijlage no. 5b
    Bij no. 1413
    Brief van Henrick van Bilderbeke1. dd. 14 juli 1629.

    Dat keyserlijcke volck begint nu eerst recht te voorschijn te commen, sijnde het regiment van Prenier2 10 compangien sterck, maeckende tsamen 2000 mannen, int lant van Berch gearriveert; het regiment van Wittenhorst3 bestaende in ses cornetten bevint sich oock aldaer, d'andere sullen apparentelijck mede niet lange vertouven hebbende de grave van Montecuculi4 haer daertegens gesonden om heur te doen avanceren soo veel mogelijck sij. In allen ampten van den Berch sijn de quartieren gemaeckt. Gisteren bequam den voorn. grave van Montecuculi over tafel sittende eenen expressen van Brussel van de serenissime Infante, die begeert ‘qu'il face toute diligence possible pour conjoindre le secours de l'empereur5 avec l'armée du roy’6. Men schrijft mij uyt Francfort van den XI deses, dat den colonel Wangeler7 noch aff compt met 4 regimenten van 's keysers volck te voet. Soo veel ick van goeder hant vernemen soo sent den keyser 16 regimenten herrewaerts aff; de specificatie hoope ick eerlange te vernemen ende uE. met den naesten ordinaris toe te senden. Soo wil men mij oock asseureren, dat graeff Johan van Nassau8, die binnen vijff dagen alhier verwacht wert, als generael over al dit volck soude commanderen ende met een deel desselffs tot ontset van den Bosch gaen, maer de grave van Montecuculi als lieutenant-generael met een camp volant tusschen de Mase ende Rhijn blijven wert. 't Lantschap van Gulick heeft aen den grave van Montecuculi een present van 4000 rijxdaelders gedaen, opdat int marcheren goede ordre ende disipline onder de soldaten soude mogen gehouden worden. Het rendevous soude tot Maestricht, soo men seyt, aengestelt sijn; wat verders passeert sal uE. in alle diligentie verwittyge.

    Notes



    1 - De brief wordt in uittreksel medegedeeld door N. v. Reigersberch in zijn schrijven aan Grotius tussen 23 en 30 juli 1629; zie no. 1413, p. 78. Zie betreffende de schrijver III, no. 1203, p. 211, n. 8.
    2 - Niet nader geïdentificeerd.
    3 - Niet nader geïdentificeerd.
    4 - Raimondo, graaf van Montecuculi (1609-1680), hertog van Melfi.
    5 - Ferdinand II.
    6 - Philips IV.
    7 - Niet nader geïdentificeerd.
    8 - Jan van Nassau-Siegen; zie III, no. 1281, p. 338, n. 10.