eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1420. [1629] augustus 31. Van J. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    Ic had gemeynt desen bode sonder brieven te laten vertrecken, ten waer ic van eenige van Vlissinghen versocht waer uw E. het versouck van eenen Maerten van den Heuvel2 te recommanderen. De saeck is mij onbekent, can daerom deselve niet specificeren. De heer Reael3 heeft aan mij ende, gelijck ic verstaen, oock aen uw E. daervan geschreven. Sij segghen mij oock, dat uw E. hun alrede eenige vrientschap gedaen heeft ende datter goede apparentie is, dat hun versouck tot een goet eynde sal commen, evenwel hebben mij gebeden om een letter voorschrijven, dat men quaelijck yemant can weygeren, doch altijts onder reserve, gelijck ic pleech, niet willende, dat uw E. sijne vrienden om mijnentwille te lastich soude vallen. Is de saeck soo, dat sij licht ende van selffs soude vallen, soo neemt den danck daervan; is sij anders, cont duysent excusen vinden.

    Bij dese gelegentheyt seynde ic uw E. hyer de lijste van de goederen binnen Wesel gevonden ende de naemen van de gevangens; off sij in de andere partiën heel

    92

    autentyck is weet ic niet, sooveel het gelt belanckt hoore niet wt de particuliere4 brieven, dat daer eenich soude sijn gevonden. De capiteynen ende soldaten hebben groote buyten becommen, dat gaet seecker, want al ist soo, dat de burgers ongeplondert sijn gebleven, soo hebben sij evenwel groote buyten het crijchsvolck toecommende ende wt Duytschlant gebracht becommen. De provisiën sijn oock groot geweest ende seyt men de heere van Dide5, die des gouverneurs6 huys ingenomen heeft, voor sijn paert wel 150m gulden gehadt heeft ende elckeen naer advenent. In somma: de victorie is groot ende daerom te grooter, omdat se soo wel à propos coemt sijnde oorsaeck, dat des viants voornemens op de Veluwe gesteuyt is, die hem weder tot de Isel geretireert heeft, alwaer hij een paelbrugh maeckt ende aen elcke sijde een sterck fort. Ammersfoort heeft hij verlaeten ende hebben de onse tselve besedt. Het voorige garnisoen heeft weynich eere daer ingeleyt ende wenste ic ons neeff Campen7 daer niet geweest waer, want al ist soo, dat hij geene rekening schuldich is, nadien sijn cappiteyn8 daer geweest is, soo geeft het evenwel een vooroordeel. Dorp wort gesocht ende sijn alle officiers gelast hem te apprehenderen, men segt hij te Scheveling affgevaeren is.

    Den Bosch sal noch wel, naer gissing, heel de maent van September houden. De viant heeft noch seer onlancx ende tsedert de viant op de Veluwe is, sijne voorige aenbiedingen gedaen, maer den Bosch moet vooren gaen. Calchas9 heeft de lucht daervan becommen ende doet weder naer gewoonte, de gemeyne man wert daervan geïnstrueert ende sijn het alle verraders, die den treves souden derven aenraden, soodat ic quaelijck sien, off dese saeck tot meeste voordeel van het lant wel sal werden geëxamineert. De voorige tijden maecken de luyden vreesachtich ende schijnt ons Neeff10 noch voor noch teghen wil raeden. De voorslach, dien hij daervan gedaen heeft, is hem quaelijck affgenomen, wil nu het van andere comme, soodat het wel achter soude moghen blijven. Ondertusschen sijn de lasten seer gegroeyt ende weten periti wel, dat deselve niet connen werden gecontinueert ende heeft men veel gedaen om wt dese conditiën te connen commen. Buyten twijffel Vranckrijck saeg dit gaeren gebroocken, indien sij nu eenighe subsidiën van gelt seynden, souden de luyden, die voor het oorlogh sijn, seer stijven, alhoewel men genoech weet, dat dat geen erffrenten sijn.

    U broeder is woensdaeg tot Vere gepasseert, alsoo, midts de dancksegging, die hyer over Wesel geschiede, de poorten gesloten waeren, soo is hij voorbij gegaen. De procuratie heb ic becommen11, sal mij daermede connen behelpen. Als ic uw E. can dienen, doen het gaeren ende meyne ic alsnoch, dat dit lant op eenen bequaemen tijt ende wel vercocht is, wat bij verloop van tijt sal sijn, weet ic niet, doch daervan behoort men niet te oordeelen.

    De lijffrenten op ue E. kinderen sal ic besorghen; ic weet niet, dat yemant lijffrenten als die van Hollant vercoopt ende dat den penninch neghen, soodat

    93

    tot het coopen van dese geordonneerde vijffhondert gulden 4500 gulden betaelt sal moeten worden. Het eerste payement sal bij Ronberghen in het eynde van September eerst betaelt werden, dat beloopen sal tusschen de 31 en 3200 gulden; sullen ondertusschen commoditeyt hebben om mij te adviseren, off op Hollant deselve renten gelieft te hebben gecocht. Sij betaelen wel ende heb icker 700 gulden voor mij gecocht ende voor Campens kinderen12 gelijck 700 gulden. Moocht mij meteenen adviseren, off ic de penninghen aen uw E. broeder wil seynden ende voortaen met het houden van de rekeningh van die 500 gulden lijffrenten belasten.

    Ma soeur, met mijnen laesten13 heb ic een satinen cleedt ontboden; ic seynde hyer de maet van den hals: tot de spel is de maet van mijn blooten hals, de heele lanckte is op het wambays genomen. Dat dit cleedt mocht werden gesonden, is meer mijn huysvrauwens14 als mijne begeerte. Dit eerste sal sijn om dagelijckx te draegen ende wel passende sal een beter ontbieden, hadde echter gaeren, dat goet satin naemt.

    De vrienden sijn alle wel. Wij hebben hyer gesmacht van hitte ende vreest men voor swaere sieckten. Godt wil ons ende de onse bewaeren.

    Mijne huysvrau ende ick doen aen uw E. ende haer man onse dienstige gebiedenis. De hondert gulden voor nicht Cornelia besproocken sal ic met den eersten overmaecken.

    Desen laesten Augusti.

    UE. dienstwillighe broeder
    J. v. Reigersberg.

    Ic moet oock hebben nestelinghen, hantschoenen, coussebanden ende rosen, doch begeere geene rosen op soo haere vilte genaeyt, alsoo sij te ongemackelijck sijn.

    In dorso schreef Grotius: 31 Augusti 1629 I. Reigersberg.

    (Adres afgesneden)

    Notes



    1 - Hs. Bibl. Gem. Rotterdam, coll. Rem. Kerk, cat. v. hss. no. 1681. Eigenh. oorspr. Gedrukt Rogge, Br. Nic. v. Reigersb., p. 782; het postscriptum aan Maria bij Rogge, Br. van en aan Maria v. Reigersb., p. 326.
    2 - Wellicht de M.V.H. Willemsz (= Maerten Willemsz. van Heuvel?), aan wie o.a. brief no. 1360 gericht is; zie aldaar p. 1 n. 1.
    3 - Laurens Reael; zie no. 1192, p. 191 n. 3.
    4 - Reigersberch schreef er ‘publique’ boven zonder ‘particuliere’ door te halen.
    5 - Otto van Gend, heer van Dieden; zie no. 1413, p. 79 n. 2.
    6 - Francisco Lozano; zie Aitzema, Saken van Staet en Oorlogh I, p. 872.
    7 - Misschien Philips Campe; zie III, p. 128, no. 1146 in fine.
    8 - Tertulliaen van Dorp; zie no. 1419, p. 89 n. 2.
    9 - Volgens Rogge, op. cit. register, is hiermede Daniel de Hartaing, heer van Marquette, bedoeld. Deze was echter in april 1626 te Utrecht overleden. Misschien moet aan de Contraremonstrantse predikanten gedacht worden.
    10 - Frederik Hendrik.
    11 - Zie no. 1419, postscriptum aan Maria.
    12 - De kinderen van de oud-burgemeester van Veere Jacob Campe, die op 28 juli 1625 aan de zg. Mansfelder ziekte was overleden; hij was gehuwd geweest met Martha van Reigersberch, Maria's oudste zuster, die bij de geboorte van haar 19e kind was gestorven.
    13 - Zie no. 1419, postscriptum.
    14 - Reigersberchs tweede vrouw Jacoba de Waert, met wie hij in 1624 was gehuwd.