eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1691. 1631 november 10. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    Monsr de Thou2 menende wederom te gaen nae den Hage is schielick verandert sijnde in den Briel, daer hij met den hertogh van Vendosme3 was gegaen, sieck geworden ende daerom over Zeelant vertrocken nae Vrancrijck. Ick hoope uE. mijnen brief, gesonden op Saterdagh4, wel sal hebben ontfangen. Veele personen verseeckeren mij, dat van Santen5 seit van mijne saecke sonderling niet te weten, alsoo hij weinigh over mijne examinatie is geweest. Dit is waer. Want de examinatie over de principale poincten was geschiet voor het stellen van de rechters ende is voor de rechters niet gerepeteert, gelijck ick versocht had ende nae rechten had moeten geschieden 't Waer goedt, dat andere rechters almede soo spraecken ende dat de man, die 't quaedt gedaen heeft, op 't kerckhoff waer.

    Alle de vroedschappen alhier spreecken wel van mij; bekennen ick niet gegaen en ben buiten mijne last ende dat sij mijne actie tot de gagiën niet en connen ont-

    452

    gaen. Indien Sijn Extie conde goed vinden, dat ick hem eens spraeck, dat soude goedt doen.

    Mijne gebiedenisse aen de vrunden.

    Den 10 Novembris 1631.

    UE. altijdt dienstwillige
    broeder
    H. de Groot.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant in de Nieuwe Hogestraet in 's Gravenhage.

    port

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot tot Rotterdam den X Novembris 1631.

    Van Santen spreeckt toch.

    De vroetschappen bekennen niet is gegaen buten sijn last.

    Dat sij de betalynge van gagie niet connen ontgaen.

    Souckt Gallus te spreecken.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. R.K. H 16j. Eigenh. oorspr.; copie Bibl. Gem. Rotterdam, coll. Rem. Kerk, cat. v. hss., no. 1229: 1. De copie draagt het opschrift: ‘Afschrift van een brief van de Groot aen den Raets heer Reigersberch’ en het onderschrift: ‘Dit afschrift met het hantschrift van de Groot gecollationeert en accoort bevonden. Joan de Haes. 1709. Buitenop stondt met de hant van Reigersberg geschreven broeder de Groot tot Rott. den X Nov. 1631.’ Niettemin vertoont de copie van De Haes een aantal kleine verschillen, voor het merendeel de spelling betreffende.
    2 - François Auguste; vgl. no. 1687, p. 446 en n. 5 aldaar.
    3 - César, hertog van Vendôme; zie no. 1617, p. 376 n. 1.
    4 - Dit moet een - verloren gegane - brief van 8 november zijn geweest.
    5 - Gerard Beukelsz. van Santen, destijds een der 24 rechters.