eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    Bijlage no. 17
    Bij no. 1703
    Extract1

    Vergadering gehouden den 3 september 1618.
    Absenten Willem Huygen2, Driel3
    ende Bontius4 ende den pensionaris de Groot.

     

    In de voorss. vergadering is bij de heeren gedeputeerden gedaen rapport ende onder anderen, dat Mr. Hugo de Groot, pensionaris deser stede, door last van de Hoochmog. heeren Staten-Generael op den XXIXe Augusti laestleden is verseeckert ende alsnoch in hechtenisse werdt gehouden, waerop voorgelesen sijnde seeckere requeste, daertoe ingestelt ende hiernae van woorde tot woorde geïnsereert luidende aldus:

    Aen den prince van Orangie.

    Vertoonen reverentelijck de heeren burgemeesteren5, gemeene vroedschappen ende raiden der stadt Rotterdam, hoe dat sij supplianten met groote droefheit verstaen hebben, dat de persoon van Mr. Hugo de Groot, raedt ende pensionaris der voorss. stede bij ordre van de Hoochmog. heeren Staten-Generael der Vereenigde Nederlanden op den XXIXe der voorleden maent Augusti wesende op de daghvaert van de Staten van Hollant ende Westvrieslant in 's Gravenhage verseeckert is, in welcke verseeckering deselve alsnoch gedetineert werdt. Ende alsoo de voorn. de Groot ter voorss. daghvaert is gegaen bij deputatie van hun, supplianten, sijnde oversulcx een litmaet van de vergadering van de hoochgemelte heeren Staten van Hollant ende Westvrieslant ende dienvolgens nae de oude ende loffelijcke vrijheden ende coustumen van deselve landen geduirende de voorss. daghvaert sijn persoon sonder reverentie niet en mach werden becommert; dat mede sij, supplianten, den goeden raedt ende advys van denselven de Groot in verscheide ende importante saecken der voorss. stede, daerinne hij voor desen gebesoigneert

    523

    heeft hoochnoodigh van doen hebben; soo versoecken ende bidden burgemeesteren, gemeene vroedschappen ende raiden voornoemt uwe Ex.tie seer gedienstelijcken, dat deselve, gekent als gouverneur ende stadthouder van de landen van Hollant ende Westvrieslant bij haere Ho. Mo. te intercederen ende sijne autoriteit te interponeren, ten einde de persoon van de voornoemde de Groot uit de voorss. hechtenisse magh werden gerelaxeert ende gestelt in alsulcken staet als hij was voor date van de voorss. deputatie. Met presentatie, dat de supplianten denselve de Groot binnen de voorss. stede van Rotterdam in sijne huisinge ofte andere verseeckerde plaetse aldaer sullen doen bewaeren, omme sijne actiën ende alle 'tgunt hem bij haere Hoochmog. te laste geleit soude mogen werden te verantwoorden als naer behooren. 'T Welck doende sullen de supplianten God den Heere Almachtigh bidden sijne genaedige segen over Uwe Ex.tie overvloedelijck te willen uitstorten ende desselfs princelijcke persoon in goede ende lancduirige gesondtheit tot conservatie ende aenwassinge van de hoocheit van de landen te willen spaeren.

    Is bij eendrachtige stemmen geresolveert deselve requeste wel ingestelt te sijn ende dienvolgende verstaen, dat men de voorss. requeste presentere aen Sijn Ex.tie; daertoe gecommitteert sijn nevens een van de heeren burgemeesteren den bailiu Muilwijck6, Versijden7, Hartichvelt8 ende Snaets9.

    Vergadering den 10 September 1618 present alle de vroedschappen sonder Willem Huigen, van Driel, Hartigvelt ende den pensionaris.

    In de voorss. vergaderinge is gedaen rapport van de gecommitteerde, die met het request in Den Hage sijn geweest aen sijn Ex.tie omme te versoecken bij hetselve de ontslaeging van de persoon van Mr. Hugo de Groot, onsen pensionaris, volgens de last als in de laest voorgaende vergaderinge; waerop eenpaerelijck goet gevonden is, dat de gecommitteerde deser stede gaende ter dachvaert sullen aenhouden ende insisteren, dat de drie gevangenen mogen werden te recht gestelt naer de privilegiën ende coustumen deser landen.

    Den 29 Augusti 1618 praesentibus uit Hollant Matenes10, Witsen11, Ruychaver12, Dussen13, rapport gedaen sijnde in de Staten-Generael van het saisissement van de drie personen.

    Hebben die van Hollant verclaert, dat sij extraordinaris verwondert sijn van de voorss. proceduiren, sonder haer weten, met usurpatie van haere jurisdictie.

    Notes



    1 - Eigenh. afschr. Arch. Gem. Rotterdam D 130, f. 155 r/v. en f. 156 r.; copie Wtenb. Bibl. Gem. R'dam, coll. Rem. Kerk, cat. v. hss. no. 319.
    2 - Willem Hugensz. Vredenburg, van 1585 tot zijn dood op 15 september 1618 lid van de vroedschap van Rotterdam en vele malen burgemeester.
    3 - Cornelis Claesz. van Driel; zie no. 1656, p. 416 n. 3.
    4 - Dr. Johannes Bontius; zie no. 1712, p. 475 n. 2.
    5 - Zie voor hun namen bijlage no. 16, p. 521 n. 3.
    6 - Boudewijn Willemsz. van Muylwijck (± 1550-1625), van 1594-1622 baljuw van Rotterdam, in 1618, hoewel remonstrant, niet uit zijn ambt ontzet.
    7 - Jan Dircksz. Versijden; zie no. 1682, p. 442 n. 7.
    8 - Cornelis Jansz. Hartingsveld (of Hartigsvelt); zie no. 1656, p. 416 n. 2.
    9 - Jan Jansz. Snaets, de Jonge, lid van de vroedschap van Rotterdam van 1616 tot 1618; hij werd op 30 oktober van dat jaar door prins Maurits ontslagen.
    10 - Adriaan van Matenesse († 1621); zie no. 1475, p. 159 en n. 7 aldaar.
    11 - Cornelis Fransz. de Witte (1545-1622), op 28 december 1618 als lid van Gecommitteerde Raden voor Dordrecht vervangen door Mr. François van der Burgh. Volgens de geschreven resolutiën van de Staten-Generaal van 1618 (Archief Staten-Generaal inv. no. 43) behoorde tot de afgevaardigden ook nog de Amsterdammer Gerrit Jacob Witte († 1626), die van 1617 tot 1619 lid van Gecommitteerde Raden was.
    12 - Maerten Ruychaver (1540-1626), op 19 december 1618 als lid van Gecommitteerde Raden voor Haarlem vervangen door Arent Meynerts.
    13 - Eewout Jacobsz. van der Dussen; zie over hem III, p. 11, n. 4.