eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    484

    1722. 1631 december 31. Aan M. Willemsz. v[a]n H[euvel]1.

    't Is seker, dat meest alle swaricheydt in de Christenheydt comt door het al te precis dringen van subtyle leerpuncten, manieren van doen ende ordre, die voor een groot deel in haerselven noch heyligen noch verdoemen, waeronder dan de ickheer-sucht geleydt door eygen eersuchtige geesten heur gemeenlijck menghet. 't Hanteren van vreedsame Christelijcke vergaderingen tot opweckinge van godvruchticheyt ende 't gebruyck der tekenen acht ick, dat men moet houden in sijne waerde als behulpmiddelen tot het principaelste, ende ick hoope, de wercken van dat cloeck verstant2 niet onnut en sullen zijn, om eenige niet al te verre ingenomene te brengen tot meerder vredelust ende tot bevordring van de saken, waerinne eygentlijck de Christelijcke religie bestaet.

    Notes



    1 - Gedeelt. gedrukt. I. Deel Van Dieryck Volckertsz. Coornherts Wercken, T'Amsterdam, 1630, f. 7 verso; geadresseerde zal de Van Heuvel zijn van wie sprake is in no. 1714. Men vergelijke nos. 1360, 1420, 1708, 1714 en 1717.
    2 - Nl. van Coornhert; aldus Op. cit., t.a.p.