eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1776. 1632 augustus 17. Aan J. van den Vondel1.

    Seer geleerde, treffelijke vrundt,

    UE. bedenkinge, die deselve genomen heeft over het dicht ter occasie van mijn vertrek2, vinde ik goedt. Seer qualijk soude de ergernisse gemijdt hebben konnen werden ende lichtelijk soude men hemselve quaedt doen sonder mij goedt te doen.

    Ik oordeele ook, dat uE. tot een volkomen poema een bequaem subject bedacht heeft, van den tocht van Constantijn na Rome3, 'twelk soo grooten gewicht

    56

    heeft medegebraght in de sacken van de werelt. De Grieken roemen Constantijn seer hoogh ende noemen den apostelen gelijk. Mij dunkt, dat hij geen quaedt prins en is geweest, sedert hij de Christelijke religie heeft aengenomen; maer gelijk de Christenen hem tot den hemel verheffen, soo sie ik, dat Zosimus4, een blint ijveraer in 't heidensch geloof, alles opsoekt, dat hij kan met recht met onrecht om hem te doen klein achten. Doch uE. seit wijsselijk, dat het den poeten recht is de fauten over te sien ofte niet te geloven van degeenen, die sij nemen tot stoffe van haer lof en tot een voorbeelt van deucht. UE. considereert wel, dat daer occasie sal sijn om te spreken van de heidensche en van de Christensche coustumen. Van de eerste heeft uE. genoegh voorschriften bij de Grieksche en latijnsche poeten ende de oude uitleggers daerop. Ook hebben weinigh voor onsen tijdt daervan niet onbequaemelijk geschreven Giraldus5 ende Rosinus6. De christelijke coustumen van die tijdt kan men sien in de Apologie van Justinus7, de werken van Tertullianus8, Cyprianus9, de consiliën van Neocaesarie10, Gangres11, Laodicea12, Ancyra13 ende het generael van Niceen14, 't welk gelijk ook dat van Eliberi15 in Spanje ende 't eerste van Arles16 in Walschlant sijn gehouden ten tijde van Constantijn. 'T beginsel staet mij wel aen ende soo voortgaende twijffele niet aen het duiren van het werk. Godt wil daertoe sijn segen verleenen ende uE. met sijne familie nemen in sonderlinge hoede.

    7/17 Augusti 1632.

    UE. gantsch dienstwillige
    H. de Groot.

    Ik bidde doe mijne dienstelijke gebiedenisse aen de goede vrunden, insonderheyt

    57

    aen mijnheer de drossaerdt Hooft17, dien ik ten hooghsten ben geobligeert, ende aen d'Heere Doctor Coster18.

    Notes



    1 - Copie U.B. Amsterdam, coll. RK. III H 3. Gedrukt Oud-Holland XII (1894), p. 134; Brandt-Cattenburgh, Leven I, p. 443 en p. 444; G. Brandt's Leven van Vondel, met eene inleiding en aanteekeningen voorzien door Dr. Eelco Verwijs. Tweede druk bewerkt door Dr. J. Hoeksma. Amsterdam 1905, A. Versluys, p. 56; Dr. P. Leendertz Jr, Het Leven van Vondel. Geïllustreerd onder toezicht van E.W. Moes. Nederlandsche Historische Bibliotheek uitgegeven onder leiding van Prof. Dr. H. Brugmans III, Amsterdam 1910, p. 148; Mr. J. van Lennep, De Werken van Vondel in verband gebracht met zijn leven en voorzien van verklaring en aanteekeningen. Met platen en afbeeldingen. Derde deel. Uitgegeven bij Gebroeders Binger, te Amsterdam 1857, p. 156; J.F.M. Sterck, Vondelbrieven uit de XVIIe eeuw aan en over den dichter. Verzameld en toegelicht door - . Amsterdam 1935, pp. 69 vv.
    2 - Dit gedicht is niet teruggevonden; zie Sterck, op. cit., p. 70, noot.
    3 - Zijn epos over Constantijn I de Grote (± 285-337) in 1632 begonnen heeft Vondel onvoltooid gelaten en grotendeels vernietigd.
    4 - Zosimus, Grieks historicus uit de 2o helft van de 5o eeuw; zijn Ἱστοϱία νέα, voor zover bewaard gebleven, bevat zes boeken, begint met de regering van Augustus en gaat niet verder dan het jaar 425 onder de regering van Theodosius II.
    5 - Lilio Gregorio Giraldi (1479-1552) uit Ferrara, geleerde en schrijver van latijnse gedichten.
    6 - Johann Roszfeld - Rosinus - (1551-1626), schrijver o.m. van Antiquitatum Romanarum corpus absolutissimum. Basileae 1583.
    7 - Justinus, heilige, apologeet en martelaar (geb. ± 165); hij bestudeerde de filosofie van Plato en kwam ± 130 via het Oude Testament tot het christendom. Hij trad als leraar op o.a. te Rome, waar hij een school stichtte. Hij schreef o.m. ΑΠΟΛΟΓΙΑ ΠΡΩΤΗ ΥΠΕΡ ΧΡΙΣΤΙΑΝΩΝ ΠΡΟΣ ΑΝΤΩΝΙΝΟΝ ΤΟΝ ΕΥΣΕΒΗ, Apologia prima pro Christiania ad Antoninum Pium; ΑΠΟΛΟΓΙΑ ΔΕΥΤΕΡΑ ΥΠΕΡ ΧΡΙΣΤΙΑΝΩΝ ΠΡΟΣ ΤΗΝ ΡΩΜΑΙΩΝ ΣΥΓΚΛΗΤΟΝ Apologia secunda pro Christianis ad Senatum Romanum, waarvan vooral de eerste voor de geschiedenis van belang is om de schildering van doop- en eucharistieplechtigheden; zie Migne, P.G. VI, kol. 327 vv.
    8 - Betreffende Tertullianus zie no. 1769, p. 49 n. 8.
    9 - Caecilius Thascius Cyprianus van Carthago, heilige, kerkvader en martelaar (± 200-258), leerling van Tertullianus; voor zijn werken zie Migne, P.L. III-IV. Zie ook IV, no. 1521, p. 234 n. 4.
    10 - Synode van Neocaesarea in Pontus, gehouden tussen 314 en 325.
    11 - Synode van Gangra in Paphlagonie in 340/1 tegen Eustathios van Sebaste en zijn aanhangers.
    12 - Het eerste concilie van Laodicea, tussen 343 en 381 gehouden; in 481 vond te Laodicea een tweede kerkvergadering plaats inzake patriarch Stephanus van Antiochië.
    13 - Er zijn te Ancyra in Phrygie drie synoden gehouden: een orthodoxe in 314, die Grotius hier bedoelt, een semi-Ariaanse in 358 en een Ariaanse in 375.
    14 - Het eerste algemene concilie van Nicea in 325.
    15 - Concilie van Elvira in Spanje, omstreeks 306 gehouden.
    16 - Het eerste concilie van Arles werd gehouden in 314.
    17 - P.C. Hooft, die Grotius verheerlijkt had in zijn gedicht Aen den Heere Huigh de Groot, op 't beroepen van twee leeraers ter Doorluchtigher Schoole, en zijn' Koomst, tot Amsterdam; zie Dr. F.A. Stoett, Gedichten van P.C. Hooft. Volledige uitgave. Tweede geheel herziene, opnieuw bewerkte en vermeerderde druk van de uitgave van P. Leendertz Wz. Eerste deel. Amsterdam P.N. van Kampen & Zoon 1899, p. 302 v.
    18 - Dr. Samuel Coster (1579-1665), medicus te Amsterdam en literator; hij stichtte in 1617 de Eerste Nederduytsche Academie als een Nederlandse oefenschool voor wetenschap en kunst.