... schreef De Groot den achtentwintigsten van die maand [Oogstmaandt]:
De vrees ... is hier vrij wat verslapt.2 De steden, tot het uiterste van Vrankrijk toe, doen alle hun best en men hoopt eerlang een leger van zestigduizent man op de been te hebben om twee legers daarvan te maken. Ik verwonder mij dat de vijanden overal zoo grooten magt hebben. Misschien dat het een groot effort is dit jaar en dat zij 't niet wel zullen konnen vervolgen. Hier zijn de zaken ook niet in staat van te konnen duuren.