The Correspondence of Hugo Grotius / deel_8 / 2967. 1637 februari 19. Aan N. van Reigersberch.

eLaborate

::: eLaborate options :::

Show pagebreaks

Show variations

Navigation

Vorige brief

Volgende brief

Choose a letter

1A. 1583-1610. Dagboekaantekeningen van A. de Groot-van Overschie.

1B. [1594, vóór augustus]. Aan [C. de Groot].

4A. [1597, najaar]. Aan P. Scriverius.

6A. [1598, voorjaar]. Adviezen van [Jan de Groot] voor Hugo's Franse reis.

7A. 1599 [voorjaar, maart 29?]. Aan Henri II de Bourbon, prins van Condé.

22A. [1601, zomer]. Aan de Lezer.

23A. [1601, najaar]. Van D. Heinsius.

27A. [1602]. Van J. ten Grootenhuys.

32A. [1602] juli-augustus. Aan [D. Heinsius].

36A. [1603]. Van D. Heinsius.

45A. 1603 [zomer, najaar (16 augustus?)]. Aan R. van Brederode.

110A. [1608, einde januari]. Aan [P. van Leeuwen].

157A. [1609, vóór 18 februari]. Aan de vorsten en vrije volkeren der Christenheid.

175B. [1609, einde oktober]. Aan het Hof van Holland.

183A. [1609, najaar - 1610, voorjaar]. Van [J. Boreel].

198B. [1610, midden september]. Aan het [Hof van Holland].

198C. [1610, midden september]. Aan het [Hof van Holland].

218A. [1612]. Aan het Hof van Holland.

218B. [1612]. Aan het Hof van Holland.

250A. [1613]. Van W. Snellius.

250B. [1613-1618]. Van H. Bonython.

389A. [1615, voorjaar]. Van G. Basson.

399A. [1615, begin mei]. Verbaal van de conferentie met de Engelse gedeputeerden.

473A. [1616, najaar]. Van G.A. Bredero.

588A. [1619 mei]. Van Maria van Reigersberch.

588B. [1619 mei]. Aan Maria van Reigersberch.

588C. 1619 [juni]. Aan de Staten-Generaal.

629A. [Na maart 1621]. Aan N.N.

703A. [1621 oktober, november]. Van N. van Reigersberch.

819B. [1623 voorjaar]. Aan N.N.

936A. 1625. Aan Lodewijk XIII.

995A. [1625 augustus]. Aan de [Staten-Generaal].

1111. [1626 november]. Van N. van Reigersberch.

1370. 1629 februari 10. Aan Willem de Groot.

1373. 1629 maart [?]. Van C. Barlaeus.

1382. [1629 eind maart-begin april.] Van S.J. Stephanius.

1410. 1629 [juli]. Aan B. Aubéry du Maurier.

1413. [1629 juli tussen 23 en 30.] Van N. van Reigersberch.

1468A. [1630, na 8 januari]. Van G.J. Vossius.

1523. 1630 juli 10. Van M. Bernegger.

Bijlage no. 7 Bij no. 1539 aan N.C. Fabry de Peiresc dd. 6/16 september 1630.

1543A. [1630, omstreeks 25 september]. Van G.J. Vossius.

1571. [1631]. Aan Cornelis, Pieter en Diederik de Groot.

1651. [1631 juli]. Van J. Wtenbogaert.

1702. [1631 december] Aan P. Dupuy.

Bijlage no. 17 Bij no. 1703 Extract

Bijlage no. 1 Bij no. 1724 Concept van een brief aan de Staten van Holland en West-Friesland.

Bijlage no. 2 Bij no. 1724 Concept door Johannes Wtenbogaert van een door Grotius in te dienen verzoekschrift.

1734. [1632 kort voor 26 januari ?] Van P.C. Hooft.

1741. [1632 tussen 9 februari en 17 april] Aan P. Dupuy.

1771. 1632 [eind juli]. Van G.J. Vossius.

1823. 1633 [na 15 maart]. Van G.J. Vossius.

1886. 1633 oktober 19. Aan G.J. Vossius.

1906. 1634. Aan H. Conring.

1950C. [1634, na 28 augustus]. Aan H. Bignon.

1962. [1634] Aan N.N..

1963. [1635 of later] Van S.F. Gostomsky.

1964. 1635 [?] Aan Lodewijk XIII.

1964B. [1635]. Van [L. le Bouthillier de Chavigny].

Bijlage no. 8 Bij no. 2016 Extract uytter register der resolutiën van de Ho. Mog. Heeren Staten-Generael der Vereenichde Nederlanden.

2128. [1635 juni.] Van Ph. Saeko.

Bijlage no. 2 Bij no. 2252 Bijvoegsel bij een brief van Ch. Marini dd. 25 augustus 1635.

2332. [1635 november]. Van N. van Reigersberch.

2419. 1636? [?]. Van [J.] H[eufft]?.

2419A. [ca. 1636]. Aan N.N.

2419B. [ca. 1636]. Van N.N.

2460. 1636 februari -. Van Rijngraaf Otto.

2671. 1636 [juli, tussen 17 en 24]. Aan G.J. Peblicz.

2778. 1636 [oktober]. Van Ch. Marini.

Bijlage no. 2 Bij no. 2956 Proposit[a] in Comitiis Anni 1637.

2967. 1637 februari 19. Aan N. van Reigersberch.

Bijlage no. 4 Bij no. 3009

Bijlage no. 7 Bij no. 3132 H. Grotius aan A. Oxenstierna.

3188. 1637 augustus 1. Van A. Oxenstierna.

3233. [1637 eind aug. - begin sept.] Van J.F. Gronovius.

3437A. [1638 januari, februari]. Van [J. Epstein].

3442A. [1638, tussen 5 en 13 februari]. Van J.F. Gronovius.

Bijlage no. 10 Bij no. 3697 dd. 31 juli 1638.

3908. 1639 Van V. Fabricius.

Bijlage no. 1 Bij no. 3908 Opdrachtgedicht van Corn. de Groot bij de tweede druk van v. Fabricius Poemata.

3909. 1639 Van Cl. Sarravius.

3915. [1639 januari, begin]. Aan A. Oxenstierna.

3939A. [1639 januari, februari]. Van J.F. Gronovius.

3963. 1639 februari 7. Aan H. Appelboom.

4069. 1639 april 16. Aan Willem de Groot.

4273. [1639 eind augustus]. Van N.N..

Bijlage no. 3 Bij no. 4273 Tombeau du Duc de Wimar.

Bijlage no. 5 Bij no. 4417 Advys op een resolutie van de Staten-Generael.

4441. 1639 december 26. Van P. de Groot.

4451. 1639 [eind december]. Van Ch. Marini.

Bijlage no. 4 Bij no. 4497 Bijvoegsel bij een brief van Ch. Marini dd. 2 februari 1640.

4536. [1640 vóór maart 3] Van N.N..

4992A. [1641]. Aan de Christelijke Lezer.

Bijlage no. 1 Bij no. 5001 Bijvoegsel bij een brief van J.A. Salvius dd. 9 januari 1641.

Bijlage no. 19 Bij no. 5138 Bijvoegsel bij een brief van C. Marin dd. 11 april 1641.

5164. [1641 mei ?] Aan N.N.

Bijlage no. 24 Bij no. 5190 Memoire.

Bijlage no. 27 Bij no. 5264 Memorial.

Bijlage no. 37 Bij no. 5410 Bijvoegsel bij een brief van P. Pels dd. 10 oktober 1641.

Bijlage no. 39 Bij no. 5455 Bijvoegsel bij een brief van G. Keller dd. 5 november 1641.

Bijlage no. 43 Bij no. 5530 Bijvoegsel bij een brief van P. Spiring Silvercrona dd. 30 december 1641.

5532. 1642 [januari ?]. Van N.N.

5867. [1642 september?]. Van J.A. Salvius.

5980. [1642 begin december]. Aan [W.] van der Goes.

7321. 1645 februari 18. Aan N. van Reigersberch.

Search

Searchform

Letter

2967. 1637 februari 19. Aan N. van Reigersberch1.

[Mon frère,]

107

Wat belangt de Polityke questie over eenigen tydt aan my voorgestelt2, geeft my gelegenheit om U Ed. zeer te raden te lezen de brieven van Cicero aan Atticus, ook ad familiares, om daar uit het oordeel van treffelyke luiden van dien tydt over zulke questien te verstaan. Maar om den zin, die dikmaal duister is, wel te vatten, zoude UE. dienen voor af te laten gaan de geschiedenis van dien tydt, beschreven bij Appianus3 in het twede boek van den burgerlyken oorlog4, by Dion Cassius5 en Plutarchus6 in de levens van Caesar, Pompejus, Crassus, Cicero; ook 't geen van 't leven van Cicero bij Manutius7 is geschreven.

Notes

1 - Gedeeltelijk gedrukt in Brandt-Cattenb., Leven II, p. 136. Antw. op vermoedelijk nos. 2931 en 2937; beantw. d. no. 2977.

2 - Zie no. 2916 dd. 6 januari.

3 - Grieks geschiedschrijver uit Alexandrië (± 90-± 170); hij kwam als advocaat naar Rome en beschreef de Romeinse oorlogen volgens geografische indeling in 24 boeken: Ῥωμαιϰὴ Ιστοϱία of Bella Civilia.

4 - Het tweede boek behandelt de oorlogen in Italië. Het bestaat nog slechts fragmentarisch; zie Appian's Roman History with an English translation by Horace White, M.A., LL.D. In four volumes. The Loeb Classical Library. London-New-York MCMXII-MCMXIII, vol. I, 42 vv.

5 - Voor Cassius Dio Cocceianus en zijn Ῥωμαιϰά of Ῥωμαιϰὴ ἱστοϱία zie IV, p. 259 n. 9.

6 - Plutarchus (±46-na 120), Grieks schrijver van o.m. Βίοι παϱάλληλοι. Zie voor de hier genoemde ‘Vitae’ Plutarch's Lives with an English translation by Bernadotte Perrin. In eleven volumes. The Loeb Classical Library. Londen-New-York MCMXIV-MCMXXVI, vol. III (Crassus), vol. V (Pompeius) en vol. VII (Caesar en Cicero).

7 - Aldus Manutius -Aldo Manuzio- (1449-1515), Venetiaans drukker en humanist.

[text]