eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5570. 1642 januari 24. Van P. Pels.1

    Mijnheer,

    Den 10en aen u. Exc.cie lest geschreven.2 Den churvorst van Brandeborg3 is den 15 tot Coninxbergh gehuldigt van de ridderschap en kleine steden. De dry Coninxberger steden4 hebben gedifficultert dat hun well mochtte berauwen. Den churvorst begint seer te mesnageren en alreede eenige ampten gelost. Den sohn van Ragotski in Sevenbergen traut de eenige erve van de familli Battori met alle de goederen in Polen, Ungaren en Sevenbergen.5 De heer Lychtmaer is den 21 vanwegen den churvorst naer Pommeren tot confirmacie van de armistie hier gepasseert.6

    In Polen gaet die verdachtte ridderschap ter eeren van de H. Moeder Maria7 voorts. Daer sijn veel gemoederen gedisgousteert, dordien datter well 15 articulen in de constitucie op anderen sin gestelt sijn als de rechte meininge is, daervan den ondercantzler Ossalinski8 mede

    51

    beschuldigt wort. Saude de aenstaende convocacie9 dor confusie schayden, eenen algemeinen opstand is in 't rijck te vreesen.

    Ick blijve, mijnheer,

    u. Exc.cie ootmoedige diener,
    Paulus Pels.

    24 Ianuario 1642, Dansick.

     

    Ick bidde u. Exc.cie gevoelen over de Engelse beroerte.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 22 Fe.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, KB., coll. Cornets de Groot IV 13, z. Eigenh. oorspr.
    2 - Brief no. 5546.
    3 - Op 7 oktober 1641 had keurvorst Friedrich Wilhelm aan koning Wladislas IV van Polen hulde gedaan voor het leen Pruisen. Van Warschau keerde de vorst terug naar zijn hof te Koningsbergen (Opgenoorth, Friedrich Wilhelm I, p.107).
    4 - Koningsbergen was een agglomeraat van de ‘städte’ Altstadt, Löbenicht en Kneiphof. Hun oppositie richtte zich in 1641 vooral tegen de tol te Pillau (Urk. u Act. XV, p. 325-334).
    5 - György Rákóczi, zoon van György (Georg) I, vorst van Zevenburgen (1630-1648), huwde Zsófia Báthory (Biographisches Lexikon zur Geschichte Südosteuropas IV, p. 27).
    6 - De Brandenburgse onderhandelaar Gerhard Rumelian Leuchtmar von Kalcheim was op weg naar Stettin om aldaar het in de zomer van 1641 overeengekomen wapenstilstandsverdrag tussen Zweden en Brandenburg te ratificeren.
    7 - De ridderorde van de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd Maria, op 8 december 1637 op instigatie van de koning van Polen gesticht (vgl. no. 3369 (dl. VIII)), werd gezien als een instrument van de Habsburgse politiek. Dit was de reden dat koning Wladislas IV de verdere uitwerking van zijn initiatief in 1638 liet varen; vgl. nos. 3563 en 3740 (dl. IX).
    8 - Jerzy Ossolińsky (1595-1650), vice-kanselier en vanaf april 1642 kanselier van Polen, had de statuten voor de Poolse ridderorde opgesteld (NBG XXXVIII, kol. 915). Een copie van genoemde statuten bevindt zich te Amsterdam, UB, coll. RK, 55515.
    9 - Op 11 februari zou de rijksdag weer in Warschau bijeenkomen (A.S. Radziwill Memoriale III, p. 80-82).