eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5583. 1642 februari 1. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    De cleine tractaetges2 zijn immers zoo goed ende nut als de Annotatiën op de Evangelië[n] ende doen veel goeds in de universiteiten in Engelant, 'twelck bij mij lettende op het generael in veel meerder consideratie comt als Hollant. Laeten oock niet dienst te doen in Vranckrijck. Ick meen noch veele andere dingen te schrijven die dienstigh zullen zijn aen de naecomelingen ende bij consequentie aen eenige onaengenaem.

    Wij zullen verwachten wat op de custen van Angola voort zal passeren. Den cardinael, alzoo hem onlancx gebracht wierd eene schilderie van de nieuwen coning van Portugael3 gewapent van het hooft tot de voeten, zeide: ‘Cest homme ne s'arme qu'en peincture.’

    65

    In Engelant ende Ierlant is apparentie van bloedstorting ende connen de zaecken niet lang staen in die twee bochten. De accusatie, die den coning heeft gedaen tegen Pyme4 ende anderen van het parlement, toont courage, maer waerop gefundeert wete ick niet. Den president Coigneux5 zal bij den Franschen ambassadeur6 aengezien werden als een spie. De victorie over Lamboi7 loopt hier zeer breed.

    Wat aengaet de autoriteit van den bisschop van Rome, ick en heb daervan niet gezegt dan hetgunt blijckt door menichte van historiën ende zelfs door het boeck de la Primauté en l'Eglise, onlancx uitgegeven bij een zeer geleerde gereformeerde predicant, David Blondel,8 dewelcke oock hetgunt vertelt werdt van de papesse Jeanne9 hout voor een fabel, hoewel monsieur Saumaise de zaeck, zoowel als de zaeck van de lombarden, hevigh defendeert.10 UEd. gelieve mij te geloven dat ick in al hetgunt ick schrijve ende schrijven zal beter gefundeert ben dan die uEd. daervan discoureren, van dewelcken ick niet meer wercx en maeck dan reden is, ende noch minder zal doen nae dat ick haer meerder zal zien gepassioneert.

    1 Februarii 1642.

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 1 Feb. 1642.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 25d. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5584. Antw. op no. 5566, beantw. d. no. 5600.
    2 - Grotius' Commentatio de Antichristo, Explicatio de fide et operibus, Explicatio Decalogi en Appendix de Antichristo (BG nos. 1102, 1111, 1118 en 1129), opgenomen achter de Annotationes in libros Evangeliorum (BG no. 1135).
    3 - Koning Jan IV (†1656), hertog van Bragança; vgl. Allgemeiner Bildniskatalog VI, Leipzig 1932, p. 159 no. 14933.
    4 - Koning Karel I had begin januari pogingen ondernomen om John Pym (1584-1643) en vijf andere parlementsleden te arresteren (DNB XLVII, p. 75-83; Gardiner, History of England X, p. 127-151).
    5 - Aanvankelijk ging het bericht dat Jacques Le Coigneux, vertrouweling en diplomatiek agent van Maria de' Medici, na het volbrengen van zijn missie in Den Haag zou doorreizen naar Engeland; vgl. no. 5540. Hij bleef voorlopig in de Republiek (zie voor de politieke complicaties van zijn aanwezigheid in Den Haag, CSP Ven. 1640-1642, p. 270).
    6 - Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, ordinaris Frans ambassadeur in de Republiek, 1640-1648.
    7 - De overwinning die de geallieerde Frans-Weimarse en Hessische legers op 17 januari bij Kempen hadden behaald. In de Gazette 1642, no. 13, dd. 31 januari 1642, werd ruim aandacht besteed aan ‘La defaite de l'armée impériale commandée par le général Lamboy’. Het officiële verslag ‘Relation de la bataille de Kempen entre l'armée du roy commandée par le comte de Guébriant, et l'armée impériale commandée par le général Lamboy’ werd negentien dagen later gepubliceerd in de Gazette 1642, no. 23.
    8 - David Blondel (1590-1655), predikant te Houdan, de latere opvolger van Gerardus Joannes Vossius aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam, had de suprematie van de paus bestreden in het tractaat De la primauté en l'Eglise, Genève 1641 (DBF VI, kol. 698-699; NNBW VII, kol. 143-144).
    9 - Johanna, die volgens een laatmiddeleeuwse legende de opvolgster was van paus Leo IV († 855).
    10 - Claude Saumaise zou vrij terughoudend zijn met het publiekelijk kenbaar maken van zijn mening over de kwestie van pausin Johanna; daarentegen publiceerde hij over de woeker verschillende werken (Leroy, Dernier Voyage, p. 136-138, p. 259).