eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    193

    5686. 1642 april 19. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den cardinael is noch niet wel. Hier te Parijs werdt voor hem gebeden. Den coninck heeft zoowel Motte-Odincourt als den grave van Guebrian gemaect marescaux de France. Denselve Motte-Odincourt heeft driemael eenige Spaensche trouppes geslagen, laest den zevenendetwintichste April [sic],2 veele gevangenen becomen, men zegt hier tot tweeduizentvijf-hondert gemeene soldaten, driehondert officiers ende eenig gelt. Den marescal de La Millerai3 heeft de stadt van Colubre becomen, zijnde bij de Spaegnaerden verlaeten als den storm gereedt was door die bresche. Nu is hij gecomen in de gracht van het casteel, alwaer de Spaignaerden, die in groot getal zijn, haer hebben geretireert. De coninck [van] Spaegnie door noodt heeft meest alle 't gelt ende zilver dat uit West-Indië was gecomen, aengeslagen ende de waerde van 't gelt verdobbelt.

    Den hertogh van Bouillon heeft gelt ontfangen om zevenduizent man te lichten ende daermede, alsoock met eenige Switzersche regimenten, 't leger dat in Italië is, te verstercken.4 Ende du Hallier gaet La Motte belegeren met zesduizent man te voet, duizentvijfhondert te paerd.5 De Grisons laeten 't volck dat Venetië in Duitschlant gelicht heeft, door haer lant passeren. Don Melos6 heeft bij Douai, zoo men ons zegt, vijfendetwintichduizent man. Den graef van Guiche heeft zijn leger bij Retel, den grave van Harcourt bij Peronne.7 Men weet noch niet waerhenen gaen zullen de vijfduizent Brettons8 die bij den coning waeren gelicht, alzoo men de schepen die haer zouden gevoert hebben, heeft gelicentieert. De vloot die te Brest was, is noch niet vertrocken.

    De geestelijcke churfursten9 hebben van nieuws ontrent tweeduizent man gelicht ende doen groote provisie van vivres. Men zegt dat den Grooten Heer stercke preparaten maect ten oorloge.10

    Den 13 deser is 't casteel van Colioure gecomen in handen van de Fransoisen. Ende werdt gemeent dat den marescal de La Millerai zal gaen belegeren Roses ende Motte-Odincourt Tarragona. De vijfduizent Brettons gaen haer t'scheep begeven nae Hollant, zoo ick meen.

    194

    Hertogh Carel heeft van den paus aen het concilie geappelleert in de zaecke van zijn huwelijck.11 Die van Hohentwiel hebben veel coren ende andere beut gehaelt uit Swaben. Eene Fransche vrijbeuter heeft een schip gehaelt uit de haven van Messina in Sicilië. De Spaegnaerden vergaderen veele galeien te Calis Malis om te zenden nae Catelagne.

    19 April 1642.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 19 April 1642 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 27a. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5685. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 19/29 april 1642).
    2 - Zijn grootste succes behaalde Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, evenwel op 31 maart nabij de Catalaanse plaats Vilafranca del Panadés. De Gazette 1642, no. 53, dd. 19 april 1642, publiceerde een eerste, voorlopige lijst van krijgsgevangen gemaakte Spaanse officieren, onder wie generaal don Pedro de Aragón (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 210-212).
    3 - Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, had de belegering van Collioure op 16 maart ingezet. De 13de april gaf de Spaanse commandant Francisco de Orozco, markies van Mortara, zich aan de Fransen over (Gazette 1642, no. 54, dd. 23 april 1642).
    4 - Op 26 januari wist Grotius al te melden dat Frédéric-Maurice de La Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon, door de koning was aangewezen om het Franse leger in Italië te leiden. Voorlopig was de hertog niet verder gekomen dan Lyon.
    5 - François de l'Hospital, sieur du Hallier, de militaire gouverneur van Lotharingen. Zijn aanval richtte zich op een van de belangrijkste steunpunten van Karel IV van Lotharingen; vgl. no. 5495 (dl. XII).
    6 - Don Francisco de Melo, graaf van Assumar, de nieuwe gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden.
    7 - Antoine III de Gramont, graaf van Guiche, en Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, moesten de Franse veldtochten leiden in Champagne, resp. in Picardië.
    8 - De soldaten werden overgebracht naar het leger van maarschalk Guébriant aan de Nederrijn.
    9 - Te weten, de aartsbisschoppen van Mainz en Keulen.
    10 - De aandacht van sultan Ibrahim bleef gericht op de verovering van Asow.
    11 - Karel IV, hertog van Lotharingen, was zijn vrouw, hertogin Nicole van Lotharingen, al vanaf 1637 ontrouw. In dat jaar sloot hij een onwettig huwelijk met Béatrice de Cusance, prinses van Cantecroix; vgl. nos. 5041 en 5134 (dl. XII).