eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5972. 1642 november 29. Aan A. Hogerbeets.1

    Nobilissime vir,

    Gaudeo manere apud Nobilitatem tuam vestrosque omnes memoriam nostri. Nos vicissim vestri saepe non animo tantum, sed et sermone meminimus. Optamusque vobis omnia quae ab amicis optimis optari possent ac speramus etiam felicem successum in causa illa, quae cum nostra coniuncta est.2 Amici si qui ibi sunt nostri, tuae causae ut nostrae aderunt. Ego autem ita eventum exspectabo tanquam qui damnum pati possim, existimationem autem et meam et viri optimi patris tui sum defensurus quibus potero modis.3

    Laudo etiam pium affectum tuum pro heu quondam nostro Thuano, quem amavi semper, amatus summe a viro summo eius patre, reveritus semper et patris et avi nomen, ut virorum quibus vix ullos Gallia pares tulit.4 Vides quae sint in rebus humanis πεϱίοδοι. Experti nos

    540

    sumus, experientur alii. Solatium unicum in bona conscientia, quam Deus adspicit.

    Eius clementia tibi tuisque adsit. Sum et ero semper, vir nobilissime,

    tuae Nobilitati addictissimus et memor eximiarum patris tui virtutum,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 29 Novembris 1642.

    Bovenaan de copie te Leeuwarden: A monsieur/monsieur Hogebetz.

    Notes



    1 - Tekst naar Epist., p. 711 no. 1581. Copie Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 3, p. 108. Copie te Leeuwarden, Prov. Bibl., Briefverz. Gabbema, cod. Lap van Waveren, f. 150r, no. CXXXVI. Antw. op een niet teruggevonden brief dd. 17 november 1642; vgl. no. 5959. Adriaen Hogerbeets, wiens vader, de Leidse pensionaris Rombout Hogerbeets (1561 - † 7 september 1625), op 18 mei 1619 veroordeeld werd tot levenslange gevangenisstraf te Loevestein, moet omstreeks 1600 te Haarlem zijn geboren (Album studiosorum Acad. Lugd. Bat. I, kol. 120). Na een ‘artes’-opleiding te Leiden ging hij zich bekwamen in de rechtswetenschap. Voor dit doel maakte hij een reis naar Frankrijk. In 1622 toog de jongeman op uitnodiging van Grotius wederom naar Frankrijk; zie no. 733 (dl. II). Voor hem vond Grotius in Parijs huisvesting bij zijn vriend François d'Or; zie no. 775 (dl. II). In 1624 keerde de jonge Hogerbeets terug naar de Republiek. In 1640 bood hij Grotius enkele proeven van zijn dichtkunst aan; zie no. 4898 (dl. XI) (NNBW IX, kol. 383-384).
    2 - Onlangs had Adriaen Hogerbeets namens de familie de Leidse stadsbestuurders doen dagvaarden om langs deze weg genoegdoening en posthuum eerherstel van zijn vader te verkrijgen.
    3 - Grotius overwoog het voorbeeld van de familie Hogerbeets te volgen. In zijn geval zou de zaak in eerste instantie aanhangig gemaakt moeten worden voor de Rotterdamse schepenbank. Zie voor het proces dat pas na Grotius' overlijden werd ingesteld, Brand-Cattenb., Leven, ‘Aenhangsel’, p. 1-74.
    4 - François-Auguste de Thou († 12 september 1642), zoon van de historicus Jacques-Auguste de Thou en kleinzoon van de bekende zestiende-eeuwse rechtsgeleerde Christophe de Thou. Het is niet ondenkbaar dat Adriaen Hogerbeets in zijn Parijse jaren de betreurde wel eens gesproken heeft.