eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6004. 1642 december 15. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheere,

    Tegenwoordig valt hier weinig materie om te schrijven. Hetgeene in Duitslant passeert sal u. Exc.tie nae apparentie wt dese bijgaende brieven2 van Hamburg te vernemen hebben. Wij en hebben nogh geene tijdinge van het overgaen van Leipsigh, ende schijnen de belegerde het wtterste te willen afwachten.3

    Alhier handelt men met de Hessische4 om haere quartiren in Oost-Vrieslant te verlaeten ende is men vermeint deselve naer haer aftrecken met een guarnisoen vanhier te besetten, daerdoor niet alleen Oost-Vrieslant aen desen staat vaster soude vercnoopt, maer oock het huwelijck tussen den jongen graeve van Embden ende het princelijcke vrouwlijn sooveel te meer bevestigt connen werden.5

    Also de coniginne van Engelant haere afreise vanhier opgeschort heeft, soo is sij nu beesigh haere hier te lande aengenomene soldaten, die in een regiment te paerde souden bestaen, voort te senden. Den tijt dat de oorlogschepen om de coninginne te convoyeren gewacht hebben, souden de Duinckerckers bij de 50 nae Vranckrijck vaerende coopvaerdijschepen, behalven de 8 Moscovivaerders, weghgenomen hebben, tot groot naedeel van de handelung in dese landen.6

    Met dese leste posto hebben wij vernomen het overlijden van mijnheere den cardinael de Richelieu.

    Ick verblijve, mijnheere,

    u. Excellentie dienstwilligste.

    Hage, den 15 Decembris 1642.

     

    U. Exc.tie word gebeden dese twee inliggende brieven aen monsieur Leyonhuuffuudh7 ende monsieur Forstenhuyser, sijnde den gouverneur van den heere grave Magnus de la Gar-

    575

    die,8 voor gerecommandeert te houden, dat door u. Exc.tie domesticquen mogen bestelt werden, also daer wisselbrieven in sijn. Ende sal u. Exc.tie gelieven te excuseren dat ick deselve daermede bemoeye, naedemael deselve mij wt Sweden gerecommandeert sijnde, ick geen seeckerdeel middel als door u. Exc.tie faveur en hebbe connen vinden.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 24 Dec.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 114. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.
    2 - De bijlagen ontbreken.
    3 - Op 6 december tekenden de Leipziger garnizoenscommandanten Joachim von Schleinitz en Christoph Trandorf de capitulatievoorwaarden.
    4 - De Staten-Generaal bemiddelden in de zaak van de inkwartiering van Hessische troepen in Oostfriesland. Bij de besprekingen was ook de Hessische resident Joachim de Wicquefort betrokken (L. van Tongerloo, in Hess. Jb. Landesgesch. 14(1964), p. 251).
    5 - Op 27 december 1641 was in Den Haag het huwelijk overeengekomen tussen Enno Ludwig, oudste zoon van graaf Ulrich II van Oostfriesland, en de op één na jongste dochter van Frederik Hendrik; vgl. no. 5539.
    6 - De Staten-Generaal hadden koningin Henriëtte Maria enkele schepen uit de Staatse blokkadevloot ter beschikking gesteld. Toen zij haar inscheping telkens weer uitstelde, groeide de wrevel over deze nodeloze verspilling van oorlogsmateriaal (CSP Ven. 1642-1643, p. 208).
    7 - De ‘tour’ van de gebroeders Karl Mauritz (1620-1666) en Ludwig Weirik (1622-1668) Lewenhaupt (Leijonhufvud), graven van Raseborg en Falckestein; zie Een rondgang langs Zweedse archieven, p. 137: ‘Schulden van de gebroeders Lewenhaupt gemaakt tijdens hun verblijf in Holland en Frankrijk, 1639-1643’. Vgl. nos. 4629 (dl. XI) en 5026 (dl. XII).
    8 - Tijdens zijn verblijf in Leiden (immatriculatie op 11 januari 1641) liet Magnus Gabriel De la Gardie zich al bijstaan door zijn hofmeester, de toen 29-jarige edelman Georgius Ludovicus Forstenheuser (Album studiosorum Acad. Lugd. Bat. I, kol. 320).