eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6218. 1643 mei 16. Aan N. van Reigersberch.1

    De brief ... begint met deze aanmerkelijke woorden:

    De koning heeft lang met de dood geworstelt, tot verwondering van alle de medicijns en tot zijne groote droefheit, zeggende dat de veroordeelden bij sententie haast wierden geëxecuteert, maar dat hij lang bleef zonder tot de dood te konnen geraken. Hij is eindelijk van zijn pijne verlost den veertienden May ten drie uuren namiddag, op dezelve uure, maand en dag van de maand, op welke hij door zijn vaders dood de kroon had bekomen. In alle zijne ziekte heeft hij getoont een groote goetheit en lijdtzaamheit.2

    't Lichaam van den kardinaal-infant is hier doorgebragt.3 Geen vijandlijkheit word

    270

    op de Nederlandtsche grenzen gepleegt. Men zeid hier dat de koning van Spanje, verstaande 's konings ziekte, belast heeft overal daarvoor te bidden en geen vijandlijke daden te beginnen.

     

    De koning heeft voor zijn dood gewilt dat zijn broeder en de koninginne malkander zouden omhelzen in teeken van vrindschap.

     

    Na de dood, alzoo de koninginne met den nieuwen koning in haar slaapkamer was vertrokken, is daar gekomen de prins van Condé en heeft op zijn kniën belofte gedaan van getrouwheit in 't bedienen van den staat van grand maistre4 en zijn gouvernement; hij heeft daarna des konings hand gekust. Daarna is gekomen de hartog van Orleans - want de naam van Monsieur komt nu toe den hartog van Anjou - en heeft belofte van getrouwigheit gedaan, de hand kussende. Gisteren namiddag is de koninginne, omcingelt met de regimenten van de guarde en de lichte paarden, gevoert naar Parijs, zittende naar haar manier achter in de koets tusschen haar twee zoonen,5 aan de zijde van den koning in 't portier madame de Lansac als gouvernante van den koning, in 't andere portier de hartog van Orleans, tegen de koninginne over madame de Brassac, eerste dame van de koninginne. 't Geroep van ‘vive le roi’ was over den geheelen weg zeer groot.

    Notes



    1 - Gedrukt Brandt-Cattenb., Leven II, p. 342 en p. 343. Mogelijk tezamen met no. 6217.
    2 - In het Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 41 wordt deze gebeurtenis aldus beschreven: ‘Tout le monde publioit la mort pieuse du roy, ses sentimens, sa connoissance. Vingt-quatre heures avant que de mourir, il avoit conjuré la reyne et Monsieur de vivre en bonne intelligence pour l'honneur de Dieu, leur intérest chacun en particulier, l'intérest de son fils, l'intérest de toute la France; il fit sur la mort des remarques admirables. Il est mort le jeudy, jour de l'Ascension de Nostre Seigneur, après avoir régné trente-trois ans entiers ...’.
    3 - De kardinaal-infante don Ferdinand van Oostenrijk, gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, was op 9 november 1641 overleden. De 13de mei 1643 passeerde de begrafenisstoet Parijs (Gazette 1643, no. 60, dd. 16 mei 1643).
    4 - Kort voor zijn overlijden had koning Lodewijk XIII aan Henri II de Bourbon, prins van Condé, de waardigheid van ‘grand maistre de France’ verleend; vgl. no. 6207.
    5 - Anna van Oostenrijk en haar zonen koning Lodewijk XIV en prins Philippe, hertog van Anjou, verlieten het paleis te Saint-Germain-en-Laye in de middag van de 15de mei. In de statiekoets, die hen naar Parijs vervoerde, hadden ook Gaston van Orléans, de prinses van Condé en de hofdames Françoise de Souvré, vrouwe van Lansac, en Cathérine de Sainte-Maure, gravin van Brassac, plaatsgenomen (C. Dulong, Anne d'Autriche, p. 246-248).