eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6580. 1643 december 6. Van H. Appelboom.1

    Illustrissime et excellentissime domine legate,

    Illustris baro dominus Ericus Oxenstierna2 multum fructus sibi aliquando praesenti spondet ex favore qui ab Excellentia vestra ipsi absenti defertur, ob quem et sibi maxime gratulatur et Excellentiae vestrae omnia fausta precatur.

    Legati Suedici salvos conductus caesareos generales Rinteli typis exscribi curarunt,3 quos ad foederatos transmittant una cum literis invitatoriis ad tractatum pacis, quem per legatos suos ad deputatos Suedos promovere studet elector Brandeburgicus.4 Luneburgici,5 Hassiaci6 et Heidelshemenses legati7 etiam Mindae commorantur, ubi hi neutralitatem pro dioecesi sua poscunt.

    Cracovius generalis castra Bellegardensia reliquit cum maxima impedimentorum parte et in Poloniam fugit, quem copiis suis insequitur Köningsmarkius.8 Leges a parlamen-

    752

    torum regnorum Suediae praecipuis assessoribus conceptae de lustrationibus, citationibus, legiferorum officio authoritate maiestatis iam confirmabuntur.9 In Polonia nescio sub quo praetextu colliguntur milites. In freto Cimbrico omnia iam pacata sunt et tranquilla.10 In Lapponia nova argenti fodina nuper inventa est, quae ingentem nobis argenti copiam promittit.11

    Deus, illustrissime domine, Excellentiam vestram quam diutissime incolumem et felicem servet,

    illustrissimae Excellentiae vestrae omni obsequio devinctissimus,
    H. Appelboom.

    Amstelodami, 6 Decembris 1643.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 19 Dec.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 15 (1643, 15). Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6564, beantw. d. no. 6605.
    2 - De ‘tourist’ Erik Oxenstierna hield zijn verblijf in de Republiek nog enige maanden aan.
    3 - De Zweedse gevolmachtigden Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius hadden verscheidene Duitse rijksvorsten en steden uitgenodigd om vertegenwoordigers naar de vredesconferenties te zenden. Ter geruststelling lieten zij hun uitnodiging van 14/24 november vergezeld gaan van een te Rinteln gedrukt formulier van de keizerlijke vrijgeleidebrief van 28 januari 1642; zie no. 6528.
    4 - Na het vastlopen van de onderhandelingen over de ratificatie van het in 1641 overeengekomen Zweeds-Brandenburgs wapenstilstandsverdrag was het rechtstreekse diplomatieke contact verbroken (Urk. u. Act. I, p. 597-598). Via tussenpersonen onderhielden de Zweedse gevolmachtigden verbindingen met het hof van keurvorst Friedrich Wilhelm en de Brandenburgse afgevaardigde op de Frankforter ‘Deputationstag’ Matthaeus Wesenbeck.
    5 - In Minden wachtte Paul Johann von Bülow, raad en gezant van de hertogen van Braunschweig-Lüneburg, op een uitspraak in de zaak van de restitutie van de plaatsen Nienburg, Wölpe, Hoya en Wolfsburg (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 74-76 en p. 80-88).
    6 - Jakob von Hoff, gezant van de landgravin van Hessen-Kassel, bepleitte met kracht het recht van de Duitse vorsten en steden op deelname aan de vredesconferenties; vgl. Dickmann, Der Westfälische Frieden, p. 165, en Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 75-76.
    7 - De Hildesheimse delegatie, bestaande uit Johann von Neuhoff, Bernward Willerding en Hilmar von Oberg, voer op het kompas van de Brunswijkse delegatie (supra, n. 5).
    8 - De Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, had het keizerlijke expeditieleger van Joachim Ernst von Krackow (Krockow) uit zijn laatste Pommerse steunpunt Biaƚogard (Belgard) verdreven.
    9 - De Zweedse rijksdag bleef tot 16/26 november te Stockholm bijeen. De voorstellen om de taakstellingen van de ‘Hovrätt’ te veranderen werden ingediend door rijksdrost Per Brahe.
    10 - De stilte in de Sont bleek de voorbode te zijn van een hevige storm: op 12/22 december 1643 viel de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson het rijk van koning Christiaan IV van Denemarken binnen (Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 366-367).
    11 - De vondst werd op 5/15 september aan de Zweedse rijksraad meegedeeld (Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 263-264).