eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    777

    6601. 1643 december 19. Aan [P. Spiring Silvercrona].1

    Men spreeckt hier van vijftich nieuwe edicten, van vijfendetwintichduysent man vannieus aen te nemen. Maer daertoe gaet tijt ende moeyten, want in Poictou ende andere plaetzen sijn beroerten. 't Casteel Nage in Rouargue2 is bij den coninck op de gemutineerde becomen. Den hertoch van Orleans3 wil overal de nominatie hebben van crijgsoversten als opperste generael. Met het graefschap van Bourgognen is de stilstand tot het nieuwe jaer gecontinueert.4

    Zaterdach over acht dagen nae de middach hebben op de Plaetse Royale in duel gevochten den hertoch van Guise, geaccompagneert met een van sijn escuyers, ende den graef van Coligni, soon van den marescal de Chastillon, geaccompagneert met monsieur l'Estrade,5 die het appel gedaen hadde. Den graef van Coligni, sijnde voor de tweede mael gevallen, is bij den hertoch van Guyse ontwapent. 't Parlement informeert sich hierop.6 Ondertusschen is den hertoch van Guyse nae Medon,7 monsieur de Coligni nae Chastillon,8 l'Estrade nae Hollandt. Den paus heeft aen den hertoch van Guise geschreven, opdat hij de princesse Anne van Mantoue9 soude trouwen; zoo doen oock andere princen. Den hertoch van Orleans, als swager geweest sijnde van den hertoch van Guyse,10 toont in dese querelle gestoortheyd tegen monsieur de Coligny, die sijne retraicte heeft meenen te nemen bij den hertoch van Anguien, maer den prins van Condé heeft sulcx niet gewilt.

    De coninginne-regente heeft monsieur de Buzenval, die neef is van den bischop van Beauvais,11 belast zich van sijne charge van capitanie des guardes quijt te maecken. De

    778

    twee extraordinarische ambassadeuren van Venetië sijn vertrocken.12 Een jonge soon van den hertoch van Anguien13 is ten doop gehouden bij den cardinael Mazarin; sal de naem hebben Henrico Giulio, hertoch van Albret. Den marescal de La Milleray is hier wel gesien te hove14 ende, soo men meent, sal employ hebben in den oorloch in het aenstaende jaer. Men blijft ordre stellen tegen de duerte van 't coren.

    In Italië is het Spaense leger bij Alexandrië, 't Fransche van tweeduysent te paerd, vierduysent te voet in de Languez ende Vercellois.15 De Barbarynsche hebben eeniche avantage gehadt op de Toscans,16 maer de Venetiaenen op de Barbarynsche,17 Wt Spaignien werd onderrecht dat aen don Francisco de Meneses18 het hooft is afgeslagen om eenige ongehoorsaemheyt in het stuck van de crijg. Dat de hertoginne van Medina-Sedonia seer solliciteerde om haer man vrij te crijgen,19 niet sonder apparentie. Dat men te Sevillië aengeteeckent heeft alle vreemdelingen als Portuguesen, Françoisen, Engelsche, ende deselve de wapenen afgenomen. Dat de galeyen van Spaigne, Naples ende Sicilië hebben eenige verversing gebracht binnen Roses. Den hertoch Piccolomini hebbende op den coninck van Spaigne versocht dat hij soude mogen gaen dienen met een pique in het belech van Monson, heeft den coninck gesegt dat Piccolomini soude wachten totdat hij, te weten den coninck, nevens hem derrewaert soude gaen mede met een pique.20 Men gelooft dat den eertshertoch Leopold21 geen lust hebbende tot het gouvernement van Nederland ofte immer niet op de conditiën gelijck hem hetselve werd gepresenteert, 'tselve gouvernement sal gegeven werden aen don Jan d'Austria, bastard van Spaignie,22 ende daeronder Piccolomini sal hebben sulcken gesech als den marquis d'Aytona23 heeft

    779

    gehadt onder den geweesden cardinael-infant. Den coninc van Spaignie, vermaent sijnde bij de paus om te fourneren de driehondert lanciën die 't rijck van Napels als leen aen de Stoel sculdich is, excuseert hem, seggende dat dit oorloge comt uyt particulier[e] querelle[n]24 die de Stoel niet en raacken, maer bied sich aen om de vrede te bemiddelen.

    Bovenaan de copie staat: Paris, den 19 December 1643.

    En onderaan: Paris.

    Notes



    1 - Het origineel dat vermoedelijk weer een copie is van een niet teruggevonden nieuwsbrief aan Nicolaes van Reigersberch dd. 19 december 1643, is verloren. Copie (zonder adres en ondertekening), afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1015 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 1 januari 1644).
    2 - De plaats Castelnau-de-Montmiral, ten zuiden van de oorspronkelijke brandhaard van de ‘croquants’ Villefranche-de-Rouergue.
    3 - Gaston van Orléans beriep zich op de waardigheid van generalissimus van de Franse legers.
    4 - De Franse regering zal na de nederlaag van de Frans-Weimarsen bij Tuttlingen haar eisen ten aanzien van een wapenstilstand in de Franche-Comté (Spaans Bourgondië) wat hebben bijgesteld; vgl. nos. 6575 en 6589. Toch hield het Spaans bewind in Brussel rekening met de betaling van schadeloosstelling aan de Fransen (Correspondance de la Cour d'Espagne; Les affaires des Pays-Bas III, p. 484).
    5 - Het duel tussen Henri II de Lorraine, hertog van Guise, en Maurice de Coligny vond op 12 december plaats; vgl. no. 6597. Hun secondanten waren Godefroi d'Estrades en de hertogelijke dienaar Bridieu.
    6 - Het Parlement gelastte op 14 december een onderzoek naar de toedracht van deze duidelijke overtreding van het ‘Edit ... sur la prohibition et punition des duels’ van 11 augustus 1643; zie no. 6313.
    7 - Meudon, ten zuidwesten van Parijs. De verwarring in Parijs wordt beschreven in het Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 128-130.
    8 - De gewonde Maurice de Coligny, oudste zoon van maarschalk Gaspard III, hertog van Châtillon, vond een schuilplaats op het landgoed van de prins van Condé te Saint-Maur (ten zuidoosten van Parijs). Hij stierf op 23 of 24 mei 1644 (DBF IX, kol. 226-227, en Correspondance d'Estrades I, p. 171-173).
    9 - Anna van Gonzaga, de door Henri II de Lorraine, hertog van Guise, in de steek gelaten echtgenote. Zij huwde op 25 april 1645 Edward, vierde zoon van keurvorst Frederik V van de Palts.
    10 - Henriette-Catherine de Joyeuse, moeder van Henri II de Lorraine, had uit haar eerste huwelijk met Henri de Bourbon († 1608), hertog van Montpensier, een dochter Marie de Bourbon. Deze jongedame huwde op 6 augustus 1626 de broer van koning Lodewijk XIII. Zij stierf op 4 juni 1627 bij de geboorte van Anne-Marie-Louise van Orléans (G. Dethan, Gaston d'Orléans, p. 71-73).
    11 - Henri, zoon van Théodore Choart de Buzanval († 1616) en Madeleine Potier de Blancmesnil, diende in de koninklijke garde. Toen hij en zijn broer Nicolas te trouwe diensten bleven bewijzen aan hun in ongenade gevallen oom Auguste Potier, bisschop van Beauvais, viel ook op hen een koele koninklijke blik (DBF VIII, kol. 1175-1178).
    12 - De Venetianen Angelo Contarini en Giovanni Grimani kregen op 24 november een officiële ontvangst in Parijs aangeboden. Zij kozen voor hun terugreis de route over Marseille (Relazioni degli Stati Europei, Serie II, Francia II, p. 389-421).
    13 - De doop van de op 29 juli 1643 geboren zoon van Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, en Claire-Clémence de Maillé-Brezé. Voordat de plechtigheid een aanvang nam, streden Henri II de Bourbon, prins van Condé, en kardinaal Jules Mazarin om het hardst over de préséance (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 129).
    14 - De Gazette 1643, no. 156, dd. 12 december 1643, meldde de rentree van Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, onder het Parijse nieuws. In januari 1644 begroette Olivier Lefèvre d'Ormesson de maarschalk. In zijn Journal (I, p. 142) tekende hij aan: ‘il estoit fort bien en cour et doit commander l'armée sous Monsieur’.
    15 - De Frans-Savoyaardse linie strekte zich uit van het gebied ten zuiden van Asti (de landstreek van de Langhe) naar het noorden (Vercelli).
    16 - De strijd van de Toscanen tegen het leger van paus Urbanus VIII (Maffeo Barberini) verflauwde door het slechte weer in de omgeving van Citerna (V. Siri, Il Mercurio overo Historia de' correnti tempi III, p. 869-871).
    17 - Waarschijnlijk een treffen bij Forte Urbano (in de omgeving van Castelfranco Emilia).
    18 - Francisco Meneses (Menezes) (1614-1672), Spaans bevelhebber van Portugese afkomst, was in 1638 wegens insubordinatie door de toenmalige gouverneur van Milaan, Diego Felipe de Guzmán, markies van Leganés, ter dood veroordeeld. Het vonnis werd niet voltrokken (EC XXXIV, p. 663-664).
    19 - Gaspar Alonso Pérez de Guzmán, hertog van Medina-Sidonia, zou volgens Grotius' nieuwsbrief van 14 november 1643 (no. 6533) tot levenslange gevangenisstraf zijn veroordeeld.
    20 - Koning Philips IV had op 23 oktober een lang gesprek gevoerd met de veldheer Ottavio Piccolomini. In plaats van een bevel in het Spaanse leger in Catalonië schonk de koning hem de hoogste militaire rang in de Zuidelijke Nederlanden.
    21 - Aartshertog Leopold Wilhelm van Oostenrijk was de favoriete kandidaat voor de opvolging van de Zuidnederlandse gouverneur don Francisco de Melo. Tot nu toe nam hij echter een afwachtende houding aan (Doc. Boh. VII, p. 57 no. 118).
    22 - Juan José van Oostenrijk (1629-1679), natuurlijke zoon van koning Philips IV van Spanje. Zijn benoeming werd op 20 december bekendgemaakt (Correspondance de la Cour d'Espagne; Les affaires des Pays-Bas III, p. 481-483).
    23 - Francisco de Moncada (1586-1635), markies van Aytona, kreeg in 1630 het opperbevel over het leger in de Zuidelijke Nederlanden. Hij overleed tijdens een campagne van de kardinaal-infante don Ferdinand van Oostenrijk in het land van Kleef (BNB I, p. 578-590).
    24 - Paus Urbanus VIII en Odoardo Farnese, hertog van Parma, hadden hun conflict over de rechten op het hertogdom van Castro willens en wetens laten escaleren tot een nationale krijg.