Mijnheere,
Alhier beginnen de Fransche gevolmachtigen nae Munster met ernst op depesche te dringen ende staat te maacken binnen corten tijt te verreisen.2 Deses staats ambassadeurs nae Engelant sijn voorgisteren vanhier verreist nae Rotterdam, om met eerster goeder wind over te gaen;3 wat sij sullen verrichten connen, staet te sien.
Also de Sweedsche en Coppenhaagsche booden niet en reisen, soo en heeft men gans geene seeckerhijt van tijdingen, nochte wt Sweden nochte wt Dennemarcken. Van Hamburg word geschreven dat bij Calmar in Sweden4 eene rencontre tussen de Sweedsche ende Deensche voorgegaen sij, in dewelcke de Deensche ondergelegen ende de Sweedschen haerlieden 4 compagniën geruïneert souden hebben. Den vorst van Holstijn5 soude met den general Torstenson veraccordeert sijn voor 100000 reichstahler, den adel wtgeslooten, die voor sich apart soude tracteren. Den overste Duglas soude in de 4 à 500 Deensche ruiters bij Hadersleven geruïneert hebben,6 mij hierinne refe[re]rende aen de bijgaende gedruckte Courante.7 Den general-major Coningsmarck soude het stedeken Harenburg, also hij het slot niet en conde bijcomen, wtgeplondert en weder verlaeten hebben,8 sich nu bij Saltzsitter versaemelende. Bij Hoxter souden in de 3000 keysersche over de Weser gegaen sijn om den Coning[s]marcksen te bejegenen. De keysersche liggen noch voor Sittau,9 hebbende noch weinig progres daervoor gedaen.
54
Wt Osnabrugge word geaviseert dat den 4e deses de keyserlijcke gesanten bij den Deenschen aldaer geweest sijn10 ende hun in den naeme des keysers een secours van 12000 man belooft hebben, maer waer dit volck soude vandaen coomen en hoort men noch niet. Men vermeinde oock niet dat de vredenstractaten, om deses nieuwen crijgs wille, souden noot leiden, maer nae als voor haeren voortgang gewinnen, dan alhoewel de Dennemarckse interpositie hierdoor terugge mochte gaen, datter doch wel andere mediatores sich vinden souden, gelijck dan de Venetiaensche ambassade albereit11 volmacht hadde de mediatie tussen Sweden ende den keyser, op begeeren, over sich te nemen.
Waermede verblijve,
u. Exc.tie dienstwilligste.
Den 18 Jannuari 1644.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 28 Ian.