eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7052. 1644 september 17. Aan H. Appelboom.1

    Clarissime domine,

    Pergratum mihi est, quod Claritas vestra dominum Marinum ita ut de re Suedica meretur, amat atque adiuvat.2 Spero non inutile ei fore molestum hoc iter, ut rebus Suediae satis felicibus suas quoque rectius ponat. Habeo etiam gratiam pro rebus nuntiatis.

    Hic rumor fuit avide arreptus in Silesiam ire dominum Torstensonium,3 sed eius

    749

    ego auctor esse nolui. Quod enim ad Lauwenburgum4 retro cessit dominus Torstensonius, id factum arbitror, ut dominum Coningsmarchium ad se recipiat.5 Quamdiu enim bellum cum Danis fervet terra marique, custodia orae maritimae a nostris negligi nulla de causa debet.6 Quando vero iam omnis vis navalis Suedica in unum coiit,7 exspectabimus, cui Mars arbiter adiudicaturus sit maris insularumque possessionem. Gaudeo interim legatos Gallicum et Batavos ita auditos, ut appareat hoc bello a nostris nihil praeter aequam pacem quaeri.8 Et ipsos spero Batavos, si pax aequa et communiter humano generi bona obtineri nequeat, ad nostram societatem venturos.9 Quam ad rem per amicos laborabo quantum fieri poterit. Multum est, quod in tuto positum est Gotheburgum10 et quod Malmogio imminet dominus marescallus Hornius.11

    Hic ex Philippiburgo dedito magnum ubique gaudium est,12 praesertim cum et Spira et Wormatia et Germesheimum, Palatinatusque et Badensis et Wirtenbergicae ditionis multa Gallorum armis cesserint. Et spes bonae sunt de capienda Taragona in Hispania, recipienda vero arce Astae in Italia. In conclavi Romano magnis factionibus agitur de eligendo pontifice.

    Deus, clarissime domine, omnia ad bonam pacem dirigat et Claritati vestrae det res prosperas,

    Claritati vestrae studiosissimus,
    H. Grotius.

    XVII Septembris 1644.

     

    Sanctyam cepit princeps Thomas.

    Adres: A monsieur/monsieur Appelboom, Suedois, à Amsterdam. Port.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Appelboom.

    Notes



    1 - Hs. Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61 A, 55. Eigenh. oorspr. Gedrukt Epist., p. 731 no. 1688. Antw. op. no. 7032, beantw. d. no. 7064.
    2 - De jonge diplomaat had zich in Amsterdam over de Zweedse resident Carl Marin ontfermd en gezorgd voor een snelle voortzetting van diens reis naar Zweden.
    3 - De Franse regering was nooit ingenomen geweest met de Zweedse ‘inkwartiering’ in het hertogdom Holstein. Lange tijd had zij de wisselbrief met de halfjaarlijkse subsidie aan de Zweden laten rusten op het kantoor van haar resident in Hamburg. Nu het bericht kwam dat het leger van veldmaarschalk Lennart Torstensson was teruggekeerd in de Duitse landen, gaf resident Claude de Meulles du Tartre zijn bankier opdracht om 500.000 mark over te maken op de rekening van de Zweedse gevolmachtigde Johan Adler Salvius; vgl. Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 480; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 320-321, en H. Kellenbenz, ‘Hamburg und die französisch-schwedische Zusammenarbeit im 30jährigen Krieg’, in Zeitschrift des Vereins für Hamburgische Geschichte 49/50(1964), p. 98.
    4 - Waarschijnlijk moet hier ‘Ratzeburgum’ gelezen worden. Lauenburg aan de Elbe was het vertrekpunt voor de mars van het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, naar de Habsburgse landen.
    5 - Inderdaad begeerde veldmaarschalk Lennart Torstensson een vereniging met het Zweedse expeditieleger van Hans Christoph, graaf van Königsmarck. Momenteel wachtte de graaf bij Torgau aan de Elbe op orders uit het hoofdkwartier.
    6 - Ook het Zweedse opperbevel hield rekening met de voortzetting van de strijd tegen koning Christiaan IV van Denemarken. Generaal-majoor Axel Lillie (1603-1662), bevelhebber van de Zweedse troepen in Pommeren, was reeds aangewezen om het bevel te voeren over de in het hertogdom Holstein achtergebleven regimenten (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 326).
    7 - Admiraal Maerten Thijssen had 22 schepen van de hulpvloot van Louis de Geer door de Sont geloodst. Volgens plan zouden de Zweedse Hollanders de vloot van de Zweedse bevelhebber Karl Gustav Wrangel tegemoet varen om gezamenlijk actie te ondernemen tegen de oorlogsschepen van koning Christiaan IV van Denemarken.
    8 - Bij monde van kanselier Axel Oxenstierna had koningin Christina van Zweden de voorstellen van de Franse vredesbemiddelaar Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, en de Staatse ambassadeurs Jacob de Witt, dr. Andries Bicker en Cornelis van Stavenisse aanvaard; zie nos. 7032 en 7035.
    9 - Indien de ‘Via concordiae’ die Frederik Hendrik in de Zweeds-Deense oorlog wilde ‘attenteeren’ zou stranden op de onwil van koning Christiaan IV van Denemarken, stond het de Staten-Generaal vrij om het Zweeds-Staats verdrag van 1/11 september 1640 alsnog in werking te stellen (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 131-139).
    10 - De Zweedse rijksdrost Per Brahe en kolonel Fredrik Stenbock hadden de havenstad Göteborg bevrijd van een omsingeling door troepen van Hannibal Sehested, Deens gouverneur van Noorwegen; zie no. 7032.
    11 - Sinds het begin van augustus belegerde de Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn de stad Malmö, het belangrijkste bolwerk van koning Christiaan IV in Skåne (Schonen).
    12 - Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven dd. 17 september 1644.