eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5605. 1642 februari 15. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den coninck gaet langzaem voort in zijne reize ende blijft veel stil, heeft de coninginne noch wat tijds gegunt om niet te volgen. Eenige meenen haere Majesteit weder swanger is. Gelijck de gestaedige victoriën aen de nederquartieren van den Rijn den coninck groote redenen geven van vreuchd, alzoo wert die vreuchd gemaetight door het verlies van tweeduizent ofte, zoo andere zeggen, twaelffhondert Fransoisen ontrent Perpignan, alzoo zij wilden beletten het secours 'twelck de Spaignaerden van nieuws daerin gebracht hebben.2 Daerentegen publiceren de Fransoisen een advantagie bij haer becomen bij Vals in Catelagne, alwaer zij zeggen de Spaensche, die dezelve plaetze met Fransoisen bezet meenden te attaqueren, wel negenhondert te hebben verloren ende van de haeren maer hondert gebleven te zijn, hoewel anderen anders zeggen.

    Den gouverneur van Hohentwiel3 brandt de dorpen die tot het belegh hebben gecontribueert, ende 't volck van hertogh Carel hebbende becomen Molsheim in den Elzas loopen tot de poorten toe van Straesburg.4

    93

    't Manifest van de Ieren,5 die de wapenen hebben aengenomen, loopt hier sterck ende vint veele gunstigen. Men zeit dat van Nantes eenige schepen van amonitie zijn gecomen aen dezelve Yeren. Den coning zelve van Vrancrijck meent zijne ambassadeur die in Engelant is6 eenige last te geven om in deze zaecke te spreecken.

    12 Februarii 1642.

     

    Nopende den stant van Catelagne hebben eenige advysen heel anders als hier werden gepubliceert, te weten dat Mote-Odincourt7 met alle de Fransoisen omcingelt is bij drieduizent Spaegnaerden te paerd ende twintichduizent te voet. Wij hooren des coninck van Spaignies credyt swackt te Gennes ende dat men in 't Milanees om soldaten te vinden alle bandyten ende overloopers inroept. Hertogh Carel werdt nevens meer anderen onderhouden met de hoope van het gouvernement van Nederlant; heeft scherp gebot gedaen aen alle Lorrainen van ghene justitie te kennen als de zijne, den coninck ter contraire. Het schijnt des conincx reise gaet nae Narbonne, alzoo aldaer groot gelt is geremitteert. Den coning heeft commissarissen gegeven aen den eertsbisschop van Bourdeaux.8 Den prince van Monaco zal hebben Valentinois in Dauphiné in tytel van hertogdom.9 Mazarini gaet te poste nae Lions,10 men meent om de ziecte van den paus.

    Lucerne, Abbecelle, Friburg laeten geen lichtinge toe aen Vrancrijck11 ende alle de Switzers te zamen doen groote instantie om 't graefschap van Bourgogne te stellen in volle neutraliteit ofte lang bestant.12 Den coninck van Spaegnie heeft daerover aen de cantons geschreven13 ende werdt aldaer oock verwacht een ambassadeur van de keiser.14 Alle de astrologiens van

    94

    die quartieren dreigen Switzerlant met oorlogh ende die van Zurich zijn in vrese van de keiserschen. Den hertogh van Florence15 ende Venetië doen lichtinge.

    Den keiser handelt te Comora op prolongatie van bestant met den Turck.16 De churfursten ondervraecht zijnde bij den keizer off men de hertoginne van Savoie zal geven den tytel van regente, willen eerst onderrecht zijn van het recht van partijen. Ondertuschen werdt bij des paus nuntius getracht om de questie van dezelve hertoginne met de princen te accommoderen.17 Tweehondert man met vivres ende munitie is ingecomen binnen Casal.

    De Grisons delibereren noch op de executie van het tractaet tot Feldkirch gemaect.18 't Casteel van Mansfeld werdt noch gedefendeert tegen de keiserschen.19 Den cardinael Bichi20 van den paus hier gezonden als legaet om de paix te recommanderen is aengecomen tot Aix in Provence.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 2 [sic] Febr. 1642 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 25f. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5604. Op grond van de nieuwsberichten in deze brief moet de datum ‘15 Februarii’ aangehouden worden. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, Extranea 25 en E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 15/25 februari 1642).
    2 - Op 28-29 januari braken Spanjaarden tussen Argelès-sur-Mer en Collioure door de blokkade die de Franse maarschalk Urbain de Maillé, markies van Brezé, in de wijde omgeving van Perpignan had laten aanleggen (Gazette 1642, no. 19, ‘extraordinaire’ van 12 februari). De nederlaag werd goedgemaakt door gunstiger tijdingen: de Gazette no. 20, dd. 14 februari, bevatte nieuws over ‘La defaite des Espagnols autour de la ville de Vals en Catalogne’.
    3 - Konrad Widerholdt, commandant van de onlangs ontzette vesting Hohentwiel nabij Singen.
    4 - Het stadje Molsheim werd de 18de januari volledig door soldaten van hertog Karel IV van Lotharingen geplunderd (Der dreissigjährige Krieg im Elsass III, p. 400-401).
    5 - De Gazette 1642 was op 12 februari uitgekomen met een ‘extraordinaire’ waarin de vertaalde tekst was opgenomen van The generall remonstrance or declaration of the catholikes of Ireland van 23 oktober 1641. De bewuste remonstrantie circuleerde in Londen reeds vanaf het begin van januari: ‘A paper goes covertly about called the Irish Remonstrance, which here is [considered] little better than a libel’ (CSP Dom. 1641-1643, p. 217-218).
    6 - De Franse ambassadeur Jacques d'Estampes (1590-1668), markies van La Ferté-Imbault, bood in december 1641 zijn bemiddeling aan, maar deze werd door het Engelse hof niet geaccepteerd; vooral koningin Henriëtte Maria wantrouwde de oprechtheid van zijn bedoelingen (CSP Ven. 1640-1642, p. 262 en p. 277-283).
    7 - Philippe (1605-1657), graaf van La Mothe-Houdancourt, had in januari 1641 de leiding gekregen over de Franse militaire acties in Catalonië. Het bericht dat zijn leger bij Valls (een stad ten noorden van Tarragona) door de Spanjaarden was ingesloten, bleek onjuist te zijn (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p.138, p. 194-196).
    8 - Henri d'Escoubleau de Sourdis, aartsbisschop van Bordeaux, was in ongenade gevallen vanwege de smadelijke nederlaag die zijn vloot in augustus 1641 voor de kust van Tarragona had geleden. Zijn zaak werd nu onderzocht door een commissie bestaande uit de bisschoppen van Cavaillon, Vaison en Orange (Correspondance de Henri d'Escoubleau de Sourdis III, p. 100).
    9 - Prins Onorato II Grimaldi van Monaco had in het najaar van 1641 een Frans garnizoen in zijn stad toegelaten. Ter compensatie van het verlies van zijn landen aan de Spanjaarden, beloonde koning Lodewijk XIII hem met het hertogdom van Valentinois.
    10 - Mazarin zou in Lyon de pauselijke nuntius Alessandro Bichi ontmoeten om met deze zijn reis naar Rome te bespreken (Lettres Richelieu VII, p. 895).
    11 - Van 9 tot 12 december 1641 was te Solothurn een landdag gehouden om te beraadslagen over de levering van 6000 Zwitserse soldaten ten behoeve van het Franse leger. Bezwaar tegen deze lichting maakten de pro-Spaanse kantons, in het bijzonder het kanton Luzern (Rott, Hist. représ. dipl. V, p. 442-450).
    12 - De wapenstilstand voor de Franche Comté zou 30 april aflopen. Alle Zwitsers hoopten op een verlenging tot tenminste de feestdag van Johannes de Doper (24 juni o.s.).
    13 - Koning Philips IV van Spanje had tegelijkertijd zijn buitengewone ambassadeur Diego de Saavedra y Fajardo machtiging gegeven om namens hem in Zwitserland te onderhandelen over een langduriger bestand voor de Franche Comté.
    14 - De keizer en aartshertogin Claudia lieten zich vertegenwoordigen door Marx-Jacob von Schönau, ‘Waldvogt’ van het graafschap Hauenstein (Rott, Hist. représ. dipl. V, p. 450-455, p. 647; Vogel-Fechter, Eidgen. Abschiede, V, 2, 1, p. 1245).
    15 - Groothertog Ferdinando II de' Medici, Venetië en de hertog van Modena brachten hun troepen in paraatheid uit vrees dat het conflict van paus Urbanus VIII met de hertog van Parma zou escaleren tot een oorlog in Italië (Doc. Boh. VI, p. 424-425, no. 1272).
    16 - Na onderhandelingen in het Hongaarse Szöny nabij Komárom werd aldaar op 19 maart 1642 het verdrag tussen de keizer en Turkije verlengd. Zie Du Mont, Corps Dipl. VI. 1, p. 245-246.
    17 - Gaspare Cecchinelli (1587-1666), van september 1641 tot 1644 nuntius in Turijn, slaagde er inderdaad in: op 14 juni 1642 werd een vredesverdrag tussen Christine de France, hertogin-regentesse van Savoye, en de twee prinsen van Savoye getekend (DBI XXIII, p. 270-271).
    18 - In een overeenkomst, op 9 augustus 1641 met aartshertogin Claudia te Feldkirch gesloten, had Graubünden zich verplicht de capucijnen weer toe te laten in het Engadin.
    19 - Eerder, eind december 1641, liep het gerucht dat de keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen zich meester had gemaakt van het kasteel Mansfeld; vgl. nos. 5525 en 5526 (dl. XII).
    20 - Op 18 januari arriveerde kardinaal Alessandro Bichi per boot in Marseille. Twee dagen later vertrok hij naar Aix-en-Provence. Van hier bereikte hij zijn bisdom Carpentras op 22 januari (Gazette 1642 , no. 22, dd. 15 februari 1642).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]