Mijnheer,
Den coninck gaet langzaem voort in zijne reize ende blijft veel stil, heeft de coninginne noch wat tijds gegunt om niet te volgen. Eenige meenen haere Majesteit weder swanger is. Gelijck de gestaedige victoriën aen de nederquartieren van den Rijn den coninck groote redenen geven van vreuchd, alzoo wert die vreuchd gemaetight door het verlies van tweeduizent ofte, zoo andere zeggen, twaelffhondert Fransoisen ontrent Perpignan, alzoo zij wilden beletten het secours 'twelck de Spaignaerden van nieuws daerin gebracht hebben.2 Daerentegen publiceren de Fransoisen een advantagie bij haer becomen bij Vals in Catelagne, alwaer zij zeggen de Spaensche, die dezelve plaetze met Fransoisen bezet meenden te attaqueren, wel negenhondert te hebben verloren ende van de haeren maer hondert gebleven te zijn, hoewel anderen anders zeggen.
Den gouverneur van Hohentwiel3 brandt de dorpen die tot het belegh hebben gecontribueert, ende 't volck van hertogh Carel hebbende becomen Molsheim in den Elzas loopen tot de poorten toe van Straesburg.4
93
't Manifest van de Ieren,5 die de wapenen hebben aengenomen, loopt hier sterck ende vint veele gunstigen. Men zeit dat van Nantes eenige schepen van amonitie zijn gecomen aen dezelve Yeren. Den coning zelve van Vrancrijck meent zijne ambassadeur die in Engelant is6 eenige last te geven om in deze zaecke te spreecken.
12 Februarii 1642.
Nopende den stant van Catelagne hebben eenige advysen heel anders als hier werden gepubliceert, te weten dat Mote-Odincourt7 met alle de Fransoisen omcingelt is bij drieduizent Spaegnaerden te paerd ende twintichduizent te voet. Wij hooren des coninck van Spaignies credyt swackt te Gennes ende dat men in 't Milanees om soldaten te vinden alle bandyten ende overloopers inroept. Hertogh Carel werdt nevens meer anderen onderhouden met de hoope van het gouvernement van Nederlant; heeft scherp gebot gedaen aen alle Lorrainen van ghene justitie te kennen als de zijne, den coninck ter contraire. Het schijnt des conincx reise gaet nae Narbonne, alzoo aldaer groot gelt is geremitteert. Den coning heeft commissarissen gegeven aen den eertsbisschop van Bourdeaux.8 Den prince van Monaco zal hebben Valentinois in Dauphiné in tytel van hertogdom.9 Mazarini gaet te poste nae Lions,10 men meent om de ziecte van den paus.
Lucerne, Abbecelle, Friburg laeten geen lichtinge toe aen Vrancrijck11 ende alle de Switzers te zamen doen groote instantie om 't graefschap van Bourgogne te stellen in volle neutraliteit ofte lang bestant.12 Den coninck van Spaegnie heeft daerover aen de cantons geschreven13 ende werdt aldaer oock verwacht een ambassadeur van de keiser.14 Alle de astrologiens van
94
die quartieren dreigen Switzerlant met oorlogh ende die van Zurich zijn in vrese van de keiserschen. Den hertogh van Florence15 ende Venetië doen lichtinge.Den keiser handelt te Comora op prolongatie van bestant met den Turck.16 De churfursten ondervraecht zijnde bij den keizer off men de hertoginne van Savoie zal geven den tytel van regente, willen eerst onderrecht zijn van het recht van partijen. Ondertuschen werdt bij des paus nuntius getracht om de questie van dezelve hertoginne met de princen te accommoderen.17 Tweehondert man met vivres ende munitie is ingecomen binnen Casal.
De Grisons delibereren noch op de executie van het tractaet tot Feldkirch gemaect.18 't Casteel van Mansfeld werdt noch gedefendeert tegen de keiserschen.19 Den cardinael Bichi20 van den paus hier gezonden als legaet om de paix te recommanderen is aengecomen tot Aix in Provence.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 2 [sic] Febr. 1642 uyt Paris.